Juventus rondt complexe transfer van in totaal 60 miljoen euro af
Federico Chiesa zet maandag zijn handtekening onder een contract met Juventus. Italiaanse media en transferexpert Fabrizio Romano maakten in de nacht van zondag op maandag melding van een akkoord tussen Fiorentina en Juventus over de vleugelaanvaller. Met de komst van de 22-jarige Italiaans international speelt de Turijnse topclub in op de aanstaande verhuur van Douglas Costa aan Bayern München, ook in de wetenschap dat de verbintenis van de Braziliaan over minder dan twee seizoenen ten einde loopt.
Chiesa maakt in eerste instantie tot 30 juni 2022 op huurbasis de overstap van Florence naar Juventus. De werkgever van Matthijs de Ligt maakt in totaal tien miljoen euro over voor de huurdeal: twee miljoen euro voor het eerste seizoen en nog eens acht miljoen euro voor 2021/22. In de huurovereenkomst is een niet verplichte optie tot koop van veertig miljoen euro exclusief tien miljoen euro aan bonussen opgenomen. Deze optie zal echter wél moeten worden gelicht als in de komende twee jaar aan één van de relatief makkelijke voorwaarden wordt voldaan.
Juventus moet Chiesa definitief overnemen als hij in één van de twee seizoenen in minimaal zestig procent van de wedstrijden minimaal dertig minuten speelt, óf tien doelpunten maakt, óf tien assists geeft, óf de Turijnse club bij de eerste vier in de Serie A eindigt. De laatste voorwaarde lijkt erop te wijzen dat deze constructie vooral bedacht is om niet nu maar pas over een jaar of hooguit twee jaar tientallen miljoenen te moeten betalen. De laatste negen kampioenschappen in Italië gingen immers naar Juventus.
Chiesa zal maandagmorgen een medische keuring ondergaan en daarna zijn handtekening onder een contract tot maximaal 30 juni 2025 zetten. De zoon van oud-voetballer Enrico Chiesa werd in 2007 opgenomen in de jeugdopleiding van Fiorentina en maakte negen jaar later zijn debuut in de hoofdmacht. Hij speelde in totaal 152 wedstrijden voor la Viola en was daarin goed voor 34 doelpunten. Twee jaar geleden trad hij in de voetsporen van zijn vader en debuteerde hij in het nationale elftal van Italië.
Juventus versterkte zich voor dit seizoen onder meer met Arthur Melo, Álvaro Morata en Weston McKennie. De laatste twee kwamen op huurbasis van Atlético Madrid en Schalke 04 over. De Italiaanse topclub zwaaide onder meer Miralem Pjanic, Daniele Rugani, Blaise Matuidi en Gonzalo Higuaín uit.