‘Je moet je voorstellen dat de F-Side van Ajax een club begint: Ajax’29’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Orlando Giovanni van Wort, die op Cyprus bij Elia Lythrodontas zijn eerste avontuur als profvoetballer beleeft.
Door Chris Meijer
Terwijl in Nederland op een grauwe najaarsdag de regen met bakken uit de lucht komt, kijkt Van Wort uit het raam van zijn appartement in Lythrodontas. “Nee, regen heb ik hier nog amper gezien. Het regent één keer per maand echt hard en daarna is het klaar. Overdag schijnt het zonnetje nog wel, maar ’s nachts koelt het ook aardig af hier. Dat komt doordat we in de bergen zitten”, vertelt Van Wort vanuit het even ten zuiden van de Cypriotische hoofdstad Nicosia gelegen gehucht, aan de voet van berggebied Machairas. Het nog geen drieduizend zielen tellende Lythrodontas is niet bepaald de meest bruisende plek op Cyprus, maar de geboren Amsterdammer haalt zijn schouders op. “Natuurlijk was ik Amsterdam gewend, waar ik mijn familie en vrienden om me heen had. Ik lees veel boeken, kijk af en toe Netflix, YouTube of de Champions League op televisie. In het begin verveelde ik me af en toe wel, toen moest ik alles nog een beetje ontdekken. Ik ging best vaak naar Nicosia, nu is dat al een stuk minder. Al met al heb ik mijn plek wel aardig gevonden.”
Van Wort leeft op Cyprus het leven waarvan hij tot voor kort alleen maar kon dromen. De 21-jarige middenvelder speelde tot afgelopen zomer zijn hele voetballeven in de amateurs, van achtereenvolgens Pancratius, Legmeervogels en RODA’23. Een stage bij FC Dordrecht op zeventienjarige leeftijd deed bij hem, in zijn eigen woorden, een ‘belletje rinkelen’. “Voor die tijd was ik niet echt bezig met voetbal. Ik vond het leuk, speelde het in de buurt met vrienden. Maar ik trainde niet extra, wat andere jongens wel deden. Nadat ik van Pancratius naar Legmeervogels ging, mocht ik na een jaar al op stage naar FC Dordrecht. Ik was niet fit, die andere jongens waren veel verder dan ik. Maar voetballend kon ik prima mee, dus zo ver zat ik er niet van af.”
Een jaar geleden besloot Van Wort samen met begeleider Thanasi Ntinoudis extra te gaan trainen. Daarbuiten speelde hij alleen nog wel met RODA’23 in de tweede klasse van het zondagvoetbal en hij beaamt dat dit een podium was dat in Nederland weinig mogelijkheden bood. Via Ntinoudis kon Van Wort wel twee stages afwerken in België, bij KV Oostende en Lommel SK. “In januari had ik stage gelopen bij Lommel SK, het was eigenlijk de bedoeling dat ik daar zou terugkomen. Ze zijn alleen in de tussentijd overgenomen door de City Football Group en daardoor is bijna iedereen ontslagen, om een nieuw beleid met nieuwe mensen en nieuwe spelers te voeren.” De coronacrisis maakte de situatie voor Van Wort niet bepaald eenvoudiger, want vanaf maart kon hij niet meer in teamverband trainen of spelen.
Toch volgde in de zomer een nieuwe proefperiode, op Cyprus bij Aris Limassol. Na twee weken bij de op het tweede niveau uitkomende club, besloot hij naar de trainer te stappen. Hij had voor zijn gevoel een goede indruk achtergelaten en liet zich met een doelpunt zien in een oefenwedstrijd tegen zijn huidige werkgever Elia Lythrodontas, maar hij wilde ‘ook niet voor behanger spelen’. ‘We zijn tevreden over je, maar we weten niet of je veel aan spelen toekomt’, luidde het antwoord van de trainer van Aris Limassol. Zijn selectie bevatte alleen al negen middenvelders en op zijn leeftijd achtte Van Wort het belangrijk om aan spelen toe te komen. Maar hij had wel een goede band met de trainer van Elia Lythrodontas, dat een niveau lager actief is. “Zij vonden mij opvallen in die oefenwedstrijd. Het sprak me wel aan, ik heb één keer meegetraind en ben uiteindelijk gebleven. Ik kreeg een kans om profvoetballer te worden en die heb ik met beide handen aangegrepen. Ik had net mijn diploma gehaald en wist nog niet wat ik wilde: verder studeren of gaan werken. Mijn moeder wilde dat ik naar het hbo ging, maar ik wilde dit graag. Je kan niet tegen je ouders zeggen dat je gaat voetballen, terwijl je in de tweede klasse speelt. Dan zeggen je ouders ook dat je gewoon moet gaan werken of studeren. In dat opzicht kwam deze kans uit het niets.”
“Dat het op het derde niveau van Cyprus was, maakte me niets uit. Daar heb ik niet over nagedacht. Ik kan me ontwikkelen door iedere dag te trainen. Verder zijn het land en het weer oké, ik krijg een huis, eten en een prima salaris. Er zit een kans in dat ik hogerop kan. Alles bij elkaar heeft me dat doen besluiten hier te blijven. Ik zou gek zijn als ik niet had gedaan. Dan had ik er spijt van gekregen over een aantal jaar, denk ik. Ik snap best dat niet iedereen dit zou doen, dat wel. Maar het leven is kort. De eerste dag dat ik op Cyprus was, is een oud-teamgenoot van Legmeervogels overleden op zijn negentiende. Ik bedoel maar: je kan beter je kansen grijpen voordat het te laat is”, gaat Van Wort verder. Zijn eerste weken op Cyprus verliepen niet altijd even gemakkelijk. “Het was iedere dag minimaal 35 graden. Bloedheet, niet normaal. In het begin was het erg wennen. Aan de structuur, alles is hier anders dan ik gewend was in Nederland.”
De structuur? Waar zit dat in?
“Kijk, mijn moeder is Colombiaans. Dus ik kende vanuit Colombia of Spanje wel ‘mañana mañana’, dat betekent dat het morgen komt en dat is vaak ook wel het geval. Als hier iemand morgen tegen je zegt, kan je er bijna van uitgaan dat het volgende week wordt. De mensen zijn hier wat... Tja, ik weet niet hoe ik het moet uitleggen. Maar het is niet met iedereen makkelijk om afspraken te maken.”
Hoe merk je dat concreet?
“Met uitbetalen zijn ze niet op tijd, bijvoorbeeld. Ik heb het nog geen enkele keer op tijd gekregen. Het komt wel, maar ik weet dat het steevast een week later komt. Ik wil het liefst ook niet vragen om mijn geld. Dan vraag ik het na bij de jongens uit mijn team en die vertellen dan dat de president heeft gezegd dat het een week later komt. In Nederland ben je gewend dat het op de eerste of laatste vrijdag van de maand komt, dat is hier nu eenmaal niet zo strak. Ik heb hier ook al de trainer na twee wedstrijden ontslagen zien worden.”
Stond hij al na de eerste nederlaag op straat?
“Nee, na de tweede. Een teamgenoot, die bij bijvoorbeeld Omonia Nicosia heeft gespeeld en mij een beetje begeleidt, is goed met de president en hij vertelde me na de eerste nederlaag al dat er een plan was om de trainer te vervangen. Uiteindelijk heeft hij het vier wedstrijden volgehouden, na de tweede nederlaag ging hij eruit. Het was gek hoe dat ging. We kwamen op maandag aan voor de training en sommige jongens hadden het al gehoord. In de kleedkamer van de trainer kregen we te horen dat hij zou vertrekken, al moest alles voor mij nog vertaald worden. Hij gaf iedereen een hand en ging weg. Heel gek. Voor mij is het sowieso nieuw, want ik had het in Nederland nog nooit meegemaakt.”
Maar de trainingen beginnen niet te laat en de bus vertrekt wel gewoon op tijd?
“Haha, ja, gelukkig wel. Alles is verder prima geregeld. Er zitten goede teams tussen en er lopen hier jongens rond die in de top van het Cypriotische voetbal hebben gespeeld. Bij APOEL, Apollon Limassol, Omonia Nicosia. Omonia is nu wat Ajax is in Nederland. In de competitie spelen we trouwens tegen een club die is opgericht door de fanatieke aanhang van Omonia. Je moet je voorstellen dat de F-Side van Ajax een club begint en dat heet dan Ajax’29. Die supporters komen naar iedere wedstrijd: zingen, vlaggen, fakkels. Het was wel gek om mee te maken dat ze zo fanatiek waren, ze bleven de hele wedstrijd zingen.”
Zijn de supporters van Elia Lythrodontas ook een beetje fanatiek?
“Heel fanatiek. Toen er nog supporters mochten komen, zaten er bijna duizend mensen op de tribune. Het gekste dat ik heb meegemaakt, was de laatste wedstrijd van de vorige trainer. We stonden met 1-0 achter door een penalty, die gegeven werd na een handsbal. De scheids gaf ‘m, het had niet gehoeven. Maar oké. In de blessuretijd maakten zij opzichtig hands in het strafschopgebied. Écht opzichtig. De scheidsrechter gaf ‘m niet. Ik hoorde het al een beetje op de tribune, maar na het laatste fluitsignaal stormden er allemaal mensen het veld op. De scheidsrechter rende naar binnen en sloot zich op in zijn kleedkamer, waarna de politie moest komen. Ze sloegen gewoon het ruitje van zijn kleedkamerdeur kapot, het was he-le-maal gek. Die scheidsrechter heeft daar best lang gezeten en de politie heeft voor de deur gestaan tot de boel een beetje bekoeld was.”
“Ik heb ook meegemaakt dat er tijdens de wedstrijd vechtpartijen waren op de tribune. Bleek dat achteraf een fan van de tegenstander had geroepen: ‘Jammer jongens, kom op! De volgende kans gaat erin’. Tegen zijn eigen ploeg, hè. Dat mag dus niet als je op hun tribune zit, dan wordt er gevochten. Volwassen mannen met kinderen. Niet normaal”, vervolgt Van Wort lachend. Hij is voorlopig, los van één wedstrijd, basisspeler bij Elia Lythrodontas, al lag de competitie afgelopen tijd ook even stil doordat teams uit kustplaatsen Pafos en Limassol vanwege een lockdown niet konden spelen of trainen. In de korte tijd heeft Van Wort al wel de aandacht getrokken, in ieder geval van een team dat bovenin meedoet op het derde niveau. “Ik zie wel waar het schip strandt, maar ik denk dat ik wel naar het tweede niveau kan als ik zo doorga. Mijn ervaren ploeggenoten benadrukken ook dat het wel goed komt als ik zo blijf doorgaan. Als ik kijk hoe mijn leven een paar jaar geleden was en nu, heb ik niks te klagen en had ik dit allemaal al niet direct verwacht.”