Kane wacht WK-finale in spanning af: ‘Is iets om erg trots op te zijn’
Engeland greep zaterdagmiddag in Sint-Petersburg naast het brons op het WK. The Three Lions verloren door doelpunten van Thomas Meunier en Eden Hazard met 2-0 van België en verlaten Rusland zodoende met lege handen. Toch lijkt aanvoerder Harry Kane een prijs over te houden aan het WK.
De spits van Engeland kwam zaterdag zelf weliswaar niet tot scoren, maar doordat datzelfde gold voor tegenstander Romelu Lukaku, behoudt Kane zijn voorsprong van twee doelpunten (zes om vier) op de Belg in het topscorersklassement. Alleen een hattrick van Kylian Mbappé of Antoine Griezmann (beide drie treffers op dit moment) zondag in de WK-finale tussen Frankrijk en Kroatië lijkt Kane realistisch gezien nog van de topscorerstitel af te kunnen houden.
De spits van Tottenham Hotspur maakte vijf van zijn zes doelpunten dit WK in de groepsfase, tegen respectievelijk Tunesië en Panama. "Het geeft aan wat voor sterke groepsfase we hebben gehad, we hebben veel gescoord", vertelt hij aan ITV Sport. Na de groepsfase wist Kane alleen nog een strafschop te benutten in het achtste finale-duel met Colombia. "Natuurlijk ben ik teleurgesteld dat ik in de laatste paar duels niet meer heb kunnen scoren. Soms zit het mee, soms niet. Maar als ik de Gouden Schoen win, is dat iets om erg trots op te zijn."
Over het resultaat tegen de Belgen was Kane vanzelfsprekend teleurgesteld. "Maar meer dan dit hadden de jongens absoluut niet kunnen doen", stelt hij. "België is een erg sterk team. Ik kan de jongens niets kwalijk nemen, we hebben alles gegeven. We wilden het toernooi met een positieve noot afsluiten. Het is teleurstellend dat we de wedstrijd niet gewonnen hebben, maar het geeft aan dat we nog het nodige kunnen leren. Uiteindelijk kunnen we trots zijn."
De woorden van Kane worden onderstreept door bondscoach Gareth Southgate. "We hebben beter gepresteerd dan voorgenomen door in de top vier te eindigen. De spelers verdienen bij terugkomst in Engeland iedere vorm van lof", aldus de oefenmeester. "Het is geen clubvoetbal: je kunt geen spelers kopen. Maar de spelers die er waren hebben het geweldig gedaan. Meer kon ik niet vragen."