Liverpool ziet Man City verliezen en zet reuzenstap richting landstitel
Liverpool heeft op Boxing Day een reuzenstap gezet richting het kampioenschap in de Premier League. De koploper won woensdagmiddag op het eigen Anfield met speels gemak van Newcastle United (4-0) en zag achtervolger Manchester City tegelijkertijd zeer verrassend verliezen van Leicester City (2-1). Daardoor is het verschil tussen beide teams op de ranglijst na negentien competitiewedstrijden opgelopen tot zeven punten in het voordeel van the Reds. Manchester City heeft zijn tweede plaats op de ranglijst zelfs moeten afstaan aan Tottenham Hotspur, dat zes punten minder heeft dan Liverpool.
Liverpool - Newcastle United 4-0
Met Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum in de basiself begon Liverpool uitstekend aan de wedstrijd. De koploper nam het heft vanaf het begin stevig in handen en wist al na elf minuten voetballen op voorsprong te komen. Dejan Lovren vuurde van dichtbij raak, nadat een voorzet vanaf de linkerflank zeer matig was uitverdedigd door de bezoekers. Het elftal van voormalig Liverpool-manager Rafael Benítez wist de schade vervolgens te beperken in de eerste helft, al moest doelman Martin Dúbravka op slag van rust nog wel redden op een schot van Xherdan Shaqiri.
Kort na de onderbreking wist Liverpool zijn voordelige marge alsnog uit te breiden. Paul Dummett maakte licht contact met Mohamed Salah, waarna laatstgenoemde theatraal naar de grond ging en de strafschop die volgde zelf benutte: 2-0. Liverpool speelde daarna een gewonnen wedstrijd en wist elf minuten voor tijd voor een derde maal toe te slaan. Trent Alexander-Arnold bracht de bal vanaf de rechterflank laag voor het doel van Newcastle United, waarna Shaqiri geheel vrijstaand kon scoren. Fabinho bepaalde daarna de eindstand.
Leicester City - Manchester City 2-1
De regerend landskampioen kwam sterk uit de startblokken in het King Power Stadium. Sergio Agüero speelde na een klein kwartier spelen Bernardo Silva vrij in het strafschopgebied van Leicester City, waarna de Portugese middenvelder koelbloedig de 0-1 liet aantekenen. Lang kon Manchester City echter niet genieten van de voorsprong, want amper vijf minuten later bracht Marc Albrighton de stand alweer in evenwicht. De Engelsman verschalkte doelman Ederson Moraes met het hoofd op aangeven van Jamie Vardy.
Manchester City had daarna de grootst mogelijke moeite met de thuisploeg en mocht van geluk spreken dat de rust werd gehaald zonder verdere kleerscheuren: Vardy en James Maddison lieten in de slotfase van de eerste helft grote kansen op de 2-1 onbenut. Het bezoek kwam vervolgens zwak uit de kleedkamer, maar gaandeweg de tweede helft werd Leicester City alsnog teruggedrukt op eigen helft. Kevin De Bruyne was halverwege de tweede helft gevaarlijk, maar Kasper Schmeichel voorkwam met goed keeperswerk uiteindelijk dat de Belg kon scoren.
Het elftal van Guardiola voerde de druk steeds verder op, maar negen minuten voor tijd ging het volledig mis voor the Citizens. Ricardo Pereira kreeg de bal na een afgeslagen hoekschop voor de voeten en produceerde vervolgens een kanonskogel die uiteindelijk de winnende treffer betekende. Manchester City eindigde het duel uiteindelijk met tien man door een directe rode kaart voor Fabian Dalph in de slotminuut van de officiële speeltijd.