Italië ontsnapt tegen Oostenrijk en vestigt nieuw wereldrecord
Italië heeft zich zaterdagavond geplaatst voor de kwartfinale van het EK. De ploeg van bondscoach Roberto Mancini kwam in de reguliere speeltijd niet voorbij Oostenrijk, maar trok de wedstrijd in een spannende verlenging naar zich toe: 2-1. Invallers Federico Chiesa en Matteo Pessina groeiden uit tot de helden van Italië. Het doelpunt van Oostenrijk was voor Italië het eerste tegendoelpunt in 1168 minuten, een wereldrecord voor landenteams. Bovendien is het land al 31 keer op rij ongeslagen, een verbetering van het eigen record uit de periode tussen 1935 en 1939. In de kwartfinale treedt la Squadra Azzurra vrijdag aan tegen de winnaar van de achtste finale tussen België en Portugal.
Mancini gaf in de laatste groepswedstrijd tegen Wales (1-0 zege) de nodige spelers rust, daar Italië al was gekwalificeerd voor de achtste finale. De opstelling tegen Oostenrijk kende dan ook de nodige wijzigingen: zeven spelers maakten hun entree. Ten opzichte van het tweede groepsduel met Zwitserland (3-0 zege) waren er twee nieuwe basisklanten. Op het middenveld kreeg Marco Verratti de voorkeur boven Manuel Locatelli, ondanks diens dubbelslag in de tweede groepswedstrijd tegen Zwitserland, en in de defensie werd de geblesseerde Giorgio Chiellini vervangen door Francesco Acerbi.
Italië zette Oostenrijk in de eerste helft onder druk. In de zeventiende minuut legde de opgestoomde linksback Leonardo Spinazzola de bal klaar voor Nicolò Barella, die vanaf de rand van het strafschopgebied een leep schot afvuurde met de buitenkant van de voet; keeper Daniel Bachmann stak op tijd zijn been uit. Spinazzola was zelf in de tiende minuut al verantwoordelijk geweest voor de eerste serieuze doelpoging. Namens Oostenrijk schoot Marko Arnautovic in een counter over het doel van Gianluigi Donnarumma, maar het was een zeldzame uitbraak. Over het geheel domineerde Italië de wedstrijd.
Ciro Immobile zorgde na 31 minuten voor het gevaarlijkste moment van het EK, toen hij tot verbazing van Oostenrijk van aanzienlijke afstand uit de draai tegen de linkerkruising schoot. Twee minuten voor de pauze werd een schot van Spinazzola in de korte hoek gekeerd door Bachmann. Na de pauze deed Oostenrijk echter niet meer onder voor Italië. Het aantal serieuze kansen was erg beperkt, maar na 65 minuten dacht Oostenrijk op voorsprong te komen. Arnautovic kopte van dichtbij binnen toen hij bij de tweede paal werd bediend door David Alaba, maar na inmenging van de VAR werd het doelpunt afgekeurd wegens buitenspel.
Het restant van de reguliere speeltijd leverde geen grote kansen op en uiteindelijk bleek een verlenging noodzakelijk. In de vijfde minuut daarvan brak Italië de wedstrijd open. Invaller Federico Chiesa werd door Spinazzola bediend in het strafschopgebied bij de tweede paal, passeerde Konrad Laimer met een handige balaanraking en rondde overtuigend af in de linkerhoek. Een vrije trap van Lorenzo Insigne van grote afstand werd door Bachmann uit de bovenhoek getikt, maar Matteo Pessina leek het duel te beslissen door op aangeven van Acerbi van dichtbij voor de 2-0 te zorgen. Oostenrijk gaf zich echter niet gewonnen en begon voortvarend aan de tweede helft van de verlenging.
Een poeier van Louis Schaub dwong Gianluigi Donnarumma om laag naar de hoek te duiken, waarna Marcel Sabitzer een goede schietkans van dichtbij om zeep hielp en ook in de rebound onzuiver was. Maar in minuut 114 bracht Oostenrijk de spanning toe. Invaller Sasa Kalajdzic dook na een corner van Schaub richting de grond en kopte raak bij de eerste paal. Hij bezorgde Italië het eerste tegendoelpunt in 1168 minuten, een wereldrecord; het oude record stond op naam van het Italië van Dino Zoff (1142 minuten tussen 1972 en 1974). Oostenrijk lanceerde met nieuwe moed een slotoffensief in de jacht op de gelijkmaker. De groepsgenoot van het Nederlands elftal had te weinig tijd, maar heeft met het bereiken van de achtste finale wel het beste resultaat ooit op een EK neergezet.