Jop van der Linden (28) stopt: ‘Ik wil met mijn zoontje kunnen voetballen’
Jop van der Linden zou met zijn 28 jaar normaal gesproken nog een aantal jaar moeten kunnen voetballen. Fysieke ongemakken hebben echter hun tol geëist bij de centrale verdediger, die in het verleden actief was bij clubs als Vitesse, Go Ahead Eagles, AZ en Willem II en voor het laatst bij het Australische Sydney FC onder contract stond. Van der Linden laat dan ook in gesprek met Voetbal International weten zijn conclusies te hebben getrokken.
“Het lichaam wil niet meer. Het is op”, vertelt hij aan het weekblad. De verdediger kreeg eind 2015, toen hij bij AZ speelde, last van spierklachten en uiteindelijk bleek het probleem bij zijn heupen te liggen: “In mei 2016 werd ik geopereerd aan mijn linkerheup, zes weken later was de andere kant aan de beurt. De ingrepen hielpen, al werd ik nooit meer de oude. Ik had bovendien kraakbeenschade. De dienstdoende arts vroeg destijds heel eerlijk: ‘Wil je nog wel door als professioneel voetballer? Het is een zwaar en moeilijk herstel.’”
Van der Linde ging echter door en trainde de spieren om zijn heupen heen extra goed om zo de veranderde belasting op te vangen. De verdediger slaagde er echter nooit meer in om klachtenvrij te voetballen: “Je bent op een gegeven moment vooral bezig om fit te blijven. Elke dag ben je in de weer om je heupen te onderhouden, op gang te komen. Dat kost zo ongelofelijk veel energie. Daar lijden vervolgens ook je prestaties onder”, vertelt hij over zijn laatste jaren in Tilburg en Sydney.
“Je bent ooit begonnen met voetballen omdat je het zo leuk vond. Ik kwam op een punt dat het vooral pijn deed. Dan moet je eerlijk zijn tegen jezelf.” Van der Linde heeft nu de knoop doorgehakt en een punt achter zijn profloopbaan gezet. Hij hoopt echter wel op een lager niveau door te kunnen voetballen en zou bovendien graag in de sportwereld actief blijven als bijvoorbeeld fitnesstrainer: “Uiteindelijk is er meer dan voetbal. Ik wil heel mijn leven blijven sporten. Ook wil ik op een dag met mijn zoontje kunnen voetballen. Ik had nu nog wel een paar jaar door kunnen gaan, maar wat had ik dan nog meer kapot gemaakt. Dit is het niet meer waard.”