Kazim haalt uit: ‘Welke clubhopper heeft gewonnen wat ik gewonnen heb?'
Met zijn winterse transfer naar Corinthians was Colin Kazim-Richards toe aan zijn dertiende club in zijn loopbaan. Door het imposante aantal clubs wordt de ex-Feyenoorder vaak neergezet als clubhopper en broodvoetballer. Daar is de aanvaller het zelf echter niet mee eens.
“Welke clubhopper heeft gewonnen wat ik gewonnen heb? Welke clubhopper heeft bij de clubs gespeeld waar ik gespeeld heb?”, begint Kazim-Richards tegenover The Guardian. “Ik heb bij de grootste clubs ter wereld gevoetbald, speel nu bij een van de grootste club ter wereld. En ik denk weleens als iemand hetzelfde had gedaan, met een andere huidskleur en een andere naam, men had gezegd: Kijk, je hoeft tijdens je carrière niet alleen in Engeland te spelen.”
Volgens Kazim-Richards is racisme in Engeland nog altijd een probleem. “Kijk naar Raheem Sterling en Paul Pogba. Als zij een slechte wedstrijd spelen, krijgen ze echt gekke dingen naar hun hoofd. En als dat andere spelers gebeurt, is iedereen stil”, zegt de aanvaller, die zijn interlands voor Turkije speelde. “Toen ik voor het nationale team van Turkije speelde, hield iedereen van me. Ze hielden van me, bro. Het maakt je aan het huilen om voor zo’n land te mogen spelen.”
Het was de afgelopen tijd onrustig in Turkije en daar heeft Kazim-Richards een mening over. “Er zijn kinderen opgeblazen. Je hebt daar geen keuze om in het leger te gaan, mijn neven hebben het gedaan. De vader van mijn vriend Umut Bulut werd opgeblazen in een bus. Hij is een van de aardigste mensen die ik ooit heb ontmoet. This shit is painful.”
Als een van de weinige Engelse speler verliet de ex-Feyenoorder Groot-Brittannië om in het buitenland te gaan spelen. “Alles is Engeland, Engeland, Engeland. In Engeland word je als laatste beoordeeld op je voetballende kwaliteiten. Het gaat eerst over hoe je haar zit, of dat soort dingen. Bro, dat is waar ik vandaan kom”, vertelt Kazim-Richards. Hij sluit niet uit dat hij zijn loopbaan in Brazilië afsluit. “Maar ik moet ook aan mijn kinderen denken, zij moeten ook verder naar school. Brazilië zal altijd een thuis zijn.”