Marc Overmars schrok op jeugdtoernooi: ‘Hij was echt te dik’
Lassina Traoré werd aangetrokken door Ajax na ontdekt te zijn in de voetbalschool van oud-voetballer Rahim Ouédraogo in Burkina Faso. De aanvaller werd tot zijn achttiende bij Ajax Cape Town ondergebracht en al snel werd duidelijk dat de tiener nog een lange weg te gaan had. Directeur voetbalzaken Marc Overmars schrok toen hij een kijkje ging nemen bij het jaarlijkse Terborgtoernooi in Gelderland.
Traoré deed mee met een jeugdteam van Ajax Cape Town. “Lassina was echt te dik”, zegt Overmars in gesprek met Het Parool. “We hebben kort daarna een performancetrainer naar Kaapstad gestuurd, die een maand met hem aan de slag is gegaan. Met uitstekend resultaat.” De afgelopen maand negentien jaar geworden Traoré was tot dusver dit seizoen goed voor veertien goals in de Keuken Kampioen Divisie en bij het eerste staat de teller na zeven duels al op drie doelpunten.
“Lassina heeft iets wat lang niet alle Afrikaanse voetballers hebben: een verfijnd schot”, benadrukt Overmars. “Hij kan met de binnenkant van zijn voet heel precies en toch nog hard op doel schieten. Hij werkt keihard om zijn goaltjes te maken, maar hij kan ook goed een bal afschermen, meevoetballen en heeft oog voor zijn medespelers.”
“Belangrijk, want een spits van Ajax moet alles kunnen. Ik zeg niet dat hij alles al kan, maar hij pakt dingen wel snel op. En hij is een vrolijk kereltje. Dat is belangrijk.” Signalen vanuit de spelersgroep, en met name een opmerking van Matthijs de Ligt, overtuigde Overmars van de kwaliteiten van Traoré. “Daar kun je het meest van op aan. Voetballers zijn eerlijk in hun oordeel. Als iemand er niets van bakt, krijg je dat meteen te horen. De Ligt vertelde me dat hij het lastig had op de training met Traoré. Hij zag zijn potentie al."
De volgende stap op de weg omhoog voor Traoré lijkt duidelijk: vaker spelen en misschien al wel een basisplaats. “Het is moeilijk. Ajax heeft veel goede spelers, de concurrentie is groot. Dusan Tadic, Klaas-Jan Huntelaar, Ryan Babel. Ik leer veel van hen, ze zien mij niet als een bedreiging. Ze proberen me te helpen. En ik? Ik moet gewoon hard werken en mijn ogen en oren openhouden.”