Koploper Leicester City knokt zich in bizar eindspel naar een punt

Leicester City heeft zondag geen goede zaken gedaan in de strijd om de titel. De stuntploeg van manager Claudio Ranieri stond tien minuten voor tijd nog met 1-0 voor tegen West Ham United, dat in de slotfase echter erop en erover ging. Dat gebeurde na een rode kaart voor Jamie Vardy. In de laatste seconde van het bizarre eindspel pakte Leicester City toch nog een punt: 2-2.

Leicester City - West Ham United 2-2
West Ham United is in de schaduw van Leicester City bezig aan een uitstekend seizoen en de thuisploeg zal dan ook niet gerust geweest zijn op een goede afloop. Als men nog niet wakker was, dan was dat na een minuut spelen wel het geval. Dimitri Payet slingerde de bal voor uit een vrije trap en Cheikhou Kouyaté kopte richting doel. De bal scheerde via de vingertoppen van Leicester-keeper Kasper Schmeichel tegen de ene paal en vervolgens ook tegen de andere paal. Leicester kwam dus goed weg en een kwartier later opende de thuisploeg zelfs de score. Wie anders dan Vardy was het eindstation van een klassieke counter; voor Vardy was het doelpunt nummer 22 van het seizoen. Daarmee kwam hij op gelijke hoogte met Harry Kane van Tottenham Hotspur.

Ook na rust was de spits de meest besproken man, maar dit keer niet door een doelpunt. Hij kreeg, toen hij op zoek ging naar een makkelijke strafschop, een tweede gele kaart. Voor Leicester City was het dus zaak om meer dan een halfuur vol te houden met een man minder binnen de lijnen. Dat lukte aanvankelijk vrij eenvoudig, omdat West Ham United met een man meer nauwelijks iets kon creëren. In de slotfase ging het toch nog helemaal mis voor de koploper van de Premier League. De bezoekers kregen na een worstelpartij bij een corner een penalty, die benut werd door Andy Carroll. Met een magistraal schot maakte Aaron Cresswell er zelfs 1-2 van. Leicester City leek te gaan verliezen, maar in de laatste seconde van de wedstrijd kreeg ook de thuisploeg nog een makkelijk gegeven strafschop. Leonardo Ulloa bezorgde de koploper een belangrijk punt.

Bournemouth - Liverpool 1-2
Liverpool heeft in de Europa League een slopende wedstrijd tegen Borussia Dortmund achter de rug en manager Jürgen Klopp besloot tegen Bournemouth een alternatief elftal binnen de lijnen te sturen. Jonge spelers als Danny Ward, Connor Randall en Kevin Stewart mochten het laten zien. Er bleven voldoende sterren over om Bournemouth goed partij te bieden en een van die sterren zorgde vlak voor rust voor de 0-1. Daniel Sturridge probeerde het met een fantastisch hakje, maar keeper Artur Boruc pareerde de inzet. Daardoor kon Roberto Firmino wel intikken voor zijn achtste doelpunt in zijn laatste tien wedstrijden.

Bournemouth dacht de rust te halen met die kleine achterstand, ware het niet dat het diep in de blessuretijd van de eerste helft nog een keer mis ging voor de promovendus. Sturridge klom het hoogst om de bal binnen te koppen uit een vrije trap van Jordon Ibe en dat maakte de opdracht voor de thuisclub schier onmogelijk. Ook na rust waren de kansen voor Liverpool: Firmino testte Boruc en Sturridge raakte tot twee keer toe de paal. De 1-2, in blessuretijd van Joshua King, was voor de statistieken.