Lars Veldwijk: ‘In plaats van loyaliteit kreeg ik een dolk in mijn rug’
Lars Veldwijk maakte in de winterse transferperiode de overstap van Sparta Rotterdam naar Jeonbuk Hyundai. De spits had zijn zinnen al langere tijd gezet op een lucratief buitenlands avontuur en kreeg in januari zijn zin toen de Rotterdammers meewerkten aan zijn vertrek naar Zuid-Korea. Bijna drie maanden later kijkt hij terug op zijn laatste maanden op Het Kasteel en gaat hij in op zijn relatie met trainer Henk Fraser, die dit seizoen verslechterde.
Afgelopen zomer nam Veldwijk met Zuid-Afrika deel aan de Afrika Cup, waardoor hij ontbrak tijdens een groot deel van de voorbereiding op het huidige Eredivisie-seizoen. Fraser had in eerste instantie dan ook geen basisplaats in petto voor de 28-jarige spits. “Ik begreep goed dat ik de eerste wedstrijden niet zou spelen, want ik had vijf, zes weken voorbereiding gemist. Dat was het probleem niet. Maar de manier waarop de trainer me behandelde was heel anders dan daarvoor”, vertelt Veldwijk in een interview met Voetbal International.
“Ik voelde helemaal geen respect meer”, vervolgt Veldwijk, die merkte dat gesprekken tussen hem en de trainer niet meer goed verliepen. “Tegen Feyenoord scoorde ik als invaller. De drie wedstrijden daarna deed ik dat nóg twee keer. Conditioneel was ik al die tijd ook nog heel goed gebleven, want ik had maar vijf dagen vakantie gehad. Dus het leek me niet meer dan normaal dat ik mijn plekje ook weer terug zou krijgen. Dat gebeurde niet.” Veldwijk had vorig seizoen met 24 doelpunten een enorm aandeel in de promotie naar de Eredivisie. Dit seizoen had hij een bijrol in Rotterdam.
Veldwijk kwam weliswaar vijftien keer in actie, hij startte slechts drie keer vanuit de basis in de competitie. Afgelopen zomer voelde hij zich al naar de uitgang geduwd door de club. “De transfersom die ik moest opbrengen, was een probleem voor andere clubs. Dat Fraser ineens vergeten leek wat we het seizoen ervoor samen bereikt hadden, hoe ik hem had geholpen als spits en als aanvoerder, raakte me. In plaats van loyaliteit kreeg ik een dolk in mijn rug.”