Italië maakt weinig indruk drie dagen voor ontmoeting met Oranje
Italië heeft weinig indruk gemaakt drie dagen voor het Nations League-treffen met het Nederlands elftal. De formatie van bondscoach Roberto Mancini kwam vrijdagavond in het Stadio Artemio Franchi in Florence tegen Bosnië en Herzegovina niet verder dan een remise: 1-1. Oranje won tegelijkertijd met 1-0 van Polen en is zodoende na één speelronde koploper in Groep 1 van Divisie A van de Nations League. Maandagavond staan Nederland en Italië in Amsterdam tegenover elkaar.
Italië moest het stellen zonder onder anderen Marco Verratti, Sandro Tonali, Federico Bernardeschi, Alessandro Bastoni en Alessio Romagnoli, terwijl Jorginho slechts fit genoeg was voor een plekje op de reservebank. Het elftal van Mancini domineerde de eerste helft, maar slaagde er voor rust niet in een opening te vinden in de hechte defensie van Bosnië. Federico Chiesa schoot in de twaalfde minuut in het zijnet, terwijl een vrije trap van Lorenzo Insigne rakelings over zeilde.
Bosnië stelde daar in de eerste helft niets tegenover, maar was kort na rust wel plots dicht bij een doelpunt. Armin Hodzic beproefde zijn geluk uit een lastige hoek, maar de paal redde Italië. Even later schoot het houtwerk Bosnië te hulp na een kopbal van Insigne. De tweede helft begon zo aantrekkelijk en leverde na een klein uur voetballen ook een doelpunt op. Edin Dzeko kreeg de bal uit een hoekschop voor de voeten, waarna de spits van AS Roma Bosnië van dichtbij op voorsprong schoot: 0-1.
Bosnië kon echter maar kort genieten van de voorsprong, want Stefano Sensi zorgde halverwege het tweede bedrijf alweer voor de gelijkmaker. De controlerende middenvelder werd op de rand van het strafschopgebied in stelling gebracht door Insigne, waarna zijn schot via een verdediger van Bosnië in het doel belandde: 1-1. In het restant kregen beide landen kansen op meer, maar Gianluigi Donnarumma en Ibrahim Sehic voorkwamen met goed keeperswerk aan wederzijden dat het scorebord nog in beweging kwam.