‘Je zit liever hier bij je familie, dan dat je in Turkije niet betaald krijgt'
Na afgelopen jaren voornamelijk in Turkije te hebben gespeeld, keerde Moestafa El Kabir afgelopen week terug in Zweden. De dertigjarige aanvaller, die eerder succesvolle periodes kende in het Scandinavische land, verbond zich voor de komende drie maanden aan Kalmar FF. “Als alles volgens plan was gegaan, was ik op dit moment niet teruggekeerd naar Zweden”, geeft El Kabir toe in gesprek met Voetbalzone.
Door Chris Meijer
El Kabir kwam in 2010 in Zweden terecht, nadat hij NEC verruilde voor Mjällby. De aanvaller stond vier jaar onder contract in Scandinavië, waar hij ook nog het shirt van BK Häcken droeg. In het voorjaar van 2018 keerde hij op huurbasis kort terug bij die club en nu staat hij voor zijn derde termijn in de Allsvenskan bij Kalmar FF, dat vorig jaar als tiende eindigde. Bij Röda bröder kende El Kabir technisch directeur Thomas Andersson Borstam nog van hun gezamenlijke tijd bij Mjällby, terwijl ook trainer Magnus Pehrsson geen onbekende voor hem is. “Daarmee weet ik dat alles rond het voetbal goed georganiseerd wordt. De trainer heeft een bepaalde filosofie, die me wel aanspreekt. Ze hebben een doelpuntenmaker nodig. Nou, hier ben ik”, zegt de aanvaller.
In een eerder stadium gaf El Kabir al eens te kennen dat hij graag wilde terugkeren in Zweden. Zijn vriendin is half-Zweeds, waardoor hij de nodige familie in het land heeft wonen. “Daarbij komt dat ik hier eerder goede ervaringen heb gehad. Om die reden denk ik dat het geen probleem is om het hier te laten zien. Ik heb altijd gezegd dat ik openstond voor een terugkeer naar Zweden. Maar los van dat was dit niet het moment dat ik terug zou keren. Dit was niet de keuze die ik op mijn dertigste had willen maken, ik was liever later teruggekeerd”, geeft El Kabir te kennen. Dat hij nu teruggekeerd is in Zweden, heeft alles te maken met zijn meest recente dienstverbanden in Turkije.
Na anderhalf jaar bij Antalyaspor onder contract te hebben gestaan, koos El Kabir afgelopen zomer voor Ankaragücü. In de hoofdstad van Turkije hoopte de aanvaller het voetbalgeluk te hervinden, nadat hij bij Antalyaspor te maken gehad met wanbetalingen en een daaruit voortvloeiende disciplinaire schorsing. Bij Ankaragücü ging El Kabir met zes doelpunten in veertien wedstrijden aanvankelijk goed van start, maar rond de jaarwisseling begonnen dezelfde problemen als in Antalya. “Ik heb er aardig wat ingeschoten, speelde goed en stond in de belangstelling van veel andere clubs. Op het moment dat de club daarachter komt en gebruik van de situatie wil maken, dan gaat het een soort van gevecht worden.”
“Dat heeft geresulteerd in dat ik geen wedstrijden meer speelde, geen salaris ontving en torenhoge boetes kreeg, die nergens op sloegen. Dat zijn methodes die daar gebruikt worden om me te intimideren. Dat laat me koud, ik weet dat dit soort dingen niet kunnen. Ik kom van de andere kant van Europa om te voetballen, ik doe mijn werk en daar wil ik voor betaald worden. Er zullen altijd mensen zijn die me een geldwolf noemen, omdat ik naar mijn geld vraag. Dat vind ik niet meer dan normaal, daar heb je een contract voor getekend”, stelt El Kabir. “Dan zit je ook nog eens met de familiesituatie, waardoor ik mijn pasgeboren dochtertje niet bij me kon hebben. Dan denk je: is dit het wel waard? Je zit liever thuis bij je familie, dan dat je in Turkije niet aan spelen toekomt en niet betaald krijgt.”
Begin maart bereikten Ankaragücü en El Kabir een overeenstemming over een ontbinding van zijn tot de zomer lopende contract. Veel keuze had hij op dat moment echter niet meer. “Alle markten, behalve de Amerikaanse en Scandinavische, waren gesloten. Voor mij was dit de juiste keuze om tot de zomer aan voetballen toe te komen. Ik had thuis kunnen uitzitten tot de zomer of hier aan mijn wedstrijden kunnen komen. Dan is de keuze makkelijk gemaakt voor mij. Financieel is het wat minder, maar het is hoe het is. Dit is een investering in mijn voetbalcarrière, want ik wil laten zien hoe goed ik kan voetballen.” El Kabir geeft aan dat hij Kalmar niet als zijn eindstation beschouwt. “Maar ik gooi geen deuren dicht, daarvoor heb ik al teveel meegemaakt in de voetballerij. Behalve Nederland, dan. Alles ligt aan mijn prestaties. Ik kan wel willen wat ik wil, maar als ik op het veld niet presteer, heb ik weinig te vertellen.”
Kalmar werkt deze zaterdag een oefenwedstrijd af tegen GIF Sundsvall, waarna later deze maand de competitie begint. Het contract van El Kabir bij de Zweedse club loopt tot 30 juni, wanneer het seizoen dertien wedstrijden oud zal zijn. “Het afbouwen zit er nog niet in, ik zit in de bloei van mijn leven en zou op mijn top moeten zitten. Ik wil er nog een zo groot mogelijk contract uitslepen en zo hoog mogelijk spelen, dat is mijn doel. Waar dat is, weet je nooit in de voetballerij. Ik zou nog steeds mijn carrière willen afsluiten in Zweden. We zijn het er als ouders wel over eens dat onze kinderen in Zweden naar school moeten gaan. Dan kan ik hier lekker afbouwen, mijn trainerspapieren halen. Dat zijn de vooruitzichten, maar daar wil ik voorlopig nog niet aan denken. Ik ben nog te jong, er zitten nog een aantal jaren tussen waarin genoeg moois kan gebeuren.”