Maldini: ‘Waanzin om dat te doen met 4.000 Spanjaarden op de tribune’
Italië is van alle Europese landen het zwaarst getroffen door het coronavirus en inmiddels zijn ook verschillende (oud-)voetballers besmet geraakt. AC Milan-icoon Paolo Maldini hoort hier, samen met zijn zoon Daniel, eveneens bij en de oud-verdediger is inmiddels weer aan de beterende hand. “Het gaat redelijk goed, ik heb het ergste achter de rug”, vertelt hij in gesprek met de Corriere della Sera.
Maldini voelde de eerste symptomen op 5 maart: “Ik heb nog steeds een beetje een droge hoest en ik ben mijn reuk en smaak verloren, hopelijk komt dat nog terug. Het was net een vervelendere griep, maar het is geen gewone griep. Ik ken mijn lichaam, een atleet kent zichzelf. De pijn is behoorlijk hevig en het voelde ook alsof er iets om mijn borst drukte… Het is een nieuw virus, het lichaam vecht tegen een vijand die het niet kent.”
Maldini heeft er zorg voor gedragen niet in contact te komen met de spelers van AC Milan, waar hij nog werkzaam is als technisch directeur. De Italiaan is wel kritisch op de manier waarop de voetbalwereld is omgegaan met de coronacrisis: “Het voetbal had eerder stopgezet moeten worden. Zelfs spelen achter gesloten deuren was niet goed, niet voor de fans en niet voor de voetballers.”
“Liverpool - Atlético Madrid is ook nog gespeeld met vierduizend Spaanse fans op de tribune terwijl het al bekend was dat Madrid een broeinest was, waanzin. En toen Atalanta - Valencia werd gespeeld waren alle alarmbellen nog niet afgegaan, maar we weten nu dat dat een van de oorzaken is geweest van de uitbraak in Bergamo”, sluit Maldini af. De wedstrijd tussen Atalanta en Valencia werd gespeeld in het San Siro en het vermoeden is dat een deel van de veertigduizend meegereisde fans het virus mee terug heeft genomen naar Bergamo.