In beeld: de 26 meest legendarische aanvalsduo’s aller tijden

Luis Suárez en Daniel Sturridge, Liverpool - Slechts twee seizoenen speelde ‘SAS’ samen, maar wat waren ze goed. Suárez maakte er achtereenvolgens 23 en 31, Sturridge kwam tot 10 (in 14 duels) en 21. Nu Suárez is vertrokken naar Barcelona, moet Sturridge het alleen zien te rooien.

Andriy Shevchenko en Serhiy Rebrov, Dynamo Kiev en Oekraïne - Vanaf 1994 kwamen Shevchenko en Rebrov in actie als magistraal duo in Oekraïne. Ze speelden samen tot het seizoen 1998/99, vervolgens ging Shevchenko naar AC Milan en Rebrov naar Tottenham Hotspur. Shevchenko maakt er vanaf 1995 achtereenvolgens 16, 6, 19 en 18 in de competitie, Rebrov deed het met 9, 20, 22 en 9. Ook in Europa werden de twee gevreesd.

Luc Nilis en Ronaldo / Ruud van Nistelrooij, PSV - Als de Braziliaanse legende Ronaldo gevraagd wordt met wie hij de beste klik had, komt vaak de naam van Nilis naar voren. Vraag aan opvolger Van Nistelrooij hetzelfde en ook hij zal snel de naam van Nilis noemen. Wat een geweldenaar was die Belg toch.

Edin Dzeko en Grafite, VfL Wolfsburg - Misschien niet het meest voor de hand liggende duo in deze lijst, maar wat Dzeko en Grafite in 2008/09 presteerden bij VfL Wolfsburg was ongelooflijk. Grafite werd topscorer met 28 goals, Dzeko maakte er 26 en achter de twee noteerde Zvjezdan Misimovic liefst 20 assists. Grafite kwam overigens ook nog tot elf assists, Dzeko tot tien.

Dirk Kuyt en Salomon Kalou, Feyenoord - De seizoenen 2004/05 en 2005/06 stonden bij Feyenoord in het teken van ‘K2’: Kuyt en Kalou. Kuyt maakte er 29 en 22, Kalou 20 en 15. Ze sloegen niet geheel verwonderlijk hun vleugels uit: Kuyt ging naar Liverpool, Kalou naar Chelsea.

Ruud Gullit en Marco van Basten, AC Milan - Eind jaren 80 en begin jaren 90 was de Serie A de beste competitie ter wereld en met Frank Rijkaard erbij vormden deze twee een fantastisch trio. Gullit is de grote ster en staat in de schijnwerpers, Van Basten hamert de doelpunten erin. Onder Fabio Capello pakt AC Milan in 1992 en 1993 de Scudetto, ook wint men de Europa Cup I (1989, 1990).

Ruud van Nistelrooij en Ole Gunnar Solskjaer, Manchester United - Absoluut niet het meest dodelijke duo uit de clubhistorie van Manchester United, dat duo zien we later, maar de twee vormden wel degelijk een fantastische tandem. Solskjaer gaf aan, Van Nistelrooij scoorde.

Kevin Phillips en Niall Quinn, Sunderland - Zeker niet de meest voor de hand liggende namen in deze lijst, maar een klassiek voorbeeld van ‘een rappe doelpuntenmaker’ en ‘een lange doorkopper’. In het seizoen 1999/00 maakte Phillips er dertig in de Premier League en daarmee werd hij topscorer van Europa.

Iván Zamorano en Marcelo Salas, Chili - Beesten, meer hoeven we eigenlijk niet te zeggen. Zamorano maakte er 34 in 69 interlands, Salas maakte er 37 in 71 interlands. Wie tegen Zamorano en Salas speelde, wist dat het zwaar zou worden.

Pierre van Hooijdonk en Jon Dahl Tomasson, Feyenoord - Slechts twee seizoenen speelden ze samen bij Feyenoord. Het waren prachtige seizoenen. Van Hooijdonk produceerde 24 en 28 competitietreffers, Tomasson 10 en 15. Samen schoten ze Feyenoord ook nog eens naar de winst in de UEFA Cup.

Robbie Fowler en Stan Collymore, Liverpool - In 1995 maakte Fowler (foto) naam bij Liverpool en Collymore werd voor miljoenen gehaald van Nottingham Forest. Het was een schot in de roos. In twee seizoenen ramde Fowler er 67 in, Collymore zorgde voor de assists en maakte er zelf ook nog 26.

Eidur Gudjohnsen en Jimmy Floyd Hasselbaink, Chelsea - In het tijdperk voor Roman Abramovich terroriseerden Gudjohnsen en Hasselbaink vijandelijke defensies in het shirt van Chelsea. Samen waren ze goed voor 146 goals. De twee konden het fantastisch met elkaar vinden, zo zou later ook blijken. Ze gingen samen vaak naar het casino en dat leverde Gudjohnsen een gokschuld van negen miljoen euro op.

Diego Forlán en Luis Suárez, Uruguay - In de kwalificatiecampagne voor het WK van 2010 namen Forlán en Suárez hun land bij de hand met twaalf goals. Ook op het WK kwamen de twee tot ontbranding, om gestopt te worden door Oranje in de halve finale. Forlán kwam in dat duel nog tot scoren, Suárez was geschorst. Forlán werd later verkozen tot Speler van het Toernooi.

Gary Lineker en Peter Beardsley, Engeland - Lineker, tegenwoordig presentator van het Engelse voetbalprogramma Match of the Day, is met 48 doelpunten een van de beste Engelse spitsen ooit. Op het WK van 1986 en het WK van 1990 vormde hij een gevreesd duo met Beardsley. Lineker maakte op die toernooien samen tien goals.

Alan Shearer en Chris Sutton, Blackburn Rovers - Begin jaren 90 behoorde Blackburn Rovers tot de grootmachten in Engeland en dat was vooral te danken aan Shearer en Sutton. In het kampioensjaar 1994/95 maakten ze samen 49 goals. Fysiek, sterk, vaardig, goed: geen kruid tegen gewassen.

Eusébio en José Augusto Torres, Portugal - Eusébio (foto), een van de beste spelers ooit, kwam op het WK van 1966 compleet tot ontbranden. Hij maakte liefst negen goals op het toernooi, kompaan Torres maakte er drie. Desondanks verloor Portugal in de halve finale met 2-1 van Engeland.

Fernando Torres en David Villa, Spanje - Torres maakt momenteel misschien naam als iemand die niet meer kan scoren, maar op het EK van 2008 vormde hij een fantastisch duo met Villa. Laatstgenoemde hangend van links, eerstgenoemde in de punt: Villa werd topscorer van het toernooi met vier goals.

Jürgen Klinsmann en Rudi Völler, West-Duitsland - Bijzonder geliefd zijn de twee niet in Nederland, maar ze hadden een fantastische band. Op het EK van 1988 konden ze Oranje niet verslaan, maar het WK van 1990 was het toernooi van Klinsmann en Völler.

Romário en Bebeto, Brazilië - In Nederland kunnen we Bebeto eigenlijk niet luchten of zien, na zijn goal tegen Oranje op het WK van 1994. Die wiegbeweging met zijn armen, bah. Laten we maar eerlijk zijn: die twee waren ook gewoon niet te stoppen.

Pelé en Jairzinho, Brazilië - Op het WK van 1970 was Brazilië niet te stoppen. Pelé (onder, tweede van links), door velen gezien als beste ooit, maakte op dat toernooi vier doelpunten. Teamgenoot Jairzinho (onder, uiterst rechts) deed het nog wat beter met zeven goals.

Ronaldo en Rivaldo, Brazilië - Ronaldo wordt door velen gezien als een van de beste spitsen aller tijden, maar vergeet niet dat Rivaldo op een gegeven moment ook werd gezien als beste ter wereld. Op het WK van 2002 viel alles op zijn plek. Wat het nog angstaanjagender maakt, is dat Ronaldinho vlak achter de twee op ‘10’ speelde. Slik.

Thierry Henry en Dennis Bergkamp, Arsenal - Met Henry als afmaker en Bergkamp als fabelachtige aangever was Arsenal niet te stoppen. In hun tijd samen maakte Henry er liefst 214 en tekende Bergkamp voor 51 doelpunten plus een ontelbaar aantal assists.

Dwight Yorke en Andy Cole, Manchester United - Het meest fantastische duo uit de historie van Manchester United: Yorke en Cole, Cole en Yorke. In het seizoen 1998/99 waren de twee niet te houden. Manchester United pakte de treble, Cole en Yorke maakten samen 53 goals in officiële duels.

Ian Rush en Kenny Dalglish, Liverpool - Toen Liverpool nog een absolute topclub was schitterden Rush en Dalglish. Tussen 1981 en 1984 werd Liverpool drie keer kampioen, pakte het drie nationale bekers en won het de Europa Cup I. De twee verdeelden in die periode liefst 162 goals.

Hugo Sánchez en Emilio Butragueño, Real Madrid - Een fantastisch Real Madrid werd vanaf 1985 liefst vijf keer op rij kampioen. Bovendien pakte ‘de Koninklijke’ een UEFA Cup. Sánchez hamerde er in die jaren 150 in, Butragueño maakte er 58 en leverde tal van assists.

Alfredo Di Stéfano en Ferenc Puskas, Real Madrid - De twee leidden het legendarische Real Madrid tussen 1961 en 1964 naar vier titels op rij. In 1959 won Real Madrid dankzij de twee de Europa Cup I en een jaar later werd in de finale van datzelfde toernooi misschien wel het meest legendarische duel van het duo gespeeld. Eintracht Frankfurt werd met 7-3 verslagen, Di Stéfano (midden) en Puskas (tweede van rechts) verdeelden de zeven goals.