‘Kluivert bleef pushen en zei: ‘Je kan nog zo goed voetballen, blijf spelen’'
BARROW - Eind december ging Kemy Agustien plots viral op Twitter. Op de video is te zien hoe de bal tijdens het duel tussen Barrow en Salford City (3-2) naar de zijkant stuitert, waarna de 32-jarige middenvelder het leer in een keer op de pantoffel neemt en die snoeihard in de verre hoek laat ploffen. Het wonderschone doelpunt, zijn eerste uit open spel in negen jaar, is illustratief voor hoe Agustien momenteel in zijn vel steekt: hij is bij het Engelse Barrow aan zijn tweede jeugd als profvoetballer begonnen.
Door Chris Meijer
Ruim een jaar geleden besloot Agustien de knop om te zetten. De middenvelder had een halfjaar bij tweededivisionist TEC achter de rug, maar merkte daar dat hij nog niet klaar was als profvoetballer. “Ik kwam met een professionele mentaliteit en een aantal jongens daar werken gewoon overdag, dus voor hen is voetbal een soort ontspanning of uitlaatklep. Dat was een beetje een clash, dat werkte op gegeven moment niet meer. Die periode heeft niet zozeer mijn ogen geopend, maar ik had wel zoiets van: dit is niet wat ik wil doen. Er zit nog wel meer in dan dit”, vertelt Agustien in gesprek met Voetbalzone. De middenvelder hoopte in eerste instantie in Nederland zijn carrière nieuw leven te kunnen inblazen. Bij verschillende clubs vroeg Agustien of hij kon meetrainen, maar nergens wist hij onderdak te vinden. Ook niet bij Willem II, de club waar hij de jeugdopleiding doorliep, zijn debuut in het betaald voetbal maakte en een transfer naar AZ verdiende.
“Ik weet niet wat het is in Nederland. Ik weet het niet, ik weet het echt niet”, zo klinkt het enigszins teleurgesteld. “Als ik vroeg of ik ergens mocht meetrainen, kon het gewoon niet. Dat vind ik een beetje apart. Zelfs bij Willem II, waar ik uit de jeugd kom. Ze hebben geld aan me verdiend en ik heb ze altijd vertegenwoordigd, bij Jong Oranje bijvoorbeeld. Dan had ik zoiets van: wat heb ik het verleden verkeerd gedaan? Zo'n lastige jongen ben ik niet. Uiteindelijk doe ik het voor mezelf, dus ik zou niet ergens naartoe gaan om de clown uit te hangen. Ik doe het om zelf beter te worden.” Agustien besloot terug te keren naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij bij Swansea City de beste jaren van zijn profloopbaan kende. Met the Swans speelde de middenvelder twee seizoenen in de Premier League en won hij de EFL Cup. Newport County, de huidige nummer twaalf van de League Two, was de eerste club die Agustien een aanbieding deed.
“Maar ze kwamen met een aanbieding waarvan ik dacht: dan kan ik net zo goed bij TEC blijven. Daar doe ik het niet voor. Er waren meer clubs geïnteresseerd uit de League One en de League Two, maar ik raakte geblesseerd. Toen had ik zoiets van: ik moet fit worden als ik nog echt iets wil bereiken. Ik ben voor mezelf gaan trainen, in de zomer niet gestopt. Ik heb een aantal jaar niet goed geleefd, voor mezelf. Ik was er niet echt mee bezig. Ik bleef wel voetballen, maar ik was niet echt bezig met aanhaken. Het afgelopen anderhalf jaar ben ik echt bezig geweest en ik voel me enorm goed”, vervolgt Agustien. Hij tekende afgelopen zomer in eerste instantie een contract bij Nuneaton, uitkomend op het zesde niveau van het Engelse voetbal. Na amper een maand was Agustien alweer vertrokken bij de club uit het midden van Engeland. “Ik had getekend en vervolgens kwam er een nieuwe voorzitter, die zei dat ik een nieuw contract moest tekenen. Toen ik dat contract onder ogen kreeg, hadden ze allerlei dingen veranderd. Daar had ik geen zin in, ik ben 32 en heb daar allemaal geen tijd meer voor. Ik ben geen kleine jongen meer. Ik zei tegen hem: dat je dit met andere jongens doet, oké. Ik zie dit allemaal en dat hoeft van mij niet. Mijn vertrek daar is een geluk bij een ongeluk gebleken.”
Via voormalig ploeggenoot Garry Monk, met wie Agustien samenspeelde bij Swansea City, kreeg Agustien de kans om mee te trainen bij Birmingham City. De club uit de Championship heeft echter een transferverbod wegens het overtreden van de Financial Fair Play-regels van de EFL en mag daardoor nog geen spelers aantrekken. “De spelers vroegen bijna iedere dag aan mij hoe mijn toekomst eruit zou zien. Moest ik uitleggen dat een dienstverband niet aan de orde was, dat het alleen meetrainen was. Maar het ging steeds beter en op gegeven moment voelde ik me echt onderdeel van het team. Ik ging mee met uitjes, dat soort dingen. Het enige dat eraan ontbrak, was dat ik wedstrijd speelde. Bij Birmingham City kon ik met de Onder-23 meespelen, maar dat ging me te gemakkelijk af. Ik moest mannenvoetbal gaan spelen”, legt Agustien uit. Uiteindelijk bood Barrow hem in november een kans in de National League, het vijfde niveau van het Engelse voetbal. Ian Evatt, manager van the Bluebirds en voormalig speler van onder meer Queens Park Rangers en Blackpool, kende Agustien nog als tegenstander. De cijfers sinds de komst van Agustien naar Barrow zijn duidelijk: vijf zeges, drie remises en slechts twee nederlagen, terwijl de club voor zijn komst in november vier wedstrijden op rij verloor. Verder zorgde hij zelf tot dusver voor twee doelpunten en één assist. “Ik wist dat dit erin zat, maar dan is het altijd afwachten of het goed gaat uitpakken. Ik voel ook dat ik beter kan. Het is top dat het er nu ook uitkomt, zodat andere mensen ook gaan zien dat het er nog inzit.”
Hoe ervaar je het niveau op dit moment?
“Als ik puur naar mezelf kijk, vind ik dat ik hoger moet spelen. Met alle respect. Op dit moment denk ik dat wij voor geen enkele ploeg in de Keuken Kampioen Divisie onderdoen. Zowel voetballend als fysiek. We spelen goed voetbal, maar het is ook gebaseerd op fysieke kracht. We onderschatten dit niveau in Nederland. Als je in individueel opzicht kijkt, is de voetbalopleiding in Nederland top. Voetballen, passen, trappen, dat soort dingen. In Engeland hebben ze dat ook, maar daar speelt het fysieke aspect nog eens mee. Plus de snelheid waarmee gespeeld wordt, in Nederland gaat het allemaal iets langzamer. Misschien is het voetballend wat minder, maar daardoor is het aantrekkelijker om naar te kijken.”
Was het voor jou lastig om dat stapje terug te zetten?
“Dat was wel lastig, ja. Ze hebben verschillende keren tegen mij gezegd: Hoe lager je gaat spelen, hoe lastiger het voor jou als speler wordt. Ik heb het meegemaakt en het is echt zo. Misschien zijn ze tactisch niet zo sterk, maar qua werklust doen ze hier gewoon meer. Daar moeten ze het meer van hebben: tegenstanders onder druk zetten, kort op de man, tackles. Dat is anders dan in de bovenste competities. Daar heb ik wel aan moeten wennen, natuurlijk. Ik ben toch een speler van passen en trappen, die in positioneel opzicht zijn mannetje staat. Maar als je ergens mee wil, moet je de knop omzetten. Als je de knop omzet en je gaat erin mee, dan komt de basis ook naar boven. De voetbalkwaliteiten, bedoel ik dan. Juist hier. Als je in dat opzicht mee kan en je kan je in voetballend opzicht onderscheiden, steek je er al snel bovenuit.”
Na zijn vertrek bij Swansea City in 2013 ging het bergafwaarts met de loopbaan van Agustien. “Bij Swansea had ik een toptijd, met als hoogtepunt de uitverkiezing tot man of the match tegen Manchester United. Ik heb genoeg momenten meegemaakt waar genoeg mensen jaloers op zullen zijn.” De middenvelder kon niet door één deur met manager Michael Laudrup en koos voor een transfer naar Brighton & Hove Albion. Door blessureleed draaide het dienstverband bij the Seagulls uit op een teleurstelling. “Op zo'n moment heb je een goede zaakwaarnemer nodig, dat was bij mij niet het geval. Ik voelde me een beetje in de steek gelaten. In de voetballerij belooft iedereen je van alles en nog wat. Maar er zijn genoeg mensen die zich niet aan die beloftes houden. Dat is jammer. Wanneer het goed gaat, heb je eigenlijk geen zaakwaarnemer nodig. Juist wanneer het wat minder gaat, kan je zo iemand gebruiken: dat hij je steunt of een club voor je zoekt. Dat gebeurde niet, helaas.” Daardoor begon na zijn periode bij Brighton een trektocht langs het Deense Vendsyssel FF, Hamilton Academical FC uit Schotland, FC Dordrecht en Global Cebu FC op de Filipijnen.
“De periode op de Filipijnen was een mooie ervaring. Ik had problemen met betalingen en dat soort dingen. Daar zat ik ook niet te wachten. Je hebt met een eigenaar te maken, ze beloven je van alles. Zelfs als het op papier staat, komt het er niet altijd van. Ik ben nog steeds bezig om het geld daar weg te krijgen. Er is van alles en nog wat aan de hand, qua afspraken zijn het andere taferelen. Ze hebben me ook weleens uitgelegd hoe het daar zit, dat het kan dat ze niet betalen en dat je een maand later het dubbele salaris krijgt. Op gegeven moment had ik daar geen zin meer in. Ik ben terug naar Nederland gegaan. Mijn tweede kind werd geboren en dat is veel belangrijker dan aan de andere kant van de wereld zitten”, aldus Agustien. Op 11 juni 2015 maakte hij zijn debuut voor de nationale ploeg van Curaçao, voor wie hij elf interlands speelde. Een opmerking van Patrick Kluivert, in die tijd bondscoach van het eiland, drukte Agustien met zijn neus op de feiten.
“Hij bleef mij pushen en zei: Je kan nog zo goed voetballen, blijf spelen. Als iemand als Patrick Kluivert zoiets tegen je zegt, iemand die met zulke geweldige spelers heeft gewerkt... Dan pak je dat wel op, het is niet zomaar iemand die dat tegen je zegt.” De opmerking van Kluivert bleef altijd door het hoofd van Agustien spoken, vooral nadat hij van zijn avontuur op de Filipijnen terugkeerde bij TEC. “Uiteindelijk ga je het missen, ik was 29. Je gaat dan anders tegen dingen aankijken. Mijn zoontje is ook gek van voetbal en ik wilde het goede voorbeeld blijven geven, nooit opgeven. Ik moet gewoon positief blijven en dan zien we wel waar het schip strandt. Het vertrouwen dat ik nog een stap omhoog kan maken heb ik altijd, maar ik heb inmiddels ook wel geleerd hoe de voetbalwereld in elkaar zit. In het voetbal is het vooral gegund worden, dat is gewoon heel moeilijk. Ik weet wat voor type speler en persoon ik ben, ik weet daardoor ook dat ik niet zou misstaan in de Football League. Ik wil fit zijn, genieten van het spelletje. Mensen zullen altijd een mening hebben: is het dit niet, dan is het dat wel. Ik wil het gewoon voor mezelf bewijzen en zorgen dat mijn kinderen later zeggen: Pap, ik ben trots op je. Daar doe ik het voor. Zolang ik ervan geniet, ben ik voorlopig nog op de velden te vinden.”