Louis van Gaal laat een lastige erfenis na aan Guus Hiddink
Het WK beloonde de meest aanvallende en avontuurlijke ploeg met de titel. Duitsland profileerde zich als een verbeterde uitgave van Nederland uit vroegere jaren. Een constante carrousel van bewegende linies, op doelman Manuel Neuer na geen uitblinkers maar wel een handvol scherpschutters, een onverzadigbare wilskracht en een eenheid van staal.
Bij die Mannschaft was de invloed van Josep Guardiola bij Bayern München zichtbaar en merkbaar. Het ragfijne positiespel is ook afgekeken van Ajax in het verleden. Van alle deelnemers in Brazilië produceerden de Duitsers de meeste doelpunten (18), imponeerden met de meeste schoten op het doel (50) en het op één na meeste balbezit (wonderwel na Spanje: 59 procent tegen 57,9 procent). Gave cijfers, maar deels ook geflatteerd omdat maar vier landen zeven keer in actie kwamen.
Van het laatste kwartet op dit meeslepende en boeiende toernooi was het team van bondscoach Joachim Löw sowieso de beste. En Brazilië veruit de slechtste. De terecht opgestapte Luiz Felipe Scolari rommelde maar wat aan met zijn selectie. De favoriet in eigen land presteerde met de ronde zwakker. Zonder Neymar telde de organisator amper nog een speler van enige klasse. De defensie was een chaos, het middenveld ontbeerde creativiteit en de aanval moest zich behelpen met afdankertjes als Hulk, Fred en Jô. Mooie namen, maar amper geschikt voor een club uit de Jupiler League.
Vooraf stond het vast dat Brazilië in eigen land de goudglanzende bokaal zou ophalen. Bijna alle verwachtingen en voorspellingen zijn onderweg evenwel gesneuveld. Zuid-Amerika rekende op een droomfinale tussen het gastland en erfvijand Argentinië. De laatste haalde nog wel de finale, maar kon de eer van het continent onmogelijk redden. Eén of andere commissie troostte Lionel Messi met de Gouden Bal als prijs voor de beste speler. Onverdiend voor de wonderboy, die nimmer zijn status waarmaakte als ongrijpbare dribbelaar.
Meer dan het behoudende en afwachtende Argentinië had Nederland recht op de laatste stap naar de eindstrijd. Maar uitgerekend in de halve finale tegen de Zuid-Amerikanen ontrolde Oranje zijn slechtste beurt van allemaal op het gras van São Paulo. De revanche kwam te laat, in de troostfinale tegen het armetierige en mentaal geknakte Brazilië. Zonder de geblesseerde Wesley Sneijder maar met Jonathan de Guzman vertoonde het veel besproken systeem eindelijk de meeste diepgang. Ook in die wedstrijd onderscheidde Arjen Robben zich als de onbetwistbare uitblinker. Niet alleen van Nederland, maar ook van het hele WK. Hij overtrof Messi en Thomas Müller in de race naar de Gouden Bal, maar de keuzeheren gingen laf en blind voor een naam en (oude) reputatie. Met Robben excelleerden tevens Ron Vlaar en Stefan de Vrij. Vlaar diende zich aan als de ware opvolger van Jaap Stam. De Vrij ontpopte zich tot een technisch en tactisch begaafde verdediger, met inzicht en overzicht. En met een allure zoals heel lang geleden Cor van der Hart of Franz Beckenbauer.
Door de omstreden tactiek gaf Oranje nauwelijks kansen en doelpunten (slechts vier in totaal) weg. De gok van Louis van Gaal om voor alles de defensie te versterken pakte in dat opzicht meesterlijk uit. Er was ook met reden lof voor de teamspirit, de maximale fitheid, het massieve collectief en de ongekende collegialiteit in de groep. Maar de bondscoach erkende voorts dat het voetbal in balbezit zelden of nooit tot bloei wilde komen. Daarbij ontgoochelde andermaal Robin van Persie als spits op dit niveau. Ook als aanvoerder spoorde hij steeds minder. Hij beging de meeste overtredingen, veelal uit frustratie. Blijkbaar kostte het hem moeite de hoofdrol voor Robben te accepteren. Hij ontkende die theorie, maar bevestigde het wel ongewild in een boos interview in Trouw.
Al met al koesterde de KNVB het brons (en de ongeslagen reeks) als een niet uit te wissen herinnering voor eeuwig. Voor zover nog nodig bewees de bondscoach zijn unieke gave als topcoach. Volgens José Mourinho was hij zelfs de beste op het WK, waarin de Portugees wel eens gelijk kan hebben. Met daden logenstrafte Van Gaal alle scepsis, al viel het aanvallend vaak toch tegen. Hoewel dat speculatief blijft, zou Nederland in een finale met Duitsland uiteindelijk ook zijn afgescheept met het zilver. Het is eigenlijk jammer dat dit enerverende WK is afgelopen. Maar de Eredivisie lonkt alweer en straks in september zal blijken hoe Guus Hiddink met deze lastige erfenis van zijn voorganger zal en kan omgaan.
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.