In beeld: veertien uitspraken van Van der Gijp over cultheld Manolev
Gijs Freriks23 mrt 2017, 13:00
Laatst bijgewerkt: 23 mrt 2017, 13:00
Advertentie
In beeld: veertien uitspraken van Van der Gijp over cultheld Manolev
De nationale ploeg van Bulgarije neemt het zaterdagavond op tegen het Nederlands elftal en Stanislav Manolev maakt dan mogelijk zijn opwachting. De rechtsback speelde 121 wedstrijden voor PSV en was in die periode vaak het mikpunt van spot van analyticus René van der Gijp. Reageren? Ga naar onze Facebook-pagina!
“Ik ben vaak kritisch op hem, maar dit keer viel Manolev goed in. Hij was rustig aan de bal, ging op de juiste momenten diep, werd een paar keer goed ingespeeld, had een paar heel goede voorzetten...” Wilfred Genee: “Meen je dit nou?” Van der Gijp: “Nee.”
“Als die Manolev naar voren gaat en wil voorzetten, dan zeggen de medespelers: ‘jongens, kom maar alvast terug, dit heeft geen zin’.”
VI-verslaggever Thijs Slegers: “Je kunt ervan zeggen wat je wil, maar hij is statistisch gezien net zo belangrijk als Gregory van der Wiel bij Ajax.” Van der Gijp: “Als je driehonderd voorzetten geeft, komen er altijd wel zes aan natuurlijk.”
Van der Gijp gaat Manolev heel anders bekijken nu de Bulgaar gevolgd wordt door AC Milan: “Dit zijn geen slechte voorzetten, er wordt gewoon niet goed op geanticipeerd. Zo zit ik nu te kijken, dat ik denk: ligt het wel aan hem? Dat kan toch?”
Van der Gijp op de vraag hoe Manolev is gescout: “Ik heb geen idee. De spits met wie hij speelde moet nog langer dan Lange Jan van de Efteling geweest zijn. Als je die voorzetten kan inkoppen, nou, dan ben je groot hoor!”
Nadat Manolev geblesseerd uitviel na een botsing met Nordin Amrabat: “Ja, Manolevje. Hij was geblesseerd en ik moet zeggen, het was een flink ernstige botsing. Ja, behoorlijk. Niet veel mensen zullen de botsing gezien hebben, maar ik wel. Kijk, kijk, kijk, ja.”
Van der Gijp kwam Manolev tegen op de parkeerplaats van het stadion: “Ik liep net langs en toen zag ik dat hij aan het zoeken was waar hij naar binnen moest. Dus ook buiten het veld heeft hij geen flauw idee.” Genee: “En toen zag hij jou en schrok hij helemaal, natuurlijk?” Van der Gijp: “Ja, rennen dat-ie deed!”
Van der Gijp als Manolev met bal en al plotseling over de zijlijn loopt. “Wat hij hier doet? Hij wordt afgeleid door de grensrechter. Hij denkt: ‘wie is dat? Daar loopt er een met een vlag!’”
“Doordat Fränkel van De Graafschap een rode kaart kreeg, lag de hele linkerkant open. Toen dacht die Manolev: ja, dit ga ik doen. Dan krijg je elke keer dit: dan gaat hij er langs en dan? Hij schiet hem tegen die gozer aan. Let maar op, dit is de eerste keer. Dan zou je zeggen, kan gebeuren. Maar dan komt de tweede keer, vrij aangespeeld. En hup, daar gaat hij weer. Wat denk jij? Let op. Hup, weer tegen hem aan. Nu komt de derde keer.. Ik vraag me af wat die Fred Rutten denkt, als hij daar zit.”
Genee: “Manolev drie weken geblesseerd.” Van der Gijp: “Ja, godverdorie. Ik heb hem een fruitmand gestuurd. Nee serieus, in de hoop dat hij snel weer fit is. Want wat nu?”
Een vogeltje vliegt het huis van Van der Gijp binnen en vliegt werkelijk alle kanten op. “Ik heb achter die vogel aangelopen van ‘Manolevje, doe nou rustig!’ Kun je nagaan hoe diep het zit.”
Genee: “Manolev mag de komende tijd niet spelen, ondanks dat hij fit is. Volgens Fred Rutten heeft Manolev wedstrijden nodig.” Van der Gijp: “Juist niet. Manolev is het beste zonder bal, dus waarom zou je dan wedstrijden nodig hebben? Als je zonder bal het beste bent.”
“Hij kijkt nu. En wat hij denk ik denkt, ik ga dan voor hem denken, is dat Lens stilstaat. Berg moet daarachter komen en Toivonen moet richting de tweede paal. Dat zie ik hem denken. Maar dat doen zij niet. En dan wordt-ie boos, kijk. Echt waar, want hij loopt daar nu terug van: krijg het lazerus maar. Als je niet wil bewegen, krijg je hem niet. Hij kijkt hier en dan denkt-ie: zoek het maar uit ermee.”
Van der Gijp in september 2014 over zijn kritiek op Manolev: “Ik ben er te lang mee doorgegaan. Ik had het hooguit bij twee, hooguit drie keer moeten laten. Nu was ik aan het stigmatiseren. Ik liet me meeslepen door mijn omgeving.”