Liverpool wint na vier maanden eindelijk weer eens op Anfield
Liverpool heeft zaterdagmiddag voor het eerst sinds 16 december weer eens een thuisoverwinning geboekt in de Premier League. Lange tijd leek de ploeg van Jürgen Klopp tegen Aston Villa af te stevenen op een 1-1 gelijkspel, totdat Trent Alexander-Arnold in blessuretijd op fraaie wijze het vonnis voltrok. Het betekende de eerste zege na acht wedstrijden op rij zonder overwinning. Liverpool neemt daardoor de vierde plek, die aan het einde van de rit recht geeft op deelname aan de Champions League, over van West Ham United.
Hoewel Liverpool de stijgende lijn te pakken lijkt te hebben, wil het voor de ploeg van Klopp in eigen huis nog amper lukken. Slechts één keer wist Liverpool tot scoren te komen in de laatste acht thuiswedstrijden in de Premier League. Dat was tegen Manchester City (1-4). Tegen Villa leek de thuisploeg al vroeg op voorsprong te komen, toen Mohamed Salah een niet te missen kans kreeg. De Egyptenaar kwam oog in oog te staan met doelman Emiliano Martínez nadat Tyrone Mings de bal onder de voet door liet lopen. De inzet van de spits ging echter rakelings langs de linkerpaal.
Liverpool domineerde wel in de eerste helft, maar wist amper tot grote kansen te komen. Alexander-Arnold schoot een vrije trap vanaf de rand van het strafschopgebied rakelings over en uit de daaropvolgende corner zag Diogo Jota een kopbal eveneens over gaan. De eerste keer dat Villa gevaarlijk opdook voor het doel van Alisson Becker was het wel meteen raak. Op slag van rust kreeg Ollie Watkins de bal op zo’n twintig meter van het doel aangespeeld, waarna de aanvaller met rechts controleerde en met links afrondde. Met enig fortuin wel gezegd, daar Alisson over de bal dook: 0-1.
De ploeg van Klopp dacht nog in de eerste helft langszij te komen, toen Roberto Firmino in de blessuretijd raak schoot na de bal ietwat fortuinlijk voor de voeten te hebben gekregen. Jota stond bij het voorbereidende werk echter zeer nipt in buitenspelpositie, zo bleek uit een grondige analyse van de VAR. Tien minuten na de pauze was het wel raak. Martínez had in eerste instantie nog een knappe reflex in huis op een schot met links van Andrew Robertson, maar moest toezien hoe Salah in de rebound het meest attent was en van dichtbij de gelijkmaker tegen de touwen kopte: 1-1. Het betekende de negentiende treffer van het seizoen voor Salah en de eerste uit open spel op Anfield sinds 12 uur en 44 minuten.
Liverpool had in de tweede helft, net als in het eerste bedrijf, het veldoverwicht, maar zag hoe Villa dichtbij een tweede voorsprong was. Trézéguet raakte de binnenkant van de rechterpaal, maar deed dat in buitenspelpositie. Bij Villa kwam niet veel later Anwar El Ghazi binnen de lijnen, terwijl Wijnaldum het veld verliet voor Thiago Alcántara. Het duel duel leek vervolgens af te stevenen op een gelijkspel, ware het niet dat Alexander-Arnold het vonnis voltrok in extremis. De vleugelverdediger krulde de bal op fraaie wijze in de rechter benedenhoek: 2-1.