In beeld: de voorgangers van Gary Neville bij 'trainerskerkhof' Valencia
Bart Kruyt05 dec 2015, 07:15
Laatst bijgewerkt: 05 dec 2015, 07:15
Advertentie
In beeld: de voorgangers van Gary Neville bij 'trainerskerkhof' Valencia
Guus Hiddink begon op 24 maart 1994 aan zijn tweede ambtstermijn als hoofdtrainer van Valencia. Hij bleef tot 30 juni 1994 en coachte in deze periode 9 wedstrijden; hij won er 3, speelde er 4 gelijk en verloor er 2.
Hiddink werd opgevolgd door de Braziliaan Carlos Alberto Parreira, die een seizoen bleef. Hij coachte 45 wedstrijden van Valencia en won er 17; 13 keer werd het gelijk, 15 keer werd er verloren.
José Manuel Rielo stond na het vertrek van Parreira een maand als interim-trainer voor de groep. Van de vier wedstrijden die hij leidde werden er twee gewonnen; een keer werd het gelijk en een keer werd er verloren.
Luis Aragonés mocht het tussen 3 juli 1995 en 14 november 1996 proberen. Hij stond bij 68 wedstrijden van Valencia voor de groep; er werd 37 keer gewonnen, 12 keer gelijkgespeeld en 19 keer verloren.
Na Aragonés kwam Jorge Valdano, die tussen 22 november 1996 en 15 september 1997 voor de ploeg stond. Hij coachte 37 wedstrijden van Valencia en won er 11; 11 keer werden de punten gedeeld, 15 keer werd er verloren.
De succesperiode van Valencia begon met Claudio Ranieri, die op 20 september 1997 werd aangesteld en op 30 juni 1999 vertrok. Hij coachte 96 wedstrijden, waarvan er 50 werden gewonnen; 18 keer werd er gelijkgespeeld en 28 keer werd er verloren. Met Ranieri won Valencia de Copa del Rey en de Intertoto Cup.
De opvolger van Ranieri was de Argentijn Héctor Cúper, die twee seizoenen in het Mestalla bleef. Onder zijn leiding haalde Valencia twee keer de Champions League-finale, maar deze wedstrijden werden allebei verloren. Wel pakte Cúper de Spaanse Supercup. De cijfers van 120 wedstrijden onder Cúper: 59 overwinningen, 30 remises en 31 nederlagen.
Cúper werd in juli 2001 opgevolgd door Rafael Benítez en met twee landstitels en een UEFA Cup is de huidige coach van Real Madrid nog altijd de meest succesvolle oefenmeester ooit van Valencia. Benítez bleef drie seizoenen en ging vervolgens naar Liverpool; met Valencia speelde hij 163 wedstrijden, waarvan er 87 gewonnen werden. 43 keer werd het gelijk, 33 keer werd er verloren.
Claudio Ranieri keerde op 8 juli 2004 terug in het Mestalla en bleef nu tot 25 februari 2005. In deze periode pakte Valencia nog de Europese Supercup en won het 15 van de 36 wedstrijden die het speelde. 12 keer werd het gelijk, 9 keer werd er verloren.
Na het vroegtijdige vertrek van Ranieri werd Antonio López als interim-coach doorgeschoven. De voormalig jeugdtrainer stond bij 14 wedstrijden voor de groep en vierde 4 overwinningen, terwijl er 2 keer werd verloren. 8 keer werden de punten gedeeld.
Quique Sánchez Flores bleef ruim twee jaar bij Valencia: van 1 juli 2005 tot 29 oktober 2007. In deze periode werkte Valencia 110 wedstrijden af en daarvan wonnen ‘los Che’ er 57. 24 wedstrijden eindigden in een gelijkspel, terwijl er 29 keer werd verloren.
Vervolgens was het de beurt aan Ronald Koeman, die Valencia in 2008 naar de laatste prijs wist te gidsen: de Copa del Rey. Toch viel de samenwerking tussen Valencia en Koeman erg tegen en van de 34 wedstrijden werden er maar 11 gewonnen. Koeman verloor de meeste van zijn wedstrijden (14), speelde 9 keer gelijk en moest op 21 april 2008 vertrekken.
Het seizoen 2007/08 werd afgemaakt door Salvador González ‘Voro’, die nog vijf wedstrijden voor de groep stond. Opvallend genoeg won Valencia vier van die wedstrijden en werd er maar een keer verloren. Een schop na van de spelersgroep voor Koeman.
Unai Emery hield het behoorlijk lang vol bij Valencia: van 1 juli 2008 tot 30 juni 2012. In deze vier jaar werd er echter geen enkele prijs gepakt. Emery won wel bijna de helft van zijn wedstrijden (54 van de 110), terwijl er 31 keer gelijk werd gespeeld en 25 keer werd verloren.
Mauricio Pellegrino, die als speler de twee Champions League-finales van Valencia had meegemaakt en twee keer kampioen van Spanje was geworden met de club, mocht het proberen als opvolger van Emery. De voormalig verdediger bleef echter niet lang: tussen 1 juli 2012 en 1 december 2012 stond hij 21 keer langs de lijn. Er werd 10 keer gewonnen, 4 keer gelijkgespeeld en 7 keer verloren.
Geen hele slechte cijfers, maar na een 2-5 nederlaag tegen Real Sociedad werd Pellegrino toch ontslagen en kwam Ernesto Valverde naar Valencia. Hij bleef slechts een halfjaartje. Onder leiding van Valverde speelde Valencia 31 wedstrijden, waarvan het er 17 wist te winnen. 7 keer werd het gelijk en 7 keer werd er verloren.
Zou Miroslav Djukic wat langer mogen blijven? Nee hoor. Valencia begon zich te ontwikkelen als een trainerskerkhof en Djukic mocht slechts van 4 juni 2013 tot 16 december 2013 blijven zitten. De cijfers: 23 gespeeld, 11 gewonnen, 9 verloren en 3 keer gelijkgespeeld.
Juan Antonio Pizzi, de opvolger van Djukic, hield het óók maar een halfjaartje vol. Onder zijn leiding speelde Valencia 31 wedstrijden en Pizzi vierde 12 overwinningen, maar ging ook 9 keer onderuit. 10 keer werd er gelijkgespeeld en die cijfers waren voor de leiding van Valencia gewoon niet goed genoeg.
Vorig jaar zomer kwam Valencia uit bij de Portugees Nuno Espirito Santo, die vorige week na de kansloze nederlaag tegen Sevilla (Valencia schoot in dit duel geen enkele keer op doel) zelf zijn ontslag indiende. Nuno stond bij 63 wedstrijden van Valencia voor de groep en zag zijn ploeg 32 keer winnen, terwijl er 14 keer werd verloren en 16 keer gelijk werd gespeeld.
In de zoektocht naar weer een nieuwe hoofdtrainer werd de naam van onder meer Frank Rijkaard genoemd, maar Valencia gaat nu in zee met een onervaren Engelsman: Gary Neville. Zijn broer Phil heeft zaterdag nog de leiding tijdens het duel met Barcelona; zondag begint Gary aan de zware klus. Zal hij wat langer mogen blijven zitten dan zijn meest recente opvolgers? We zijn benieuwd!