‘Jongens als Justin Kluivert en Steven Bergwijn vinden het niet cool’
Het tempo in de Eredivisie ligt een stuk lager dan in de buitenlandse topcompetities en dat verschil is goed te merken aan de Nederlandse buitenspelers, merkt Arnold Bruggink in zijn column voor Voetbal International op. De oud-voetballer zat onlangs op de tribune bij een wedstrijd in de Bundesliga en was verbaasd over het hogere tempo van de wedstrijd in vergelijking met de Nederlandse competitie.
Volgens Bruggink gaat het er in de Bundesliga een stuk sneller aan toe. “Vergelijk dat eens met het voetbal in de Eredivisie en je ziet bijna een ander spel”, aldus de oud-middenvelder van onder meer PSV en Hannover 96. “Wie zijn hier nog de aanvallers die gebruikmaken van hun snelheid en keer op keer de diepte in sprinten? Jahanbakhsh, Lozano, Neres. De buitenlanders dus, bij hen zit het in de natuur. Los van hun doelpunten helpen zij hun elftallen enorm met die manier van spelen. Een tegenstander moet zich immers altijd instellen op spitsen die te pas en te onpas de diepte zoeken.”
In de Eredivisie zijn het volgens Bruggink vaak de Nederlandse middenvelders die de diepte zoeken. “Guus Til, Marco van Ginkel, Donny van de Beek; dat soort spelers. De spitsen die het eigenlijk moeiteloos zouden moeten kunnen, jongens als Justin Kluivert en Steven Bergwijn, vinden het niet cool.”