Mario Been kritisch op Feyenoord: ‘Hij heeft niet al te veel goed gedaan, hè?’
Mario Been vindt dat FC Utrecht zondagmiddag een verdiende overwinning heeft geboekt op Feyenoord. In Stadion Galgenwaard won de ploeg van René Hake met 3-1. Volgens de analist van ESPN kwam Utrecht scherper voor de dag en kon de thuisploeg putten uit een sterkere reservebank; Feyenoord werd in de tweede helft ontregeld en kon geen antwoord formuleren op het overwicht van de opponent. Been uit kritiek op onder meer Alireza Jahanbakhsh en invaller Aliou Baldé.
Jahanbakhsh deed de eerste helft mee en werd in de pauze gewisseld. “Ik vond hem niet goed spelen, laat dat duidelijk zijn. Ik vond hem aan de bal heel matig, buiten de assist bij de goal”, zegt Been, doelend op de crosspass van Jahanbakhsh richting Luis Sinisterra in de laatste minuut van de officiële speeltijd van de eerste helft. Sinisterra nam de bal vervolgens knap aan in het zestienmetergebied, speelde Hidde ter Avest uit en vond de korte hoek. Het optreden van basisdebutant Ramon Hendriks, die de geblesseerde Marcos Senesi verving, wordt door de voormalig trainer van Feyenoord bestempeld als ‘bleu’.
“Wat ik daarmee bedoel, is dat hij zijn verdedigende taken naar behoren heeft gedaan. Het is natuurlijk moeilijk om in dit soort wedstrijden te spelen. In eerste instantie keek hij vaak niet vooruit om daar een oplossing te zoeken als hij een bal kreeg, bijvoorbeeld van Gernot Trauner. Hij keek te vaak terug naar Trauner, in plaats van open te draaien en mensen op het middenveld uit te spelen. In de eerste helft lag vaak de oplossing bij Til tussen de linies. Het zou goed zijn als hij het vermogen heeft om die bal dan in te spelen.”
Arne Slot voerde in de tweede helft twee wissels door: Fredrik Aursnes verving Jahanbakhsh aan het begin van de tweede helft, waardoor Jens Toornstra als rechtsbuiten ging spelen, en negen minuten voor tijd werd Toornstra zelf vervangen door Baldé. “Die heeft niet al te veel goed gedaan, hè?”, zegt Been lachend over de achttienjarige Baldé. Met invallers als Mark van der Maarel, Sander van de Streek, Mimoun Mahi en Joris van Overeem had Utrecht de mogelijkheid om veel meer ‘Eredivisie-ervaring’ binnen de lijnen te brengen. Maakte dat een belangrijk verschil? “Dat vind ik wel. Als je dat soort spelers binnen de lijnen kunt brengen in de laatste vijftien minuten, heb je veel kwaliteiten."