voetbalzone

‘In de kantine was er kebab en won onze rechtsbuiten de Turkse versie van Idols’

Gijs Freriks06 nov 2017, 22:35
Laatst bijgewerkt: 06 nov 2017, 22:35
Advertentie

SYDNEY - Vitas Males (36) droomde van een carrière als profvoetballer, maar was in eigen woorden een ‘gemankeerde keeper’. Hij speelde voor SV Blerick en RNK Split en beleefde nog een paar kortstondige en mislukte avonturen en stages bij bvo's in binnen- en buitenland. “Ik heb leuke dingen meegemaakt als speler, maar toen ik 22 jaar was, dacht ik: als ik niet goed genoeg ben om mijn brood hiermee te verdienen, is het dan een slim idee om door te gaan?” De vraag stellen was hem beantwoorden. Males stopte en belandde in de toeristische sector van Ibiza, maar keerde later terug in de voetballerij. Een monoloog over onder meer wildwesttaferelen in Roemenië, Kroatische corruptie, het ‘Ajax van Australië’ en de revolutionaire keeperstraining van Tottenham Hotspur.

Door Gijs Freriks

Ibiza
"Ik heb altijd al een link met het voetbal gehad. Ik ben bij Blerick begonnen en heb ook nog een paar maanden bij NEC mee gehobbeld. Ik heb een paar vriendschappelijke wedstrijden bij die club gespeeld, maar werd nooit voor vol aangenomen omdat ik niet goed genoeg was. Zo eerlijk moet je zijn. In de vakanties gingen we altijd terug naar Kroatië en in de voorbereiding op een nieuw seizoen trainde ik daarom mee bij Hajduk Split en ook heb ik nog even rondgelopen bij RNK Split, een kleiner clubje. Op de een of andere manier kwam ik in Kroatië sportief gezien meer tot mijn recht dan in Nederland.”

“Ik heb vervolgens stagegelopen bij andere clubs en heb ook nog een seizoen bij Türkiyemspor gespeeld. Daar gebeurden aparte toestanden; zo kreeg je in de kantine geen frikandellen, maar kebab en won onze rechtsbuiten Ozan Koçer de Turkse versie van Idols. Toen ik 22 jaar was, dacht ik: als ik niet goed genoeg ben om mijn brood hiermee te verdienen, is het dan een slim idee om door te gaan? Zo ben ik op relatief jonge leeftijd al in het buitenland beland. Ik runde een bedrijf op Ibiza (Vitas Ibiza, red.) dat een soort vakantieprovider was. We begonnen luxevakanties aan te bieden en regelden bijvoorbeeld privéjets en bodyguards voor mensen die daar behoefte aan hadden. Veel voetballers maakten daar gebruik van. Je hoort met name de laatste twee, drie jaar over spelers die reizen in privéjets en dergelijke, maar wij begonnen er op Ibiza tien jaar geleden al mee.”

“Je weet wel wat voor volk afkomt op dat soort luxevakanties: de rijkelui, en veel voetbalmensen dus. Die personen werden voor zo’n vakantie afhankelijk van mij en zo leer je ‘Pietje en Puk’ wel een beetje kennen, bijvoorbeeld spelers van Chelsea en ook Aad de Mos. Ik heb met hem een paar keer een kop koffie gedronken. Hij gaf mij zijn visies en tips mee en die lopen als een rode draad door mijn carrière. In die periode maakte ik ook kennis met Dejan Joksimovic, een beetje de Jorge Mendes van de twintigste eeuw. Hij regelde de transfers van Branislav Ivanovic en Nemanja Vidic naar Engeland en ik heb altijd positief contact met hem onderhouden. Omdat ik een goed netwerk heb in Kroatië en Oost-Europa en het soms moeilijk zakendoen is met clubs uit die contreien, vroeg hij weleens naar spelers en via hem kwam ik weer in contact met Wessel Weezenberg, de agent van Jordy Clasie. Net als Joksimovic vroeg hij weleens of ik wat kon vertellen over spelers en daardoor rolde ik een beetje de voetbalmakelaardij in, maar ik kwam er al gauw achter dat dat niets voor mij was. Het trok mij niet.”



NEC
“Aan mijn tijd bij NEC had ik een goed en warm contact overgehouden aan Wim Rip, toen mijn jeugdtrainer. Hij vroeg: ‘als Kroatië bij de Europese Unie komt, is het misschien interessant om wat scoutingwerk voor ons te doen, om een extra netwerk te creëren voor de club’. Ik was toevallig in Nederland en ging het gesprek aan met Wim en technisch directeur Carlos Aalbers. Ik had kennelijk een goed verhaal en zo begon ik te scouten in Kroatië en Oost-Europa. Ik hield voor Aalbers en hoofdscout Henk Grim spelers in de gaten, maakte scoutingsrapporten, stuurde namen door, bezocht wedstrijden en zocht uit welke agenten bij welke spelers betrokken waren, dat werk. Kroatië kwam in 2013 bij de EU, maar voetballers kostten in die periode nog altijd minimaal circa 488.000 euro aan salaris (spelers van buiten de EU dienden minimaal anderhalf keer het gemiddelde eredivisiesalaris te verdienen om in aanmerking te komen voor een werkvergunning in Nederland, red.). Er was financieel ook niet veel mogelijk bij NEC, dus dan houdt het op. Na een jaar was het afgelopen.”

“In de voetballerij kan het gewoon snel gaan. Op een gegeven moment moesten mensen om onduidelijke redenen het schip ruimen, onder wie Aalbers. Ik dacht: ‘als Carlos er niet meer is, dan is het ook voor mij voorbij’. Hetzelfde jaar is de club gedegradeerd en liep alles in de soep. Dat was mijn eerste ervaring in de voetballerij sinds ik was gestopt als voetballer. Ik wilde zelf ook niet bij NEC blijven. Ik zag het als een relatie met Carlos. Als iemand je intrigeert en je hebt een goed gevoel bij iemand, dan is er sprake van wederzijds respect. Als iemand zelf besluit om te vertrekken vanwege familiaire redenen of een betere aanbieding elders, dan snap ik dat wel, maar als iemand weg móet met wie je een goede werkrelatie hebt en er opeens andere krachten gaan spelen binnen een club, dan ben ik er ook klaar mee. Voor het financiële hoefde ik het bovendien niet te doen bij NEC.”

voetbalzone

Roemenië
“Ik had in Roemenië een wedstrijd gezien tussen Universitatea Cluj en Vaslui, omdat een goede vriend van mij (Lukasz Szukala, red.) meespeelde. Ik ontmoette de sportief directeur van Cluj, Marius Nicolae. Die gast was op zijn 26e al directeur, een heel capabele jongeman die wist wat hij deed. We maakten een praatje, sms’ten nog twee keer met elkaar, maar gingen daarna ieder onze eigen weg. Het contact verwaterde. Szukala maakte later de overstap naar Petrolul Ploiesti en wilde mij voorstellen aan Nicolae, die daar directeur was geworden. Maar ik kende hem dus al! Hij had iemand nodig die de scouting voor hem kon doen en zo raakten we weer aan de praat. Het klikte meteen, het voelde goed. Petrolul had een prachtig stadion, maar voor de rest is het in Oost-Europa allemaal minder gestructureerd en georganiseerd dan in Engeland, Nederland of Duitsland (…) Opeens mocht ik mezelf hoofdscout noemen en mocht ik fulltime scouten voor Marius en Petrolul. Het was een leuke tijd: wedstrijden kijken, profielen doorsturen, meer doe je in principe niet. Dat is alles wat scouten behelst.”

“Je kijkt wat voor persoon iemand is, wat voor karakter een speler heeft, brengt lijsten aan van spelers die de club zouden kunnen versterken, enzovoort. Daardoor zijn er ook een paar Nederlanders bij Petrolul terechtgekomen: Gevaro Nepomuceno en Patrick N’Koyi. Zij deden het goed in de Jupiler League. Als iemand er in de Jupiler League tien of vijftien inschiet, dan ben je voor een Petrolul interessant. Maar goed: Petrolul haalde nog een paar jongens uit de tweede afdeling van Frankrijk en die deden het gewoon beter dan de jongens uit Nederland. Waarschijnlijk doordat het niveau in Frankrijk hoger ligt dan in Nederland. Het was een leuke tijd waarin we de beker wonnen en Vitesse uitschakelden, maar het kan ook in Roemenië snel gaan. Er waren twee eigenaren die in de financiële problemen kwamen, er was sprake van belangenverstrengeling binnen het bestuur, er werden mensen ontslagen en vorig jaar is Petrolul failliet gegaan. Weet je wat het is? De dagelijkse gang van zaken in Roemenië, eigenlijk in het gehele Oostblok, gaat vaak nergens over.”

“Als je het hebt over een voorzitter van een club, dan denk je bijvoorbeeld aan mensen als Joop Munsterman en Dirk Scheringa, hoewel ik dan misschien nog de verkeerde namen noem. Maar er is in ieder geval een duidelijke hiërarchie en structuur, maar dat kennen ze in het Oostblok niet. Iedereen doet maar wat en mensen zitten op posities waar ze niet horen te zitten. Als je ook kijkt naar de scouting: in Nederland wordt iedere speler compleet doorgelicht, wordt erover vergaderd, wordt er geluisterd naar voor- en tegenstanders, vervolgens wordt de speler nog een paar keer bekeken en dan wordt er gestemd. In Roemenië gaat het er heel anders aan toe. Daar is het heel simpel: als de eigenaar nee zegt, is het nee. Als hij op YouTube een goede speler ziet, dan wordt-ie gewoon gehaald. Zoiets gebeurt niet snel in Nederland, dat soort dingen gebeurt in landen als Roemenië en Bulgarije. Het is een beetje het Wilde Westen. Men leeft er van dag tot dag, vandaar dat clubs ook bij bosjes omvallen. De ene dag ben je als club kampioen en de volgende dag ben je verdwenen.”

voetbalzone

China
“Ik kijk op mijn telefoon en zie +86 op het beeldscherm staan. Ik denk: wat is dit voor scammer? Ik hoor ‘ni hao’ en een lach. Het was Marius weer, Marius Nicolae. Hij was naar Guangzhou R&F gegaan met Cosmin Contra, oud-speler van AC Milan en Atlético Madrid. R&F is een grote bouwonderneming en staat voor ‘Rich and Force’. Ze wilden de concurrentie aangaan met Guangzhou Evergrande. Ze vroegen of ik kon helpen met het opzetten van een hele medische afdeling, want ze hadden eigenlijk nog niets. Ze hadden een dokter nodig, medische apparatuur, enzovoort. Daarnaast organiseerde ik trainingskampen in Australië en Turkije, analyseerde ik tegenstanders en deed ik scoutingwerkzaamheden. Ik was eigenlijk een soort facilitator. Het begon allemaal net een beetje te lopen toen de coach eruit werd gejast. En ook de rest moest vertrekken.”

“In China gaat het zo: een trainer kan twee miljoen euro betaald krijgen en mag dan ook een eigen staf meenemen. De club geeft jou dan bijvoorbeeld vijf ton voor je staf en of je nu vier of tien mensen wil meenemen, dat moet je zelf weten. Maar die moet je wel allemaal betalen van die vijf ton. Zo zit het in elkaar. Een masseur krijgt bijvoorbeeld 30.000 euro per jaar, de assistent een ton, de keeperstrainer 70.000 euro, enzovoort. Ik ben nooit vast onderdeel geweest van die staf van Contra, maar toen hij en Marius weg moesten, had ik ook zoiets van: flikker maar op. Het werd ook steeds moeilijker om je geld te krijgen. Dan voel je: ook ik ben hier klaar. Ik was toch door Contra en Marius binnengehaald, was onderdeel van hun ‘kliekje’. In China tiefen ze iedereen eruit, ook bij Guangzhou. Alleen de Chinezen bleven.”

“Het was vergelijkbaar met Roemenië: men verkoopt een mooi verhaal, zoals jonge spelers vaak te horen krijgen dat ze de kans krijgen en dat de club voor promotie wil gaan, maar als er geen structuur is binnen een club, dondert de boel al snel in elkaar. Guangzhou wilde op hun manier de concurrentie aangaan met Guangzhou Evergrande, maar dat was niet realistisch. Je moet het vergelijken met wanneer Excelsior of Sparta Rotterdam de strijd wil aangaan met Feyenoord. R&F probeerde met een rijke eigenaar binnen één jaar de titel te pakken, maar dat ging niet. Guangzhou Evergrande is ook veel gestructureerder. Ze zijn zeven jaar achter elkaar kampioen geworden, hebben dertigduizend fans in hun stadion zitten en hebben voor Chinese begrippen ook een goede jeugdopleiding, iets wat Guangzhou R&F niet heeft. Al met al was het een heel korte, intense en stressvolle periode.”

voetbalzone

Kroatië
“Hajduk Split is mijn grote liefde, ik ben met die club opgegroeid. Mijn vader komt daar vandaan en als klein kind was ik op vakantie in principe dag en nacht bij die club te vinden. Ik heb begin jaren negentig in het stadion nog de kwartfinalewedstrijd van de Champions League tegen Ajax gezien (Hajduk en Ajax speelden in maart 1995 doelpuntloos gelijk in Poljud, red.). Ik bracht er mijn zomervakanties door, groeide op met de club. Opeens krijg je dan een mailtje van sportief directeur Goran Vucevic en voorzitter Marin Brbic. Vucevic is een grote speler geweest, heeft nog vijf jaar bij Barcelona gespeeld. Ik dacht: ‘oké, wauw’. Ze hadden miljoenen schuld weggewerkt, waren weer met marketing begonnen, gingen beter letten op de salarisuitgaven en namen nog meer goede initiatieven. Ze zeiden iemand van buiten nodig te hebben die ‘out of the box’ kon denken, die wat extra’s kon toevoegen. De club werd geleid door lokale mensen en men vroeg zich af: ‘hoe kunnen we met hen verder groeien?’”

“Op basis van mijn achtergrond, netwerk en talenkobbel vroegen ze of ik ambassadeur en adviseur kon worden. Ik heb daardoor veel marketing gedaan, gekeken wat we konden doen aan sponsoring. Daarnaast hebben we jonge buitenspelers voor niks aangetrokken. Het was een goede periode. Ik heb met fijne mensen samengewerkt aan een mooi project. Na de komst van voorzitter Brbic werd Hajduk veel transparanter en werden alle schulden weggewerkt. Iedere cent die werd uitgegeven, werd verantwoord. Zelfs bij de aanschaf van een pak tissues, bij wijze van spreken dan. Toen ze hem eruit gooiden, in juni 2016, was de club schuldenvrij. Hij moest weg na een herverkiezing binnen de club en inmiddels wordt Hajduk gerund door mensen die mij compleet onbekend zijn en plaats ik mijn vraagtekens bij het beleid.”

Wat er zich bij Hajduk achter de schermen precies heeft afgespeeld, is volgens Vitas Males ‘een publiek geheim’. De geboren Limburger zegt dat het algemeen bekend is dat bepaalde politieke krachten de dienst uitmaken bij de Kroatische topclub, maar dat hij verder ‘niets kan bewijzen’ en er daarom het zwijgen toe doet. Males, die studeerde aan het Economisch Lyceum en de Hogeschool InHolland, vertrok al gauw bij zijn grote liefde Hajduk en kwam in september 2015 in Australië terecht. Hij werd keeperstrainer en coördinator van het opleiden van doelmannen bij Sydney United 58 FC, dat uitkomt op het tweede niveau van Australië.

Het tweede deel van het interview met Vitas Males, waarin hij vertelt over ‘het Ajax van Australië’ en de chaos binnen de Australische voetbalbond, verschijnt volgende week maandag op onze website.