'In Enschede woonde ik tussen de koeien, in Milaan was ik niet te remmen'

Gedurende zijn periode in Nederland stond hij te boek als absoluut toptalent. Niet voor niets haalde Internazionale Marko Arnautovic in de zomer van 2009 weg bij FC Twente, de club waar de Oostenrijker zijn doorbraak in het profvoetbal beleefde. Eenmaal in Milaan liep het echter mis, en het is nog steeds wachten op het moment dat de inmiddels 26-jarige spits zijn grote belofte inlost.

In een uitgebreid interview met het Oostenrijkse Kurier vertelt Arnautovic openhartig over zijn jongere jaren als profvoetballer. Hij geeft daarbij ruiterlijk toe dat hij vele misstappen heeft begaan. “Ik heb me lang met andere zaken dan voetbal beziggehouden. Dat was een fout”, zegt de aanvaller, die tegenwoordig onder contract staat bij Stoke City.

In Milaan leerde hij de geneugten van het leven als profvoetballer voor het eerst écht kennen. “In Enschede woonde ik vlak naast een weiland waar koeien stonden te grazen. En dan land je ineens in Milaan, met de Fashionweek, de toprestaurants, topclubs en alleen maar prachtige vrouwen. Ik was toen negentien en had geen vriendin. Ik dacht: ik ben hier nu, dan ga ik ervan genieten ook. Nou, dat is gelukt”, lacht hij.

Ondanks de aanwezigheid van zijn broer in Milaan was de jonge Arnautovic niet te stoppen. “En ook mijn vader had geen invloed op me. Ik was op avontuur en kon niet worden afgeremd. Na een half jaar realiseerde ik me dat er ook gepresteerd moest worden op het veld. Toen ben ik goed gaan trainen. José Mourinho (toenmalig coach van Inter, red.) maakte een afspraak met me, maar vertrok vervolgens naar Real Madrid.”

De Portugees en familie bleken uiteindelijk Arnautovic’ ‘redding’. Inmiddels heeft hij door waar het om draait. “Natuurlijk wil ik nog steeds plezier maken, maar rare uitspattingen heb ik zelden meer. Ik train en rijd dan meteen terug naar mijn huis in Manchester. Ik wil nog iets bereiken. Het is mijn doel om bij een topclub terecht te komen. En dat lukt niet als ik altijd maar de grapjas uit blijf hangen.”