Marino Pusic afgefikt: ‘Hij is de naarste man waar ik ooit mee heb gewerkt’
Marino Pusic, assistent-trainer van Arne Slot bij Feyenoord, moet het ontgelden in het boek Schaakmat van voormalig prof Nick Hengelman. De twee werkten samen bij FC Twente, maar hadden absoluut geen goede band. Pusic was in Enschede eerst assistent-trainer, alvorens hij werd aangesteld als hoofdtrainer. Hengelman was derde keeper tijdens het kampioensjaar van Twente in de Keuken Kampioen Divisie, al heeft hij voornamelijk een wrange smaak overgehouden aan de samenwerking met Pusic. “Altijd als ik hem zie, krijg ik weer rillingen.”
In gesprek met Tubantia blikt Hengelman vooruit op de lancering van zijn boek, dat aankomende zaterdag in de verkoop gaat. De oud-doelman beseft goed dat hij ‘heisa’ over zich heen kan krijgen. Dat weerhoudt Hengelman echter niet om zaken openbaar te maken. “Er staat ook een stuk in over Marino Pusic, de trainer van FC Twente in de Keuken Kampioen Divisie. Ook hij zal er niet blij mee zijn. Pusic is de naarste man waar ik ooit mee heb samengewerkt. Altijd als ik hem zie, krijg ik weer rillingen.” Pusic staat bij Feyenoord bekend als de rechterhand van Slot. De geboren Bosniër zou erg belangrijk zijn in het teamproces van de regerend landskampioen.
Hengelman kraakt Pusic vooral op persoonlijk vlak, zo blijkt uit het vervolg van zijn verhaal. “Nee, hij was niet de slechtste trainer. Dat was Gertjan Verbeek. Althans, de slechtste voor Twente. Ik vond hem redelijk fair in zijn benadering, maar zijn blik was op dat moment niet goed voor Twente. Alles wat A was, moest bij hem Z zijn of andersom. Ik kom Verbeek nog regelmatig tegen en hij onderkent dat zelf ook. Daarom staat het ook in het boek.” Het dienstverband van Verbeek bij Twente (seizoen 2017/18) duurde uiteindelijk slechts 147 dagen.
Volgens Hengelman, die in zijn profcarrière nog geen honderd officiële wedstrijden keepte, is het boek Schaakmat absoluut geen afrekening. “Ik zeg ook niet dat het de waarheid is. Ik heb mijn waarheid en mijn gevoel van die momenten beschreven.” Hengelman heeft er uiteindelijk toch voor gekozen om bepaalde passages over zaakwaarnemers op te laten tekenen. “Misschien is het niet helemaal netjes, maar het hoort wel bij mijn loopbaan, omdat die vraag altijd centraal heeft gestaan bij mij: vaar ik blind op hun of pak ik het lot in eigen hand?”