In beeld: de twintig grootste spelers ooit van Manchester United

Met de komst van Zlatan Ibrahimovic voegt Manchester United weer een grote speler toe aan zijn roemruchte geschiedenis. De Zweedse superster is natuurlijk niet de eerste voetballer van naam die zich meldt op Old Trafford, zoals te zien is in onze special!

Mark Hughes – De aanvaller was één van de belangrijkste schakels in de vroege succesteams van Sir Alex Ferguson begin jaren ’90. Hoewel hij later manager werd bij aartsrivaal Manchester City zal Hughes vanwege zijn 163 doelpunten altijd een speciaal plekje hebben in het ‘Theatre of Dreams’.

Nemanja Vidic – De ijzersterke verdediger groeide in zijn acht jaar bij United uit tot een onbetwiste steunpilaar. De Serviër, die in januari van dit jaar zijn pensioen aankondigde, was een echte leider achterin en won in zijn tijd bij de club onder andere vijf landstitels en de Champions League.

Rio Ferdinand – Vormde samen met Vidic een zo goed als onpasseerbaar centraal duo en maakte in zijn twaalf jaar in Manchester zijn, toen, recordbrekende transfersom van ruim veertig miljoen euro meer dan waard.

Ole Gunnar Solskjaer – De ‘Baby-Faced Assassin’ werd vooral gebruikt als supersub en zal zo ook herinnerd worden door zijn beslissende doelpunt in de Champions League-finale van 1999. Toch kwam hij in 366 wedstrijden tot 126 doelpunten, bepaald geen slecht gemiddelde.

David Beckham – De flamboyante Engelsman groeide later bij Real Madrid en LA Galaxy uit tot een wereldwijd icoon, maar ‘Becks’ bewees eerst zijn waarde op het veld van Old Trafford. De middenvelder kon toveren met zijn rechtervoet en tegenstanders hadden vaak geen antwoord op zijn voorzetten en vrije trappen.

Gary Neville – De hardwerkende rechtsback was een absolute leider op het veld en won in zijn negentien jaar bij het eerste elftal van de club een indrukwekkend aantal van twintig prijzen.

Bill Foulkes – Eén van de overlevenden van de vliegtuigramp in München en een belangrijke pion op het veld in de jaren erna. De in 2013 overleden centrale verdediger leverde in 1968 de assist voor het doelpunt dat United de Europa Cup I opleverde.

Roger Byrne – Eén van de ‘Busby Babes’ die het vliegtuigongeluk in 1958 niet overleefde. De aanvoerder was één van de eerste aanvallende backs en de onbetwiste leider van het team in de jaren ’50.

Wayne Rooney – De op 18-jarige leeftijd van Everton overgekomen aanvoerder vormde op Old Trafford al een ijzersterk duo met Ruud van Nistelrooy, Cristiano Ronaldo, Dimitar Berbatov, Robin van Persie en Anthony Martial. Daar zal volgend seizoen nog Zlatan Ibrahimovic bij komen, die Rooney gaat helpen het doelpuntenrecord van Sir Bobby Charlton te verbreken.

Peter Schmeichel – De Deense doelman vormde de fundering onder het kampioenselftal van eind jaren ’90 en mocht door afwezigheid van aanvoerder Roy Keane in 1999 als eerste de Champions League-beker boven zijn hoofd tillen. Hij vertrok daarna naar Sporting Portugal.

Bryan Robson – De langst dienende aanvoerder van ‘the Red Devils’ speelde dertien jaar voor de club en mocht in 1993, nadat United voor het eerst in 26 jaar kampioen was geworden, als eerste de beker in ontvangst nemen.

Cristiano Ronaldo – De Portugees groeide in Manchester uit tot de superster waar Real Madrid in 2009 94 miljoen euro voor neerlegde. Ronaldo betoverde het publiek op Old Trafford met zijn techniek en speelde met 42 doelpunten in één jaar de hoofdrol tijdens het seizoen 2007/08, toen United de Premier League en de Champions League won.

Paul Scholes – Zinédine Zidane noemde hem al eens de moeilijkste tegenstander tegen wie hij ooit speelde, terwijl Josep Guardiola hem omschreef als de beste middenvelder van zijn generatie. De rossige Engelsman maakte in zijn twintig jaar bij United in ieder geval een onuitwisbare indruk en heeft ook de prijzenkast die daar bij hoort.

Roy Keane – De generaal op het middenveld was de onbetwiste leider van een United-team dat in de tweede helft van de jaren ’90 en de eerste jaren van het nieuwe millennium de prijzen aaneen reeg. De Ier was misschien niet de vriendelijkste speler op het veld, maar tegenstanders konden niets anders dan respect hebben voor zijn vechtlust en kwaliteit.

Duncan Edwards – De middenvelder kwam op 21-jarige leeftijd al tot 177 wedstrijden in de hoofdmacht van United en was misschien wel uitgegroeid tot één van de beste spelers aller tijden, als hij niet in het vliegtuig had gezeten dat in 1958 neerstortte in München. De jonge Engelsman, die door Sir Bobby Charlton later werd omschreven als ‘de enige speler waarbij ik mij inferieur voelde’, overleed vijftien dagen na het ongeluk aan zijn verwondingen.

Eric Cantona – De Fransman groeide in nog geen vijf jaar bij de club uit tot een absoluut icoon. Zijn doelpunten leverden hem vijf landstitels op bij United, voordat hij op 31-jarige leeftijd abrupt een punt achter zijn loopbaan zette.

Denis Law – De, waarschijnlijk, beste Schotse voetballer ooit heeft met een onwaarschijnlijk aantal van 46 doelpunten in het seizoen 1963/64 nog steeds het record van meeste treffers in één jaar in handen.

George Best – ‘De vijfde Beatle’ is zonder twijfel één van de beste voetballers uit de geschiedenis van de club en maakte met zijn flamboyante leefstijl en drankgebruik naast het veld net zoveel indruk als erop. De Noord-Ier vormde samen met Law en Sir Bobby Charlton de ‘Heilige Drie-eenheid’, die United in 1968 naar zijn eerste Europa Cup-winst stuwde.

Ryan Giggs – De Welshman speelde in zijn 24 jaar bij het eerste elftal een recordbrekende 963 wedstrijden voor de club en ging uiteindelijk met, onder andere, dertien landstitels en twee Champions League’s met pensioen. Hij werkte de laatste seizoenen als assistent-manager, maar zou door de komst van José Mourinho na 29 jaar weleens kunnen vertrekken bij United.

Sir Bobby Charlton – De clublegende overleefde op twintigjarige leeftijd de vliegtuigramp in München en groeide in de vijftien jaar erna uit toe het absolute icoon van de club. De aanvallende middenvelder won drie landstitels en een Europa Cup I bij United, kreeg in 1966 de Ballon d’Or en was één van de belangrijkste spelers van het Engelse team dat datzelfde jaar wereldkampioen werd.