Liverpool slaat zich ondanks voetbalshow tegen Roma voor de kop

De kans is groot dat Liverpool zich op 26 mei mag melden in Kiev voor de finale van de Champions League. De formatie van manager Jürgen Klopp vernederde dinsdagavond voor eigen publiek AS Roma in het eerste duel in de halve finales van de Champions League, maar zal zich vanwege een zeer zwakke slotfase toch voor de kop slaan. The Reds namen in de laatste minuten van de wedstrijd gas terug, waardoor Roma toch nog mag hopen op een wonder in de return: 5-2. Mohamed Salah bewees tegen zijn ex-werkgever met twee doelpunten en twee assists evenwel andermaal tot de groten der aarde te behoren.

Roma verraste in de vorige ronde vriend en vijand door Barcelona te elimineren, maar tegen het aanvalsgeweld van Liverpool was de ploeg van Eusebio Di Francesco simpelweg niet opgewassen. Het bezoek kon in het eerste kwartier nog wel aardig mee en raakte via Aleksandar Kolarov ook nog de lat, maar daarna was er geen houden meer aan voor Kevin Strootman en consorten. Nadat Georginio Wijnaldum na achttien minuten voetballen binnen de lijnen was gekomen als vervanger van de geblesseerde Alex Oxlade-Chamberlain, blies Liverpool Roma werkelijk van het veld.

Alisson Becker mocht van gelukspreken dat Sadio Mané tweemaal miste in kansrijke positie, maar op de individuele klasse van Salah had de doelman geen antwoord. De Egyptenaar opende tien minuten voor rust de score met een heerlijke uithaal in de bovenhoek en zorgde in de slotminuut van de eerste helft ook nog voor de 2-0, door na een razendsnelle tegenaanval met een beheerst stiftje af te ronden. Tussendoor had Dejan Lovren het houtwerk geteisterd uit een hoekschop. Virgil van Dijk verscheen als gewoonlijk aan de aftrap bij Liverpool, maar de aanvoerder van het Nederlands elftal had in de eerste helft weinig te duchten van directe tegenstander Edin Dzeko.

Roma zocht de kleedkamers halverwege zo op met een flinke kater, maar het zou na de onderbreking alleen nog maar erger worden voor de manschappen van Di Francesco. De thuisploeg bleek nog lang niet uitgeraasd en liep in het eerste kwart van de tweede helft aan de hand van Salah razendsnel uit naar een monsterscore. De uitblinker werd elf minuten na rust de diepte ingestuurd door Trent Alexander-Arnold en had vervolgens rond de strafschopstip oog voor Mané. Voor de Senegalees was het vervolgens een koud kunstje om de 3-0 op het scorebord te zetten.

Vijf minuten later was Salah de verdediging van de Romeinen opnieuw te slim af. Hij ging kinderlijk eenvoudig voorbij directe tegenstander Juan Jesus en legde de bal daarna op een presenteerblaadje voor Roberto Firmino, die vervolgens van dichtbij kon scoren. Daarmee was de koek echter nog niet op voor the Reds, want Firmino kopte 22 minuten voor tijd ook nog de 5-0 tegen de netten na een hoekschop van James Milner. Salah werd daarna naar de kant gehaald door Klopp, die zijn ploeg in de slotfase volledig in elkaar zag storten. Dzeko scoorde negen minuten voor tijd na een pass van Radja Nainggolan en even later maakte Diego Perotti er ook nog 5-2 van vanaf de penaltystip.