Maurice Steijn: ‘Ik laat me niet onder druk zetten, door niemand’
Maurice Steijn laat VVV-Venlo na vijf jaar achter zich voor een avontuur bij Al-Wahda. Het dienstverband in Abu Dhabi vormt voor de 45-jarige oefenmeester zijn eerste buitenlandse avontuur en in gesprek met Voetbal International geeft hij te kennen dat een stap omhoog in Nederland in eerste instantie in zijn hoofd zat. Een mogelijkheid in de subtop van de Eredivisie bleef echter uit voor Steijn.
“Daaraan denk je dan twee jaar, maar steeds kozen ze anders. Ik had het bij VVV sowieso prima naar mijn zin. Nou, dan is dit een mooi alternatief. Financieel, uiteraard, maar toch ook sportief. De tijd dat je lacherig kon doen over het voetbal daar, is wel voorbij. Bovendien ben ik pas 45 jaar, Nederland kan altijd nog. Ik ben nu gewoon benieuwd waar dit avontuur me zal gaan brengen”, geeft Steijn te kennen. PEC Zwolle was concreet geïnteresseerd in zijn diensten, maar een overgang ketste uiteindelijk af.
De Zwollenaren deden Steijn op zaterdag een aanbieding en wilden twee dagen later al antwoord hebben. “Maar ik had nog zo veel te regelen in Venlo qua huis, qua gezin, qua afkoopsom met VVV, terwijl we ook nog moesten spelen tegen nota bene PEC en die woensdag erop Vitesse”, stelt de oefenmeester. “Ik laat me niet onder druk zetten, door niemand. Dus dan maar niet naar Zwolle. Het had echt niet alleen te maken met welke financiële eisen dan ook. Beetje flauw van de voorzitter daar om dan in de pers te roepen dat ik tachtig procent meer wilde verdienen dan ik kreeg bij VVV. Totale onzin.”
Het is de bedoeling dat ook assistent Jay Driessen naar Al-Wahda vertrekt, terwijl Steijn tevens zijn gezin meeneemt naar de Verenigde Arabische Emiraten. Zoon Sem wordt door ADO Den Haag verhuurd aan Al-Wahda. “Ook voor hem een goede stap om in een competitie met mannen beter te worden, want ook komend seizoen is hij officieel nog A-junior. Mijn dochter gaat naar een internationale school, die kijkt er ook naar uit. Het hele avontuur, het emigreren, samen naar het onbekende, dat vind ik ook het mooie aan deze uitdaging.”