John Terry gebruikt Arjen Robben in bizarre verdediging van José Mourinho
Mohamed Salah en Kevin De Bruyne braken niet door bij Chelsea, maar volgens oud-verdediger John Terry ligt de schuld daarvoor niet bij José Mourinho, destijds de manager van the Blues en nu de eindverantwoordelijke bij Tottenham Hotspur. De huidige assistent-manager van Aston Villa verwijst naar Arjen Robben en Damien Duff als de reden dat Salah en De Bruyne niet doorbraken. Een enigszins vreemde stelling, want laatstgenoemde aanvallers speelden toen al niet meer voor Chelsea.
"Salah en De Bruyne waren erg getalenteerd, maar ook nog erg jong", zegt Terry bij Dubai Eye Radio over de smaakmakers van respectievelijk Liverpool en Manchester City. "Mourinho had echter geen tijd om ze in het elftal te passen en kon daarnaast ook Duff en Robben niet passeren omdat we met hen elke week wonnen en zijn reputatie als manager op het spel stond."
"Zoals ik al eerder heb gezegd, als je ook maar tien of twintig procent onder het niveau zit van Duff en Robben, die ieder seizoen twintig doelpunten maakten, dan heb je geen schijn van kans om door te breken. Dat is onmogelijk", voegt Terry daaraan toe. De mandekker van weleer vindt het knap dat Salah en De Bruyne via een omweg alsnog de top hebben bereikt. "Ze hebben laten zien dat ze daar goed genoeg voor zijn, maar dat was destijds bij Chelsea echter nog niet het geval."
Salah schopte het tot dertien duels namens de Londense club en na periodes bij Fiorentina en AS Roma tekende de aanvaller in 2017 bij Liverpool. De Bruyne kwam tot slechts drie competitiewedstrijden voor Chelsea, voordat hij richting VfL Wolfsburg vertrok. De Belgische middenvelder keerde in 2015 bij Manchester City terug in de Premier League. Duff verliet Chelsea al in 2006, terwijl Robben een jaar later overstapte naar Real Madrid.