‘In 2010 lachten ze nog, maar ik hoop dat Vitesse een topclub wordt’
Van het leger aan nieuwelingen dat Merab Jordania in 2010 met zich meebracht naar Vitesse, is alleen Guram Kashia overgebleven. De aanvoerder weet nog dat er destijds werd gelachen om de ambities van de club, maar merkt tegelijkertijd dat Vitesse wel degelijk grote stappen heeft gezet. In april leidde dat tot het winnen van de KNVB Beker, de eerste hoofdprijs in de geschiedenis van de Arnhemmers.
Door de bekerwinst mag Vitesse na vijftien jaar weer deelnemen aan een Europees hoofdtoernooi; donderdag wacht de eerste wedstrijd tegen Lazio. "Chelsea boys. Vreemdelingenlegioen", typeert Kashia het imago van Vitesse rond zijn komst. "Gelach toen ik in 2010 mijn eerste contract tekende, gelach toen ik later zei dat ik geloofde dat deze club prijzen kon winnen." De status van Vitesse is inmiddels veranderd. "We zijn echt een decent club in Europa geworden. Geen lachertje meer."
"Toen ik hier mijn eerste contract tekende, zat onze kleedkamer in een soort oude boerderij waar je met vier teams in één ruimte werd gepropt en blij was als er warm water uit de kraan kwam. En nu is alles aanwezig", vervolgt Kashia tegenover Voetbal International. De accommodatie is volgens hem van Europees topniveau. Hij zou ieder talent aanraden naar Vitesse te gaan. "En de organisatie ontwikkelt zich nog steeds op sportief en zakelijk gebied. Als die trend zich voortzet, kan Vitesse echt big things bereiken. Topclub in Nederland worden? Dat hoop ik wel op den duur."