Kenneth Perez: ‘Hij is geen wereldspeler, hij is gewoon een leuke jongen’
Kenneth Perez vindt Cyriel Dessers ‘een heerlijke jongen’, maar geen ‘wereldspeler’. De spits liet zaterdag tijdens het duel tussen Feyenoord en RKC Waalwijk (2-2) enkele goede kansen onbenut om de winnende treffer voor zijn rekening te nemen. Perez ziet ondanks de teleurstellende remise wel een stijgende lijn bij Feyenoord, zo vertelt de analist in het programma Dit was het Weekend van ESPN.
“Dessers vind ik een heerlijke jongen”, begint Perez. Collega-analist Marciano Vink benadrukt dat dit wel als stand-in moet zijn. Dessers had zaterdag een basisplaats bij Feyenoord doordat Luis Sinisterra nog niet was teruggekeerd van interlandverplichtingen met Colombia. “Zo wordt hij natuurlijk ook meestal gebruikt”, reageert Perez. “Het probleem is dat hij de laatste paar keer goed is ingevallen. Dessers is geen wereldspeler, hij is gewoon een leuke jongen.”
“Hij is een jongen die er best wat energie in stopt. Hij zei dat hij een betere speler was dan toen hij vertrok uit Nederland. Nou ja, hij heeft bij een grote club in België (KRC Genk, red.) gespeeld, of in ieder geval onder contract gestaan. Hij heeft een tijdje niet gespeeld, dus hij moet ook weer... Net als Alireza Jahanbakhsh, dat gaat ook met vallen en opstaan”, vervolgt Perez. “De lijn is wel stijgend. Dit gelijkspel tegen RKC is één moment. Er wordt heel positief over gesproken en het is leuk om naar te kijken, maar je gaat niet van nul naar honderd. Dat doet niemand.”
“Bij Feyenoord valt of staat het met energie. Hoeveel energie of inhoud hebben ze? Je ziet dat ze bij een pass denken: pfoe, moeten we er weer achteraan?”, stelt Perez. Hij krijgt bijval van Vink. “Ze hebben zoveel energie met zo weinig mensen gegeven. We zijn echt vermaakt in de wedstrijden die ze tot nu toe hebben gespeeld, omdat er zoveel energie in zat. In de tweede helft van de Conference League-wedstrijd tegen Slavia Praag (2-1 zege, red.) konden ze niet meer. De wetenschappers met de meetkastjes zullen nu wel kunnen zien hoe vermoeid het team is.”