‘Meest mishandelde club van Engeland’ hard op weg naar de Championship
Sol Campbell, Jermain Defoe en Peter Crouch: deze inmiddels gestopte voetballers speelden ooit samen op Fratton Park. Portsmouth FC won met dit sterrenensemble de Engelse FA Cup en eindigde knap achtste in de Premier League. De ploeg van toenmalig manager Harry Redknapp leek zich dankzij nieuw geld zich in de bovenste regionen van de competitie te gaan vestigen. Anno 2022 is Pompey echter vaker van eigenaar gewisseld dan een Volkswagen Golf uit 2004, heeft het twee keer op de valreep faillissement weten te ontlopen en moest het tevens tweemaal een flinke puntenaftrek incasseren.
Door Bart D'Hanis
Portsmouth werd opgericht in 1898. De club uit het zuiden van Engeland won in 1939 de FA Cup en won na de Tweede Wereldoorlog zelfs een enkele keer de competitie die nu de Premier League heet. In 2006 viel het oog van de Frans-Israëlische zakenman Alexandre Gaydamak op de cultclub uit Portsmouth. In de eerste twee jaar liet hij alle wensen van manager Redknapp in vervulling gaan. Tussen 2006 en 2008 werden echter zoveel grote namen binnengehaald, dat het salarishuis op ontploffen stond. Pompey had in 2008 al zestig miljoen euro schuld opgebouwd, mede dankzij een salarishuis van 55 miljoen euro per jaar. Ondanks de opgebouwde schuld resulteerden deze investeringen wel in de verovering van de FA Cup en een achtste klassering op het hoogste niveau.
Ondanks de opgebouwde schuld besloot Gaydamak zich omwille van de kredietcrisis in 2008 volledig terug te trekken. Dit alles door de penibele financiële situatie. Hierdoor werd bijna het hele elftal het jaar daarop verkocht. Ook Redknapp verliet de club. Een jaar later verkocht Gaydamak Portsmouth aan Sulaiman Al Fahim. Het was onduidelijk waar het geld van Al Fahim vandaan kwam. Het was echter wel duidelijk dat hij de salarissen niet kon betalen en de schuld niet kon wegpoetsen. Na zes weken moest hij de club noodgedwongen verkopen van de Premier League. Al Fahim verkocht Portsmouth op zijn beurt aan sjeik Faraj. Hij kon het geld ook niet ophoesten. Nadat salarissen van spelers en staf niet werden uitbetaald, werd de club voor het eerst onder bewind geplaatst. Er werd een overeenkomst gesloten met de bewindvoerders. Deze hield wel in dat de club negen punten aftrek kreeg, waardoor het afdroop naar de Championship.
Een bedenkelijk record
Voorafgaand aan het seizoen 2011/12 werd Portsmouth overgenomen door de Russische oligarch Vladimir Antonov. Een aantal weken na zijn overname werd hij gearresteerd voor bankfraude. Hierdoor kon hij Pompey niet meer financieren, wat wederom resulteerde in achterstallige betalingen en een tweede bewindvoering. Het hele elftal verliet de club en Portsmouth moest gedwongen terug naar het derde niveau. Vier maanden na de start van het seizoen 2012/13, kreeg het vanwege de financiële situatie tien punten in mindering. Het hoofd boven water houden bleek dan ook onmogelijk. Er werd een record neergezet door Portsmouth in de League One dat jaar: 23 keer op rij geen wedstrijd winnen, waarna ze direct degradeerden naar het vierde niveau.
Tegen het einde van het seizoen 2012/13 gloorde er eindelijk licht aan de tunnel voor de supporters. Er werd wederom een overeenkomst gesloten met de bewindvoerders. Ditmaal door de Pompey Supporters Trust. De fans haalden 3,5 miljoen pond op, waarmee ze het stadion en 51% van de club in handen kregen. Hiermee werd Portsmouth de grootste door fans bestuurde betaaldvoetbalorganisatie in Engeland. Slechts achttien maanden na de overname door de supporters, werd de club schuldenvrij verklaard. In het hierop volgende seizoen werden maar liefst tienduizend seizoenkaarten verkocht. Een record voor een team dat uitkomt in de vierde divisie.
Na drie jaar op het vierde niveau, keerde de ploeg met de karakteristieke rode kousen terug naar het derde niveau, waar het een aanbieding kreeg van voormalig Disney-CEO Michael Eisner om Pompey over te nemen. Ondanks dat een meerderheid van de Pompey Supporters Trust stemde voor de verkoop, verliep deze niet vlekkeloos. “Toen ik interesse toonde in het kopen van de club, dachten ze allemaal: oh god, niet nog één. Ik snap dat wel. Portsmouth is de meest mishandelde club van de Engelse voetbalpiramide”, vertelde Eisner in gesprek met The Guardian.
Eindelijk op de weg terug
De Amerikaan lijkt de eerste buitenlandse investeerder die de club niet totaal verwaarloost. Zo is de club bezig om het stadion te renoveren en dat is ook hard nodig. Fratton Park werd gebouwd in 1899 en Pompey speelt dan ook al bijna 125 jaar in dit legendarische stadion. Sinds de overname is Portsmouth tevens niet lager geëindigd dan de tiende plaats. Dit jaar zou de promotie terug naar de Championship wel eens gerealiseerd kunnen worden. De ploeg van manager Danny Cowley heeft na acht gespeelde wedstrijden nog niet verloren en staat keurig op de tweede plaats.