voetbalzone

Marcelo: ‘Respect voor Balotelli, maar bang? Nee, dat ben ik niet’

Erik van Dam03 nov 2014, 15:19
Laatst bijgewerkt: 03 nov 2014, 15:19
Advertentie

Real Madrid won de eerste groepswedstrijd in de Champions League met 5-1 tegen FC Basel. Wedstrijd nummer twee, uit bij Ludogorets Razgrad, leverde ook drie punten op: 1-2. Dinsdagavond wacht een thuisduel met Liverpool, dat twee weken terug al met 0-3 werd verslagen in eigen huis. Marcelo schoof maandag bij Carlo Ancelotti aan tijdens de persconferentie en blikte ook vooruit.

voetbalzone

De Braziliaan speelt al jaren voor de Koninklijke, maar zegt dat het eigenlijk nooit gewoon is geworden. “Het is een eer om deel uit te mogen maken van dit elftal, we doen het met z’n allen geweldig. Het begin van het seizoen was niet zo sterk, maar nu het goed gaat mogen we alsnog niet achterover leunen. Dit niveau moeten we zien vast te houden. Zelf voel ik me goed, mijn teamgenoten en de trainer hebben vertrouwen in me>”

“Dat motiveert me nog meer om hen te helpen”, aldus Marcelo, die ook onder de vorige trainers zeker was van veel speeltijd. Marcelo arriveerde in januari 2007 onder het bewind van Fabio Capello. Een half jaar later kwam Bernd Schuster aan het roer en nadien maakte Marcelo nog vier andere coaches mee: Juande Ramos, Manuel Pellegrini, José Mourinho en sinds vorig jaar zomer Carlo Ancelotti. “Ancelotti vertelt ons alles rechtstreeks en kan goed met de druk omgaan. Spelen we ons beste voetbal onder hem? Lastig te zeggen. Het gaat nu goed, we doen het goed”, aldus Marcelo.

“Ik ben trots dat ik tot de geschiedenis van Real Madrid behoor. Ik ben hier nu al flink wat jaren en mijn doel is en blijft het team te helpen. Ik train er dagelijks hard voor en geef alles in de wedstrijden”, sprak Marcelo, die zin heeft in de Champions League-ontmoeting met Liverpool van dinsdagavond. Hij weet dat Mario Balotelli in toom houden de voornaamste taak van de laatste linie van Real Madrid zal zijn. “Een grote speler, die we respecteren. Maar bang voor hem? Nee, dat zijn we niet.”