voetbalzone

Juventus neemt dankzij gouden wissels voorschot op kwartfinale

Dominic Mostert22 feb 2017, 21:33
Laatst bijgewerkt: 22 feb 2017, 21:33
Advertentie

Juventus staat met anderhalf been in de kwartfinale van de Champions League. De ploeg van Massimiliano Allegri won woensdagavond met 0-2 van FC Porto, dankzij doelpunten van Marko Pjaca en Dani Alves in de tweede helft. De doelpuntenmakers stonden allebei koud in het veld, voor ze toesloegen. FC Porto speelde vanaf minuut 27 al met tien man, nadat Alex Telles twee gele kaarten kreeg in 74 seconden.

De eerste helft was voor Porto een kwestie van overleven, na de rode kaart van Telles. De linksback kreeg na 25 minuten zijn eerste prent voor een forse beuk richting Juan Cuadrado. Nog geen anderhalve minuut later leverde een venijnige charge op Stephan Lichtsteiner andermaal geel op. Uiteindelijk mocht Telles nog van geluk spreken dat die overtreding niet tot een directe rode kaart leidde. Tot dat moment was Juventus amper in staat om het overwicht uit te drukken in serieuze kansen. De eerste grote kans was halverwege de eerste helft, vlak voor de eerste kaart van Telles. Paulo Dybala was niet succesvol met zijn rechterbeen.

De rode kaart van Telles brak de wedstrijd open. Juventus kreeg meer ruimte op de vijandelijke helft en probeerde het via Sami Khedira, wiens schot rakelings naast zeilde. Iker Casillas pareerde een inzet van Gonzalo Higuaín in de korte hoek. De keeper haalde op slag van rust opgelucht adem, toen een streep van afstand van Paulo Dybala uiteenspatte op de paal. Porto stelde er niets tegenover, maar wist de eerste helft toch te overleven zonder tegendoelpunt. Os Dragões konden leunen op een sterke thuisbalans: slechts een van de laatste veertien thuiswedstrijden in de knock-outfase van de Champions League werd verloren.

voetbalzone

Toch zou het uiteindelijk misgaan tegen Juventus. De Oude Dame bleef in de tweede helft aanzetten en dacht al vroeg na de onderbreking te scoren, maar de treffer van Dybala werd wegens buitenspel afgekeurd. Héctor Herrera, die de voorkeur kreeg boven voormalig FC Twente-ster Jesús Corona, was aan de overzijde dichtbij met een kopbal. Die ging net naast het doel van Gianluigi Buffon. Het was een van de weinig mogelijkheden voor Porto. Na een uur volgde een grote kans voor Juventus: Khedira controleerde een afvallende bal en volleerde rakelings langs de paal.

Even daarna maakte Corona alsnog zijn opwachting. Het mocht niet baten, want Pjaca zorgde voor de 0-1. De Kroaat, kort in de ploeg als vervanger van Cuadrado, zette de aanval zelf op door Dybala te bedienen aan de rechterkant. Met wat mazzel kwam de bal via Porto-verdediger Miguel Layún weer terecht bij Pjaca, die doeltreffend uithaalde. Daarna was het de beurt aan Dani Alves. De net ingevallen back werd gevonden door Alex Sandro, nam de bal bij de tweede paal aan op de borst en schoot al vallend raak. Vier minuten voor tijd miste Khedira een enorme kans om een nog betere uitgangspositie te realiseren.