Kashia: ‘De Premier League zou ik geweldig vinden, dat is mijn droom’
Guram Kashia is bezig aan zijn zevende seizoen voor Vitesse en de Georgiër is inmiddels echt een jongen van de club geworden. Voetbalzone zocht de 29-jarige verdediger met rugnummer 37 op en verslaggever Justus Dingemanse sprak met hem over zijn jeugd, inspiratiebronnen, tijd bij Vitesse en ambities voor de toekomst. Eerder verschenen deel een en deel twee van het driedelige interview waarin Guram vertelde over zijn jonge jaren in Georgië en zijn periode bij Vitesse. Vandaag het slotstuk waarin hij vertelt over zijn rituelen, muzikale voorkeur en ambities voor de toekomst.
Je rugnummer 37 komt voort uit je twee geluksgetallen drie en zeven, ben je erg bijgelovig?
“Dat was ik zeker en ben ik eigenlijk nog steeds. Als ik het veld in loop stap ik er drie keer met rechts op en sla ik een kruisje. Sterker nog, ik ben nooit geblesseerd, maar één keer ben ik het vergeten en brak ik mijn teen. Jij noemt het bijgeloof, maar ik geloof echt dat ik het moet doen; een ritueel.”
Was de goal in de beker tegen Feyenoord jouw hoogtepunt bij Vitesse?
“Toen ik wakker werd die dag bad ik. Dat doe ik als orthodox-Christen iedere ochtend. Ik zei: ‘God, alstublieft, als ik één goal van U mag hebben, laat het dan vandaag zijn.’ Toen Adnane Tighadouini die corner nam, wist ik: geef me een hoge bal in het penaltygebied en ik ga hem winnen. Feyenoord verdedigt in de zone in plaats van mandekking en ik voel me altijd erg op mijn gemak tegen dat systeem. Ik had alleen één goede bal nodig. Maikel zette een goed block en ik kopte de bal binnen. Na de goal bedankte ik God en realiseerde me: hij bestaat echt, deze goal was van hem.”
Begin dit seizoen vertrok je grote vriend Valeri Kazaisjvili, hoe lastig is dat?
“Dat is best moeilijk. Het was fijn dat ik in de kleedkamer met Vako in mijn eigen taal kon praten. Als je ergens mee zit kun je in je eigen taal je gevoelens beter uiten. Ik ben best een emotionele jongen. Daarnaast mis ik hem ook op het veld, daar kon ik ook heerlijk tegen hem klagen. Ik zou het heerlijk vinden als hij hier weer zou spelen, maar dat is het leven van het voetbal: spelers komen en gaan.”
Zelf zit je alweer zeven seizoenen bij Vitesse. Nooit overwogen elders te gaan kijken?
“Nee, ik ben eigenlijk nooit van plan geweest te vertrekken. Ik heb wel wat mogelijkheden gekregen en sommige clubs waren heel serieus, maar ik voel me hier heel comfortabel en mijn familie ook. Mijn moeder vindt het heerlijk om hier te komen en ik heb een gelukkig leven. Toen ik hier een paar maanden speelde, kwam mijn vriendin over en we hebben nu een dochtertje van drie. Ze gaat hier naar de peuterspeelzaal en leert de Nederlandse taal. Soms komt ze me iets brengen en zegt ze ‘alsjeblieft’, haha. Ze spreekt ook een beetje Engels, Russisch en Georgisch. Ze is heel leuk met mensen en hoefde zelfs niet te huilen toen ze de eerste dag op de speelzaal was.”
Hoe grote rol speelt zij in je carrièreplanning?
“Een hele grote. Ik richt me op haar toekomst, school en educatie. Vanwege haar zou ik bijvoorbeeld niet in Kazachstan gaan voetballen. Er zijn veel financieel interessante landen die ik daarom niet overweeg. Als ik alleen een vrouw had gehad, hadden we naar China kunnen gaan voor een paar jaar. Een beetje worstelen met het eten daar en vervolgens zorgeloos leven. Maar haar geboorte heeft alles veranderd. Mijn vrouw klaagt trouwens nooit over het leven in Nederland. Ze is blij en heeft het naar haar zin. Ik heb geen enkele reden Vitesse te verlaten.”
In de media liet je zaakwaarnemer anders weten dat je toe bent aan iets anders.
“Dat is verkeerd naar buiten gekomen, want ik heb nooit gezegd dat ik wegwilde. Over de berichtgeving was ik ook heel teleurgesteld, want die intentie heb ik niet. Ik ben echter weleens verbaasd dat mensen nog steeds positief over me zijn. Ik heb meer dan tweehonderd wedstrijden gespeeld en ook wel eens fouten gemaakt. Voor jezelf is het ook lastig je niveau vast te houden. Ik heb acht coaches gehad. Weet je hoe moeilijk het is jezelf iedere keer opnieuw te bewijzen? Je zelf iedere keer opnieuw motiveren en klaarmaken voor de wedstrijd? Inmiddels ben ik een oude rot en behoor ik tot het meubilair en daar ben ik heel trots op. Ik sta zeven jaar in de basis en ben een leider geworden.”
Is het niet juist lastig motivatie te vinden omdat je al zo lang bij dezelfde club zit?
“Waarschijnlijk wel, maar ik zoek geen nieuwe club. Ik zoek nieuwe energie en emotie. Voor een bekerwedstrijd of partij tegen Ajax heb je dat niet nodig, maar voor andere duels moet ik soms zoeken om de emotie in mezelf te vinden. Een speler als Nathan heeft dat bijvoorbeeld niet nodig, die heeft zoveel kwaliteit, maar ik speel echt op emotie.”
Waar vul je naast voetbal je dagen mee?
“Koffie drinken en tijd met mijn gezin doorbrengen. Ik moet tijd vinden om te rusten en herstellen na iedere wedstrijd. Vandaag hadden we een zware training, dus ik moet zo gaan liggen. Ik moet acht uur per dag slapen en ik probeer het slaapritme van mijn dochter aan te houden. Verder ben ik een enorme muziekliefhebber. Ik luister wel vier à vijf uur per dag muziek, je zou mijn Spotify-speellijsten eens moeten zien. Het is ontspanning voor me in deze wereld vol aandacht.”
Wat voor muziek moet ik dan aan denken?
Eigenlijk van alles behalve hardrock en metal. Mijn vader liet kennismaken met muziek door me te laten luisteren naar ‘Yesterday’ van Paul McCartney en zei: ‘Als je hier niet naar luistert en het begrijpt, snap je niets van muziek’. Dus begon ik met The Beatles en Queen. Daarna volgde The Notorious B.I.G en Tupac Shakur. Mijn generatie luisterde rap en voelde zich betrokken bij de oorlog tussen de oost- en westkust. Nu luister ik Frank Ocean, Sam Cooke, Otis Redding, Kanye West, Jay-Z en Al Green. Vorig weekend ging ik naar het concert van The Weeknd. Ik vind mezelf in muziek en voor iedere stemming is er wat. Als ik luister ben ik in mijn zone en kan ik overal mee omgaan.”
Nog een laatste poging: je wordt deze zomer dertig, begint de klok niet te tikken?
“Daar heb je helemaal gelijk in, maar ik kan niet klagen over mijn carrière tot dusver. Ik ben heel tevreden en zoals ik zei: ik zoek nergens naar. Als er iets op mijn pad komt, ga ik dat natuurlijk overwegen. Trouwens, ik haat de zon. Ik heb liever de winter dan de zomer, dus ik zit hier wel goed. Mijn favoriete competitie is de Premier League. Het is natuurlijk een droom om te spelen in een competitie met de beste spelers, maar als we de beker winnen, spelen we Europa League en dat creëert ook weer een heleboel nieuwe mogelijkheden. Dat is ook weer een nieuwe ervaring.”
Hoe schat je je eigen niveau als voetballer in?
“Als ik voor Georgië interlands speel, kan ik dat niveau aan. Als je in officiële wedstrijden tegen Wales, Ierland, Duitsland en Spanje kan spelen op niveau, kun je presteren en heb je niveau.”
Maar waar moet ik aan denken, een club als Swansea City?
“Zoiets zou ik geweldig vinden, maar dat geldt voor iedere Premier League-club. Dat is altijd mijn droom geweest. Het voetbal en de cultuur zijn daar zó groot. Als kind was ik enorm fan van Manchester United. Ik moest echt huilen als ze verloren, maar gelukkig deden ze dat niet zo vaak in die periode rond 1999. Tegenwoordig is Liverpool mijn favoriet. Ik kies ieder seizoen een coach die ik ga volgen en dit jaar is dat Jürgen Klopp. Hij heeft me vorig jaar verbaasd en ik heb een paar boeken over hem gelezen. Hij is fascinerend voor me. De manier waarop hij het voetbal benaderd met gevoel en emotie en hoe hij zich gedraagt; echt geweldig. Ik volg al zijn interviews en persconferenties.”