Klaassen hoopt op komst van landgenoot: ‘We hebben met elkaar geappt’
Davy Klaassen hoopt op de komst van Tahith Chong bij Werder Bremen. De club uit de Bundesliga ziet in de buitenspeler van Manchester United een potentiële opvolger van Milot Rashica, mocht laatstgenoemde deze zomer nog vertrekken. Klaassen heeft al contact gehad met zijn landgenoot en vertelt in de Duitse media dat Chong positief tegenover een transfer naar Werder Bremen staat.
Rashica wordt in verband gebracht met clubs als Liverpool, Borussia Dortmund en RB Leipzig. Eerder deze maand bevestigde technisch directeur Frank Baumann dat er 'iemand' wordt toegevoegd aan de selectie, als Rashica inderdaad vertrekt. Hij erkende de belangstelling voor Chong, die wellicht gehuurd kan worden van Manchester United. Klaassen juicht de eventuele transfer toe. "Ik zou blij zijn als Chong hierheen komt", vertelt de viceaanvoerder van Werder Bremen.
"Hij is een type voetballer van wie we er nog niet veel hebben", voegt Klaassen toe. "Hij is een goede dribbelaar die een man kan passeren. Hij zou een goede versterking voor ons kunnen zijn." Hoewel Chong vorig seizoen maar drie wedstrijden in de Premier League noteerde, en in totaal vijf competitieduels op zijn naam heeft staan, vindt Klaassen niet dat zijn landgenoot te weinig ervaring heeft. "Elke dag meetrainen bij Manchester United is ook geen slechte ervaring."
Klaassen zegt al contact te hebben opgenomen met de twintigjarige Chong, die in Engeland gebukt gaat onder de concurrentie van spelers als Marcus Rashford, Daniel James, Mason Greenwood en Anthony Martial. "We hebben elkaar geappt. Ik heb hem verteld dat hij met vragen altijd bij mij terecht kan. Maar hij wist toen al dat hij naar Werder Bremen wilde komen", maakt de 27-jarige voormalig Ajacied duidelijk.
Mocht Chong inderdaad de oversteek maken naar Duitsland, dan is het volgens Klaassen nog niet honderd procent zeker dat ze ook samen op het veld zullen staan. Zaakwaarnemer Sören Lerby beweerde vorige maand dat Klaassen zeker in Bremen blijft, maar de zestienvoudig Oranje-international lijkt zelf niet achter die woorden te staan. "Het was een boude uitspraak", geeft hij aan. "Ik was erdoor verrast. In het voetbal weet je nooit hoe het loopt. Ik heb het hier naar mijn zin, maar je weet nooit wat er gaat gebeuren. Al ben ik niet iemand die zegt: 'Ik moet weg.'"