Italië dankzij goals van 'enfant terribles' door naar kwartfinale
De droom van Italië om voor het eerst sinds 1968 Europees kampioen te worden, is nog altijd in leven. De ploeg van Cesare Prandelli won in Poznán met 2-0 van Ierland en bij de andere wedstrijd won Spanje in de slotminuut van Kroatië met het kleinst mogelijke verschil (0-1). Spanje besluit Groep C op zeven punten en treft als groepswinnaar de nummer twee van Groep D; Italië eindigt op vijf punten en neemt het in de volgende ronde dus op tegen de winnaar van deze groep.
De zege op Ierland was verdiend. Italië had al in de beginfase, weinig verrassend, de overhand. Behoudens een afzwaaier van Antonio Di Natale, die de voorkeur kreeg boven de ook nog lichtgeblesseerde Mario Balotelli, kwamen i Azzurri niet. De voorwaartsen konden moeilijk worden bereikt en de Ieren, die hoopten op snelle uitbraken via onder anderen Aiden McGeady, gaven niets prijs. Na een halfuur ontbrandde de wedstrijd in Stadion Miejski. Na een knappe solo zette Federico Balzaretti voor op Di Natale, die uit de draai tegen de arm van Sean St. Ledger schoot. Van opzet was echter geen sprake en dus wuifde Cüneyt Cakir de Italiaanse smeekbedes weg.
Di Natale was even later opnieuw dichtbij, toen hij doelman Shay Given passeerde, maar zijn inzet uit een scherpe hoek van de lijn zag worden gehaald. Prandelli werd wat onrustig, maar tien minuten voor tijd nam zijn ploeg alsnog de voorsprong. Antonio Cassano kopte de bal uit een hoekschop via Given en de lat dertig centimeter achter de lijn, alvorens een Ier de bal wegwerkte; de goal werd toegekend. Cassano werd daarmee all-time topscorer van Italië op een EK met drie treffers.
De laatste keer dat Italië een wedstrijd verloor waarin het bij rust op voorsprong stond, was in 2002. Ondanks de minimale marge leek niets een zege voor Italië dan ook in de weg te kunnen staan. Cassano's schot werd geblokt en Daniele De Rossi krulde even later de bal naast de kruising. Hierna stuitte Di Natale in de korte hoek op Given en vervolgens verstomde de Italiaanse dadendrang en kwamen de Ieren steeds beter in de wedstrijd. Giorgio Chiellini moest ook nog geblesseerd van het veld af. Ierland werd ook niet echt gevaarlijk, maar kreeg mede door de vele hoekschoppen meer geloof in eigen kunnen.
Italië werd in het laatste kwartier zelfs op eigen helft teruggedrongen en Keith Andrews (die in de slotfase van de wedstrijd nog zijn tweede gele kaart zou krijgen en dus het einde niet haalde) pegelde een vrije trap op de vuisten van Gianluigi Buffon. De Ieren werden sterker en sterker en de zenuwen namen toe in het Italiaanse kamp. Met Mario Balotelli in de ploeg liep Italië echter uiteindelijk uit naar de 2-0. De invaller volleerde een hoekschop op kunstige wijze achter Given en juichte niet. Na het verlossende signaal uit Wroclaw, waar het dus niet gelijk eindigde, hief hij wel de armen in de lucht en wist men bij Italië het zeker: de ploeg van Prandelli gaat door naar de kwartfinale op dit EK.