Maccabi-trainer terug op Stamford Bridge: ‘Maar ik zat er maar kort’

Chelsea is ondanks de slechte start in eigen land zwaar favoriet voor het Champions League-treffen met Maccabi Tel Aviv. Doelman Asmir Begovic, die voorlopig de geblesseerde Thibaut Courtois vervangt, loopt daar niet voor weg. “We beschikken over een aantal van de beste speler ter wereld”, haalde hij nog maar eens fijntjes aan in de aanloop naar de ontmoeting met de Israëliërs.

De doelman uit Bosnië kon echter niet ontkennen dat de moeizame start van het seizoen in de Premier League (vier punten uit vijf duels) zijn sporen heeft nagelaten. “Natuurlijk doet het iets met het zelfvertrouwen als de zaken niet lopen als gehoopt”, aldus Begovic. “Maar er is nog altijd genoeg vertrouwen in eigen kunnen. Ik denk zelfs dat we nu geconcentreerder en scherper voor de dag zullen komen.”

Coach Slavisa Jokanovic van Maccabi hoopt met zijn elftal te kunnen stunten, maar weet dat dat lastig wordt. Het verschil in kwaliteit tussen de kampioen van Engeland en Israël is immers immens. Jokanovic kwam als speler zelf twee seizoenen uit voor Chelsea, van 2000 tot 2002. “De club is nog steeds hetzelfde, maar de doelen zijn wel anders. Voorheen was het doel om in de Champions League te komen, tegenwoordig moet de Champions League juist gewonnen worden. Ze hebben daar nu tien jaar succes gekend en het is heel belangrijk dat ze tot het einde toe in de diverse competities mee blijven doen. Dat is dus wel anders.”

“In mijn tijd was Chelsea een grote club, nu zijn ze nog groter. Het was een andere tijd, met een andere eigenaar. Ik was er maar kort en zat al aan het eind van mijn profloopbaan”, vervolgt Jokanovic, die altijd warme herinneringen zal houden aan zijn tijd in Engeland. Hij was er niet alleen speler van Chelsea, maar ook coach van Watford. “Voor een speler en een coach is Engeland de beste plek ter wereld om te vertoeven. De passie, de fans en de atmosfeer zijn waanzinnig. Ik ben nu tevreden bij Maccabi Tel Aviv, maar ik denk dat er nog wel eens een kans komt om het in Engeland te laten zien.”