‘Manchester United geeft met prijskaartje van 85 miljoen euro statement af’
Manchester United is niet geschrokken van de uitlatingen van de zaakwaarnemer van Anthony Martial. Philippe Lamboley gaf afgelopen week aan dat zijn client ‘na vele afwegingen’ en ‘om meerdere redenen’ heeft besloten om de club in de zomer de rug toe te keren. Britse media stellen zondag dat Manchester United een prijskaartje van 85 miljoen euro om de nek van de Frans international heeft gehangen.
Manchester United heeft volgens de laatste berichten uit Engeland geen zin in een continue geruchtenstroom over de toekomst van Martial en wil geïnteresseerde clubs zodoende meteen afschrikken. De Premier League-club staat sterk in zijn schoenen. De huidige verbintenis van Martial loopt weliswaar volgend jaar zomer ten einde, maar de club beschikt over een eenzijdige optie om de samenwerking tot medio 2020 te verlengen.
Het liefst wil Manchester United nog langer door met Martial, maar daarover bereikten de betrokken partijen geen overeenstemming. “Als een club als United er na acht maanden onderhandelen niet in slaagt om een akkoord te vinden, dan betekent dat toch vooral dat ze van Anthony niet een écht belangrijke speler willen maken”, gaf Lamboley te kennen. “Dat is erg belangrijk geweest voor Anthony. Hij heeft goed over zijn beslissing nagedacht.”
In drie jaar tijd speelde Martial 136 officiële wedstrijden voor United, waarin hij 36 keer wist te scoren. De winterse komst van Alexis Sánchez was ook een hard gelag voor Martial. “Ik zal niets zeggen over de winterse transferwindow, iedereen heeft daar zijn eigen mening over. Voor Anthony is het nu gewoon belangrijk om aan voetballen toe te komen, bij een coach die in hem gelooft. De tijd is rijp voor een transfer.”
Martial, 22 jaar, kwam voor ruim zestig miljoen euro over van AS Monaco. In zijn eerste jaar gaf de Fransman zijn visitekaartje af, maar sinds de komst van José Mourinho krijgt hij minder de kans om zich te etaleren. Dat resulteerde uiteindelijk in zijn afwezigheid in de WK-selectie van Didier Deschamps.