Marseille grijpt Super Cup na krankzinnig duel met negen treffers
Lille pakte afgelopen seizoen voor het eerst sinds 1955 weer eens een prijs, het won zowel de landstitel als het bekertoernooi, en de equipe van manager Rudi Garcia leek gewoon door te gaan waar het gebleven was. Woensdagavond leek de Franse Super Cup, de Trophée des Champions, binnen met een 3-1 stand tegen Olympique Marseille. Een absoluut krankzinnige slotfase, met vijf doelpunten in iets meer dan vijf minuten, veranderde echter alles: 4-5 voor de Zuid-Fransen.
L’OM, met nieuwelingen Jérémy Morel, Alou Diarra and Morgan Amalfitano in de basis, begon voortvarend, maar het was Lille dat binnen tien minuten op voorsprong kwam. Na een goede actie van de Belg Hazard, het voorbije seizoen gekozen tot beste speler van de Ligue 1, kon Florent Balmont afwerken. Het was vervolgens aan Mickael Landreau te danken dat Lille de voorsprong meenam naar de rust.
Na de onderbreking verdubbelden de Noord-Fransen, met aanwinsten Marko Basa, Benoît Pedretti and Dimitri Payet aan de aftrap, de leiding. Hazard liet Souleymane Diawara staan en hamerde het speeltuig door de benen van Marseille-sluitpost Steve Mandanda. De equipe van trainer Didier Deschamps kreeg even hoop na een doelpunt van André Ayew, maar Lille-topschutter Moussa Sow leek nog geen minuut later een einde aan alle onzekerheid te maken: 3-1.
De fans in Marokko, waar de wedstrijd werd gespeeld, die het wel gezien hadden zullen enorm spijt hebben, want een bizarre slotfase veranderde alles. Met nog vijf minuten op de klok tekende Morel voor 3-2 en Remy zelfs voor 3-3. Aurélien Chedjou kreeg rood en Jordan Ayew zette zelfs een penalty om voor de 3-4, maar Lille toonde veerkracht en kwam in blessuretijd via Basa terug. André Ayew zorgde in extremis vanaf elf meter nog voor 4-5.