voetbalzone

KNVB stelt bekerfinale uit; seizoen moet op 30 juni klaar zijn

Yanick Vos17 mrt 2020, 14:28
Laatst bijgewerkt: 17 mrt 2020, 14:28
Advertentie

De finale van de TOTO KNVB Beker tussen FC Utrecht en Feyenoord zal niet op 19 april plaatsvinden. De KNVB heeft dinsdag naar buiten gebracht dat de eindstrijd in De Kuip op een ander moment gespeeld wordt. De bond gaat nog op zoek naar een nieuwe speeldatum. Directeur betaald voetbal Eric Gudde laat weten dat het nog onduidelijk is wat de gevolgen zijn van het verplaatsen van het EK naar 2021 voor de Nederlandse competities. In de komende tijd gaat er gewerkt worden aan mogelijke scenario’s.

“De startdatum van EURO 2020 was één van de puzzelstukjes bij het vaststellen van de nieuwe speelschema’s", legt Gudde uit in een persverklaring. "In samenwerking met de Eredivisie CV en CED werken we aan mogelijke scenario’s, waarbij we uiteraard afhankelijk blijven van de omstandigheden. Na de gesprekken vanmiddag is nu ook duidelijk dat alle competities in Europa op 30 juni klaar moeten zijn. We hopen binnenkort meer over de verschillende scenario’s te kunnen melden.”

Omdat het advies is afgegeven aan clubs om niet collectief te trainen tot en met 6 april, wordt de bekerfinale op een andere datum gespeeld. Volgens de KNVB is de periode die nodig is om de selecties weer wedstrijdfit te krijgen nu te dichtbij. “EURO 2020 is het eerstvolgende grote eindtoernooi, maar de huidige coronacrisis heeft op de langere termijn voor meer wedstrijden gevolgen”, zo meldt de bond. “Zo wordt voor EURO 2021 voor vrouwen en de kwalificatiewedstrijden hiervoor naar nieuwe data gezocht. Datzelfde geldt ook voor de jeugdtoernooien en -wedstrijden.”

Dat het EK met een jaar wordt uitgesteld noemt Gudde een ‘volkomen logische beslissing’. “In Nederland is bekend dat de competities in elk geval tot en met 6 april platliggen en er niet collectief getraind kan worden. In sommige Europese landen zijn topspelers zelfs in quarantaine of besmet met het virus. Sport is op z’n best als alle deelnemers op hun sterkst aan de start kunnen verschijnen en zich dus met hun nationale team gezamenlijk kunnen voorbereiden. Dat is waar we als liefhebbers naar uitkijken, maar dat zat er voor veel gevallen nu al niet meer in voor de geplande start over twaalf weken.”