Kranten analyseren 'perfect' Ajax: ‘Hij liep weer anoniem over het veld'
Ajax verzekerde zich woensdagavond dankzij een 1-2 overwinning op Besiktas voor de derde keer in de clubhistorie van groepswinst in de Champions League. De vijfde groepszege op rij was te danken aan Sébastien Haller, die als invaller zijn ploeg in de tweede helft weer eens de weg wees. Erik ten Hag koos in Istanbul voor enkele wijzigingen in het basiselftal. De keuzes van de trainer van Ajax zijn donderdag onderwerp van gesprek in de Nederlandse media. “De zes wijzigingen die de trainer van Ajax in zijn basiselftal doorvoerde, bleek er aanvankelijk een te veel”, zo schrijft Mike Verweij.
Ten Hag kondigde daags voor het duel in het Vodafone Park al aan dat hij enkele wijzigingen in de basis van Ajax zou doorvoeren. “Maar dat hij meer dan de helft van zijn min of meer gegarandeerde basisspelers aan de kant zou laten, was opvallend”, stelt de journalist van De Telegraaf in zijn wedstrijdverslag. “Ajax blijkt maar moeilijk zonder de rust en het overzicht van Daley Blind, balansbewaker Edson Álvarez, maar bovenal Haller te kunnen. Het experiment met Dusan Tadic in de spits, de vroegere Europese Ajax-aanpassing, mislukte vooral omdat Mohamed Daramy nog stappen moet maken om als linksbuiten een meerwaarde te zijn. De Deen miste opgelegde kansen, maar bovenal nog de klasse.”
Trouw kijkt verder dan de tot dusver perfecte score en statistieken van Ajax in de groepsfase van de Champions League. “Wie iets verder kijkt, kan zich afvragen of deze selectie in de breedte daadwerkelijk sterk genoeg is als het er echt om gaat spannen tegen de Europese top. Tegen Besiktas, de huidige nummer negen van Turkije, werd in elk geval duidelijk dat Ajax niet straffeloos zomaar een half elftal kan vervangen”, benadrukt John Graat. “De reserves grepen hun kansen niet. Davy Klaassen liep opnieuw anoniem over het veld, David Neres bewees dat hij terecht meestal op de bank zit, Per Schuurs toonde weer eens zijn verdedigende kwetsbaarheid en aankoop Daramy verprutste in 45 minuten zijn basisdebuut in Ajax-1 met diverse miskleunen.”
“Door hun disfunctioneren zakten ook anderen ver onder hun normale niveau.” Willem Vissers van de Volkskrant zag hoe Ajax in de eerste helft niet meer ‘de machine waarmee Ajax over de Europese velden walste’ was, maar meer weg had van ‘een puffend karretje zonder stuurbekrachtiging’. “Het herstel kwam op tijd, met Haller, het motorblok, de spits met goud in de voeten dit seizoen (...) Ajax, dat zijn vijf zeges lardeerde met zestien doelpunten, was één helft op het irritante af onnauwkeurig. Slordig. Onsamenhangend”, somt de journalist op. “En toch won de koploper uiteindelijk ook in Istanbul van de nummer laatst in de groep, want ja, Haller is dus een echte spits. Negen goals in de competitie, negen in Europa, terwijl het seizoen nog lang is.”
“Daramy? Ja, die kan dribbelen, die is best goed in aanleg, maar woensdag even niet, alleen al omdat hij ballen veel te wild raakte. Het middenveld, waar de geschorste stabiele factor Álvarez ontbrak, liet zich soms overlopen voor rust”, aldus Vissers. Volgens Johan Inan van het Algemeen Dagblad speelde Ajax in eerste instantie ‘een soort kamikazevoetbal waarbij oude gebreken aan het licht kwamen’. “De restverdediging was ver te zoeken, nu Ten Hag ervoor koos bij afwezigheid van de geschorste Álvarez eens met één controleur te spelen.”