voetbalzone

‘La Masia is ziek’: hoe het ‘Barcelona-DNA’ dreigt te verdwijnen

Robin Bruggeman02 jul 2019, 22:10
Laatst bijgewerkt: 02 jul 2019, 22:10
Advertentie

Op 25 november 2012 vond er een unicum plaats in de geschiedenis van Barcelona. De Spaanse grootmacht won op die frisse zondagavond in Valencia met maar liefst 4-0 van Levante en tekende zo voor zijn twaalfde overwinning in de eerste dertien wedstrijden van het seizoen, de beste seizoenstart ooit van de club in LaLiga. Het meest opmerkelijke feit van dat duel kwam echter al na een kwartier spelen tot stand toen Dani Alves zich moest laten vervangen vanwege een hamstringblessure. Met Martín Montoya als vervanger binnen de lijnen en een opstelling die verder bestond uit Víctor Valdés, Gerard Piqué, Carles Puyol, Jordi Alba, Sergio Busquets, Xavi, Andrés Iniesta, Cesc Fàbregas, Lionel Messi en Pedro, speelde Barcelona daarna een uur lang met een elftal dat compleet bestond uit spelers die werden opgeleid op het wereldberoemde La Masia-complex van de club.

Door Robin Bruggeman

Zeven jaar later staan de zaken er echter heel anders voor in Catalonië. In het jaar dat La Masia zijn veertigste verjaardag viert als jeugdcomplex van de club zijn er met Messi, Busquets, Piqué en Alba nog vier spelers over die er zeven jaar geleden ook bij waren. Sergi Roberto is bovendien de enige zelfopgeleide speler die zich in de afgelopen jaren heeft weten op te werken tot basiskracht, al speelt de geboren Catalaan, van origine een middenvelder, door zijn rol als rechtsback meestal niet op zijn ‘eigen’ positie. Met Rafinha en de jonge Carles Aleñá zaten er in het afgelopen seizoen nog twee van La Masia afkomstige spelers in de selectie van trainer Ernesto Valverde, maar hun rol bleef, mede vanwege blessureleed, beperkt. Van het team dat Spanje deze zomer vertegenwoordigde op het EK Onder-21 in Italië kwam zelfs geen enkele speler uit de befaamde jeugdopleiding van Barcelona en in Spanje wordt er al enkele jaren druk geschreven en gesproken over de ‘teloorgang van La Masia’.

De oorzaak van deze discussie ligt deels bij het aankoopbeleid van de kampioen van Spanje. Waar aartsrivaal Real Madrid al langer een gálactico-politiek hanteert, ging Barcelona er juist prat op veel van zijn sterspelers zelf te hebben opgeleid. De successen van de ‘Gouden Generatie’ uit de eigen jeugd leidde echter tot een enorme toestroom van cash, terwijl het voor trainers die de druk voelen om meteen te presteren vaak aantrekkelijker is om een gevestigde naam te halen in plaats van een talent dat nog niets heeft bewezen op te stellen. In de afgelopen jaren werd met de komst van onder meer Philippe Coutinho, Ousmane Dembélé, Frenkie de Jong, Malcom en Arthur voor honderden miljoenen euro’s aan speler van buitenaf uitgegeven. Dat Barcelona voor ‘rotatie-spelers’ als Arturo Vidal, Paulinho, Kevin-Prince Boateng en Jeison Murillo het eveneens buiten de muren van de eigen befaamde jeugdopleiding moest zoeken zorgde verder voor flink wat opgetrokken wenkbrauwen onder de achterban van de club, die in het verleden zo verwend was geraakt door de lopende band met talenten die vanuit La Masia werd uitgerold richting het Camp Nou.

voetbalzone

Het succes van de jeugdopleiding was in het afgelopen decennium echter ook een van de redenen dat het voor talenten steeds moeilijker werd om aansluiting te vinden bij de hoofdmacht. Doordat het niveau van de ploeg, die met onder meer Puyol, Xavi, Iniesta en Messi furore maakte, zo hoog lag en veel van deze spelers hun hele loopbaan bij Barcelona bleven, kwamen de talenten die daarna boven kwamen drijven voor een dichte deur te staan. Dit leidde onder meer tot het vertrek van Thiago Alcántara, op dit moment beschouwd als een van de beste middenvelders van de wereld, naar Bayern München. De nu 28-jarige Spanjaard was op basis van talent zeker goed genoeg om voor Barcelona te spelen, maar zag ook dat zijn speelkansen op het middenveld door de aanwezigheid van clubiconen Xavi, Iniesta en Busquets niet voor het oprapen lagen. Andere clubs kregen dit ook door en winkelden graag en veel op La Masia door er onder meer André Onana, Mauro Icardi, Héctor Bellerín en de later teruggekeerde Fàbregas weg te halen.

La Masia 360
De gebrekkige doorstroming van talenten heeft in de afgelopen jaren tot de nodige zorgen bij de hoogste afdelingen van de club geleid en voorzitter Josep Maria Bartomeu doet er inmiddels alles aan om het tij te keren. Onder de noemer ‘La Masia 360’ werd drie jaar geleden een project gestart waarbij er meer nadruk kwam te liggen op de mentale en academische begeleiding van de op het jeugdcomplex woonachtige talenten. Bij de opening van La Masia in 1979 was er slechts plek voor twaalf spelers, maar in de jaren daarop werd het complex zo ver uitgebouwd dat er uiteindelijk zestig talenten konden wonen. Na de bouw van een nieuwe accommodatie in 2011 kwam er zelfs ruimte voor 83 bedden, maar met zoveel aanwezige kinderen die een groot deel van hun opvoeding onder de vleugels van Barcelona genoten, kon het niet anders dan dat er ook veel zaken bleven liggen. In een poging om de jeugdopleiding te stroomlijnen en zaken te professionaliseren stelde Bartomeu in 2016 zijn vertrouwde luitenant Albert Soler aan om het ‘La Masia 360’- project te overzien.

Onder leiding van Soler werd er met een omvangrijk programma gestart, waarbij een team van zeventien tutors zich over de talenten ontfermde. De jonge spelers worden op academisch en mentaal gebied bijgestaan met het doel om eventuele problemen vroeg te kunnen detecteren en zodoende tot snelle oplossingen te kunnen komen. De komst van Pep Segura als directeur voetbalzaken in 2017 zorgde volgens de Catalaanse krant Ara echter al snel voor een kink in de kabel. In een omvangrijk stuk genaamd ‘La Masia is ziek’ wordt geschetst hoe Soler en Segura al snel lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. Soler had daarvoor na geruime tijd getwijfeld te hebben de dagelijkse leiding van het project in handen gelegd van Carles Folguera. Dit was echter tegen het zere been van Segura, die zijn vriend Pere Gratacós graag aan het hoofd van ‘La Masia 360’ had gehad.

voetbalzone

Die stammenstrijd leidde daarop tot verschillende clashes op het hoogste niveau en had ook een negatieve uitwerking op de dagelijkse gang van zaken op La Masia, waar jeugdtrainers en andere medewerkers ‘gedwongen’ werden een kant te kiezen. Segura kan zich, naast zijn ontevredenheid over het passeren van zijn vertrouweling, bovendien niet vinden in de richting die de opleiding van Barcelona wordt opgestuurd. Volgens de oud-trainer van Olympiacos hebben de talenten het al druk genoeg met hun ontwikkeling op voetbaltechnisch gebied om ook nog eens veel tijd te besteden aan specialisten die niet direct iets met het voetbal te maken hebben en alleen voor ogen zouden hebben dat de jonge spelertjes betere resultaten boeken op school. Segura zou hierin gesteund worden door een groot deel van de jeugdtrainers, die de inbreng van de tutors niet per se noodzakelijk achten. Als gevolg hiervan vertellen de talenten in de persoonlijke gesprekken met hun tutors naar verluidt wat zij denken dat de begeleiders willen horen om er zo snel mogelijk van af te zijn en wordt er maar weinig echter progressie geboekt.

Barcelona-DNA
Een andere belangrijke pijler van het ‘La Masia 360-project’ is het opleiden van (jeugd)trainers die het Barcelona-DNA, de filosofie van Johan Cruijff en de geschiedenis en de waarden van de club door moeten geven aan de spelers. Bij de trainers die in de afgelopen jaren zijn aangesteld wordt er echter op gehamerd om risico’s in het spel zoveel mogelijk uit te sluiten, terwijl zij verder vooral les krijgen in data-analyse en juist niet in de normen en waarden van de club. Het eerder speciaal in het leven geroepen ‘Barcelona-identiteit’-programma bestaat volgens Ara verder alleen nog maar uit het rondleiden van nieuwkomers en hun familie door het clubmuseum, in plaats van dat er uitgebreid aandacht wordt besteed aan de clubfilosofie. De Catalaanse krant stipt dan ook aan dat de jonge talenten steeds minder te maken krijgen met het specifieke club-DNA waar Barcelona zoveel waarde aan hecht.

Naast bestuurlijke en educatieve problemen heeft ‘La Masia 360’ ook zijn weerslag op de meer praktische gang van zaken op het jeugdcomplex. In 2011 werd er voor miljoenen euro’s een nieuw gebouw neergezet met het doel om de op La Masia woonachtige talenten meer comfort te bieden en ervoor te zorgen dat er minder gebruik hoefde te worden gemaakt van dure hotels om de jonge spelers onder te brengen. Vanwege de uitdijing van de staf, en de beslissing van Segura om alle werknemers van de niet voetbalgerelateerde onderdelen van Barcelona naar La Masia te verhuizen, moest de bovenste verdieping van het echter gebouw al snel worden omgebouwd tot kantoorruimte. Niet veel later moesten ook de fitnessruimte en de ‘audiovisuele’-kamer, die door de talenten werd gebruikt om te ontspannen door middel van het samen kijken van wedstrijden het spelen van computergames, eraan geloven om plaats te maken voor kantoren. Veel van de talenten van de club verblijven, wanneer zij niet thuis bij hun familie zijn, daarom weer in hotels en zadelen de club daardoor met een extra kostenpost op. Van de 48 voetballertjes (de rest van de bedden wordt gevuld door jonge basketballers, handballers, zaalvoetballers en hockeyers) die momenteel op het complex wonen zou het grootste deel bovendien bestaan uit huurlingen en reserves, terwijl de echt grote talenten die van ver weg zijn gekomen noodgedwongen in hotels leven.

voetbalzone

Als laatste voorname probleem stipt Ara de cateringsituatie aan. Het eten op het jeugdcomplex wordt verzorgd door hetzelfde bedrijf dat ook de voeding voor de hoofdmacht regelt. Uit budgettaire overwegingen krijgen de talenten echter niet hetzelfde te eten als de spelers van het eerste en de maaltijden die op La Masia worden geserveerd zouden een te lagen voedingswaarde hebben voor jonge atleten. Het draaiende houden van het jeugdcomplex kost de club nu zo’n vijf miljoen euro per jaar, terwijl er sinds de start van het ‘La Masia 360’-project bijna een miljoen euro is uitgegeven aan de extra begeleiding van de talenten. Deze investeringen werpen echter nog maar nauwelijks hun vruchten af en intern wordt inmiddels de noodklok geluid. Bartomeu maakt zich grote zorgen over de staat van de jeugdopleiding en heeft met bestuurslid Xavier Vilajoana en oud-perschef Xavi Martín twee leidinggevende figuren aangesteld die op korte termijn voor verbeteringen moeten gaan zorgen.

Nieuwe talenten
Het een aantal jaar geleden herziene beleid van de club aangaande Barcelona B vormt nog een extra complicatie in het proces dat talenten moeten doorlopen om de stap van La Masia naar het profvoetbal te maken. Waar de jeugdopleiding eerder nog naadloos aansloot op het reserveteam, kiest Barça er in de afgelopen jaren steeds vaker voor om het in de Segunda División B uitkomende elftal steeds vaker te vullen met oudere talenten van buitenaf. Het Catalaanse L’Esportiu becijferde onlangs dat Barcelona deze zomer al zes miljoen euro heeft uitgegeven aan nieuwe spelers voor het B-elftal, met de ruim drie miljoen euro voor FC Groningen-talent Ludovit Reis als meest in het oog springende investering. De club verraste verder door Mike van Beijnen over te nemen van NAC Breda, terwijl Marcus McGuane bijvoorbeeld vorig jaar al de gang maakte van Arsenal naar Catalonië. Barça is naar verluidt met deze transferpolitiek gestart om jonge, veelbelovende spelers al binnen te kunnen halen voordat zij hun grote doorbraak hebben beleefd en een veelvoud kosten van het bedrag dat nu op tafel moet komen. Als het die talenten vervolgens niet lukt om het eerste te halen, kunnen zij naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst voor hetzelfde of voor een hoger bedrag dan de aankoopsom weer verkocht worden.

Deze nieuwe gang van zaken bij Barcelona B kan bij de meeste socios op weinig waardering rekenen, maar toch gloort er voor hen nog hoop. Ondanks de problemen van de afgelopen jaren is de talentenstroom namelijk niet helemaal opgedroogd en de verwachting van de Culés is dat Sergi Roberto in de komende jaren weer enkele opvolgers zal krijgen. Van de huidige talenten die op de deur van het Camp Nou kloppen lijken Aleñá, Oriol Busquets en, met name, Riqui Puig de grootste kans van slagen te hebben. Laatstgenoemde is een lichtvoetige middenvelder die vanwege zijn techniek en handelingssnelheid wordt beschouwd als de natuurlijke opvolger van de vorig jaar naar Japan vertrokken Iniesta. Hun doorbaak zou mogelijk een nieuwe golf van succesvolle La Masia-exponenten in gang kunnen zetten en het eerste elftal van de club weer wat dichter bij de fans, die door de vele nieuwkomers uit het buitenland steeds meer moeite hebben om zich met het team te identificeren, kunnen brengen. Josep Guardiola, zelf een alumnus van de opleiding van Barcelona, liet jaren geleden immers al eens optekenen dat Barcelona alleen via de pijplijn van de eigen jeugd zijn status van een van de grootste en succesvolste clubs van de wereld kan behouden: “Een speler die op La Masia is opgeleid heeft iets anders dan de rest, het is een kwaliteit die alleen maar kan ontstaan doordat spelers al sinds hun kinderjaren een Barcelona-shirt dragen.”