‘Jeugdspelers vinden het allemaal vet, zetten de bril op en pakken controller’
De ontwikkelingen op technologisch gebied volgen elkaar ook in de voetballerij in rap tempo op. Voetbalzone gaat met regelmaat op bezoek bij bedrijven die met hun expertise een steentje bij proberen te dragen aan de voetbalsport. Eerder bezochten we onder meer SciSports die met hun algoritmen proberen toptalenten tijdig in kaart te brengen en BrainsFirst die assessments maken om voetbalintelligentie bij spelers te testen. Ditmaal strijkt Justus neer in het centrum Alkmaar bij Beyond Sports, een organisatie die met behulp van games in Virtual Reality spelers leren sneller de juiste keuzes te maken en coaches de mogelijkheid geven verschillende gezichtspunten aan te nemen. Vandaag het eerste deel van het tweedelige interview met directeur Sander Schouten waarin hij vertelt hoe het allemaal begon.
Sander, hoe kwam je op het idee wedstrijden in een VR-omgeving weer te geven?
“Het hele project is eigenlijk een uitvloeisel van een ander project. Iets meer dan vier jaar geleden, in de aanloop naar het WK in Brazilië, waren wij bij de KNVB voor een afspraak met Max Reckers die daar werkte als performance analist en assistent van toenmalig bondscoach Louis van Gaal. Wij waren daar namens het technologiebedrijf Triple IT om te praten over het gebruik van Google Glass. Het idee was die bril tijdens wedstrijden op de bank te gebruiken, zodat coaches situaties direct terug konden halen. Dat is er uiteindelijk nooit echt gekomen, mede door reglementen van de FIFA. Naast de Google Glass hadden we ook een eerste generatie Oculus Rift bij ons; een toen nog onbekend kickstartproject dat Triple IT steunde. Max, die altijd ver vooruitloopt op technologisch vlak, wilde die VR-bril graag eens proberen. Hij was er erg enthousiast over en niet veel later zaten we bij Van Gaal aan tafel.”
Wat kon je met die bril op dat moment?
“Het was een van de eerste versies en er zat alleen nog een animatiedemo van een rollercoaster bij. Ik weet nog goed dat Van Gaal meteen zei: ‘Er is niets dat mij doet gaan geloven dat ik niet gewoon achter mijn bureau hier in Zeist zit!’ Een paar minuten later was hij mans genoeg toe te geven dat het er allemaal heel realistisch uit zag, maar vroeg ook meteen: ‘Wat heb ik eraan?’ Op dat moment schoot daar in die kamer de gedachte door mijn hoofd deze nieuwe technologie te combineren met data van de locaties van spelers op het veld. Dit om te proberen een spelersoogpunt te creëren op echte wedstrijdsnelheid. Dat was een gedachte waar Van Gaal ook direct enthousiast van werd: eindelijk kunnen zien wat de spelers zien en daardoor beter kunnen begrijpen wat ze doen. Hij grapte nog: ‘Succes ermee en we zien het eindproduct over een paar weken wel tegemoet!’”
Maar dat was dus wel mooi de start van hele project?
“Ja, daar werd het zaadje gepland. Vanaf dat moment zijn we naast AR, Augmented Reality ons verder gaan verdiepen in VR, Virtual Reality en MR, Mixed Reality. Wij geloofden er meteen in en dachten: dit moet, dit moet, dit moet! Zelf had ik ondertussen echter een andere functie, maar tussen de drukte door kwamen we als team in een half jaar toch met een proof of concept. Max bleef regelmatig feedback geven en zijn kennis toevoegen totdat hij naar Brazilië vertrok voor het WK. Daarmee stuurde hij ons in de goede richting. Onder de vlag van Triple IT ontwikkelden we een werkbaar prototype en wisten we de tracking te koppelen aan een engine die alles vorm kon geven. Eerst naar stokpoppetjes, vervolgens naar humanoids en uiteindelijk naar spelers die lijken op karakters uit FIFA.”
Waar ben je het in de praktijk gaan testen?
“Bij Ajax mochten we de studies doen bij de jeugd; zij geloofden er meteen in en zagen de potentie. Om onze ideeën te onderbouwen zijn we samen met de neuro-afdeling van de Universiteit van Utrecht studies gaan doen en er papers over gaan schrijven. Bij Ajax ontmoette ik bewegingswetenschapper Nicolaas Westerhof die een grote interesse heeft in technologie en VR. Uiteindelijk heb ik hem overtuigd bij ons te komen werken en zijn we met het team stap voor stap gaan bouwen aan de producten die er nu staan. Ondertussen geloofden steeds meer cliënten in ons systeem en om deze groei in goede banen te leiden opereert ons bedrijf inmiddels zelfstandig onder de naam Beyond Sports.”
Was het lastig de handen op elkaar te krijgen voor je plannen?
“Je moet echt de bril opzetten voor je het snapt. Aan de verkoopkant merken we dat ook heel erg. We moeten echt naar partijen toe om ze zelf te laten kijken en het uit te leggen. Mensen die het concept niet kennen, kunnen aanvankelijk sceptisch zijn over het product dat wij bieden. Door ons verhaal uit te leggen en te combineren met een demo waarbij de bril wordt opgezet, zien wij vaak snel veranderingen in de houding van directies en oud-spelers. Dat blijft tof om mee te maken. Als de allergrootsten het serieus nemen en willen gebruiken, bereik je wat, want met een top tool die niet wordt gebruikt kom je nergens. We worden nergens weggestuurd en mogen overal binnenkomen, maar er zijn ook wel clubs die zeggen: dit is niets voor ons. Het andere uiterste is een club als TSG Hoffenheim. Die hebben een groot scherm aan het eind van het trainingsveld staan en daar leggen ze de training regelmatig even stil om te zien wat er fout gaat.”
Wie was jullie eerste betalende klant?
“AZ was de eerste die het ook echt geld waard vond. Toon Gerbrands en Earnest Stewart zagen direct de potentie. Versie 1.0 kwam zo’n twee à drie jaar geleden uit en werd daar vanaf het begin gebruikt. We krijgen iedere keer feedback en proberen die mee te nemen in de doorontwikkeling van ons product. Het mooie aan de voetballerij is dat mensen nog weleens van functie wisselen, zo introduceerde Gerbrands ons bij PSV waar we nu ook mee samenwerken. Stewart is inmiddels technisch directeur bij Philadelphia Union waar we waarschijnlijk ook wat gaan doen. Zo wordt onze cirkel steeds groter. Doordat clubs enthousiast waren en ermee gingen werken, konden we groeien en kregen meer slagkracht. Inmiddels werken we met zeventien man in Alkmaar en drie in Amerika. Het zijn voornamelijk tech-developers en het leuke is dat ze overal vandaan komen. Zo hebben we twee Portugezen en een Spanjaard in dienst die speciaal hiervoor naar Nederland zijn gekomen.”
Wat voor toepassingen bieden jullie?
“Op dit moment zijn de samenwerking met profclubs en het ontwikkelen van broadcasttoepassingen onze belangrijkste pijlers, maar we kijken constant naar nieuwe mogelijkheden. Voor voetbalclubs is het vooral relevant een wedstrijd op maandagmorgen na te beschouwen door de ogen van de spelers in het veld. Daarnaast bieden we trainingsprogramma’s aan. In eerste instantie focusten we op de eerste elftallen, maar we zien dat clubs het in de praktijk ook gebruiken voor training en begeleiding van de jeugd. Zij kunnen doormiddel van de oefenvormen al op jonge leeftijd op het niveau en snelheid van een eerste elftalspeler trainen. We doen alles op basis van echte data en kunnen bijvoorbeeld ook zien of iemand past in een bepaald systeem.”
Wat vinden voetballers er zelf van?
“Die zijn altijd wat sceptisch in het begin. Jeugdspelers vinden het allemaal vet en die hoef je weinig uit te leggen. Zij zetten de bril op, pakken de controllers en gaan aan de slag. Gearriveerde spelers denken vaak: moet dit nog? Maar als ze het eenmaal opzetten vinden ze het ook tof. Sommige spelers vragen zelf aan hun trainer of ze bepaalde momenten even terug mogen zien. Met de software worden spelers beter bewust van de voetballers die om hun heenlopen en gaan daardoor betere keuzes in het veld maken. Het mooie is dat jongens van dertien op het niveau van het eerste kunnen laten trainen zonder dat ze de fysieke arbeid hoeven te leveren. Daarmee kunnen we testen of een speler het inzicht heeft. Zo’n aspect is veel lastiger te trainen dan bijvoorbeeld kracht, dus dat is best wel een interessant gegeven voor trainers. Het is soms zelfs zo dat jeugdspelers beter presteren bij zo’n simulatie dan eerste elftalspelers. Dat zij bijvoorbeeld sneller de juiste keuze maken.”
Hoe snel zie je de progressie?
“Dat is altijd lastig te zeggen. Ik geloof in het creëren van een topsportomgeving en alles daarin telt voor een paar procent, en soms nog minder, mee. Al die dingen vergroten de kansen voor iemand doordat ze het maximale uit zichzelf kunnen halen. Het is leuk te zien dat jongens met wie we ooit zijn begonnen nu in het eerste van AZ spelen, maar dat toe schrijven aan onze tool gaat natuurlijk veel te ver. Het is goed dat de omgeving steeds verder ontwikkelt en verandert. Als je naar een Olympische sport als schaatsen kijkt, dan willen die atleten alles als eerste uitproberen omdat het misschien net dat ene kleine beetje kan helpen dat de doorslag geeft. Ik hoop dat we deze mindset ook steeds meer in de voetballerij zullen zien en dat coaches en spelers alle middelen gaan inzetten om maximaal te presteren.”