In beeld: de 30 grootste miskopen uit de geschiedenis van Ajax
Bart Kruyt28 mrt 2014, 07:15
Laatst bijgewerkt: 28 mrt 2014, 07:15
Advertentie
In beeld: de 30 grootste miskopen uit de geschiedenis van Ajax
Voordat we beginnen: Ismael Urzaíz, Laurent Delorge, Teemu Tainio, Mido (tweede keer), Samuel Kuffour, Roger en Thimothee Atouba werden transfervrij binnengehaald door Ajax en Juanfran werd gehuurd met een optie tot koop, die niet werd gelicht. Deze spelers kunnen we dus ook geen miskopen noemen. Is daar alvast duidelijkheid over.
Het gerucht gaat dat Ajax in de jaren negentig kon kiezen tussen twee Braziliaanse verdedigers: ene Roberto Carlos en Marcio Santos. De Amsterdammers gingen in zee met laatstgenoemde, maar Santos wist zich nooit in de basis te knokken. Het dieptepunt was een rode kaart binnen negentien seconden na een invalbeurt tijdens een wedstrijd tegen PSV.
Andrej Demtsjenko (op de foto tweede van linksboven) won met Ajax de Champions League en de wereldbeker, maar had zelf maar een klein aandeel in dat succes. De middenvelder uit Oekraïne werd niet goed genoeg bevonden door Louis van Gaal en later door Morten Olsen en zat meestal niet eens op de bank, maar op de tribune. Demtsjenko had ook nog eens veel last van heimwee en de Ajax-fans waren maar wat blij toen hij lekker terug naar huis ging.
De precieze cijfers zullen we waarschijnlijk niet meer tegenkomen, maar het schijnt dat Ajax in de jaren negentig liefst zestien miljoen gulden betaalde aan Tenerife voor Ferdi Vierklau. En waarom? De tweevoudig international kon het niveau van de club niet aan en speelde in 4 jaar tijd maar 38 competitieduels voor Ajax. Hierna hing hij zijn schoenen aan de wilgen, waardoor Ajax dus ook niets meer aan hem verdiende met een doorverkoop.
Aan zijn enthousiasme lag het niet, maar Viktor Sikora werd ook geen succesnummer in de Amsterdam ArenA. De aanvaller leek in 2002 van Vitesse naar Fulham gegaan, omdat Ajax zich standvastig toonde in de onderhandelingen over de transfersom, maar uiteindelijk kwam alles toch nog goed. Zou Ajax toch wat extra hebben betaald voor Sikora? Dan heeft men daar nu vast nog steeds spijt van.
Tom Soetaers vormde bij Roda JC Kerkrade een goed duo met Yannis Anastasiou en Ronald Koeman besloot beide aanvallers een kans te geven bij Ajax. Anastasiou bewees nog wel een paar keer zijn waarde voor de Amsterdammers, maar Soetaers werd al snel het lachertje onder de supporters. De linksbuiten begreep zelf niets van het gebrek aan speelminuten en keerde een teleurstelling rijker terug naar zijn vaderland België.
Nikos Machlas deed het geweldig in het shirt van Vitesse en werd in verband gebracht met Arsenal en Fiorentina, maar wilde in Nederland blijven toen Ajax zich meldde. In Amsterdam werd hij de bestbetaalde speler van dat moment in de Eredivisie, maar hij wist zijn reputatie als goalgetter nooit waar te maken en vertrok via de achterdeur.
Ook Albert Luque kreeg een vorstelijk salaris bij Ajax. Dit was nodig om de Spanjaard ervan te overtuigen om Newcastle United te verruilen voor een avontuur in Amsterdam, maar Luque bewees geen moment dat hij de vele euro’s waard was. De aanvaller bleef maar een seizoen bij Ajax en vertrok vervolgens naar Málaga, waar hij zijn loopbaan afsloot.
Marco van Basten had behoefte aan een leider voor zijn verdediging en de keuze viel op Rob Wielaert, die in de winterstop van het seizoen 2008/09 werd overgenomen van FC Twente. Wielaert kreeg direct een basisplaats, maar leiden werd al snel lijden en de mandekker werd niet lang na zijn komst weer gepasseerd. Wielaert kwam tot negentien duels voor Ajax en vertrok vervolgens naar Roda JC Kerkrade. Inmiddels speelt hij in Australië, bij Melbourne Heart.
De statistieken van Dario Cvitanich waren nog niet eens zo slecht, maar van een spits die voor zeven miljoen euro werd binnengehaald mocht je toch wel wat meer verwachten. De kleine Argentijn bleek totaal niet in het Ajax-systeem te passen en veroverde dan ook geen (vaste) basisplaats. Momenteel speelt Cvitanich in Frankrijk, bij Olympique Nice, en daar bewijst hij wel gewoon een goede speler te zijn. Maar voor Ajax was het net niks.
Wesley Sonck schoot in België met scherp en zou het ook bij Ajax wel even gaan laten zien. De aanvaller zat echter met hetzelfde probleem als Dario Cvitanich: hij kon zeker wel voetballen, maar had niets te zoeken in het systeem met drie aanvallers. Sonck werd vaak als rechtsbuiten opgesteld en daardoor vluchtte hij al snel uit de Amsterdam ArenA.
Zijn eerste seizoen bij Ajax was nog veelbelovend, maar vervolgens ging het bergafwaarts met Oleguer. De verdediger (die voor drie miljoen euro was overgenomen van Barcelona) raakte zijn basisplaats kwijt en speelde in zijn laatste twee seizoenen maar negen competitieduels. Oleguer vond het vervolgens wel mooi geweest en beëindigde zijn carrière.
In Griekenland is hij dankzij zijn winnende doelpunt in de EK-finale van 2004 een nationale held, maar in Nederland moet men vooral lachen als de naam van Angelos Charisteas valt. ’Gerrie’ ging halverwege het seizoen 2004/05 van Werder Bremen naar Ajax en scoorde 12 keer in 31 competitiewedstrijden voor de club. Vervolgens verkocht Ajax Charisteas aan Feyenoord en was hij nog trefzeker in de Klassieker tegen zijn oude werkgever.
Zijn transfersom lag niet hoog, maar Jurgen Colin bewees in dienst van Ajax ook geen enkel moment dat hij meer geld waard was. De verdediger overtuigde Henk ten Cate tijdens een stage en werd in de zomer van 2007 overgenomen van Norwich City. Colin deed het op de trainingen tijdens zijn proefperiode echter beter dan in de wedstrijden die hij speelde en kon na een jaar alweer vertrekken.
De samenwerking met Benni McCarthy was best succesvol en daarom probeerde Ajax het eind jaren negentig ook met een andere Zuid-Afrikaan: Aaron Mokoena. De verdediger had echter niets weg van zijn landgenoot en werd al snel naar satellietclub Germinal Beerschot Antwerpen gestuurd. In Engeland was Mokoena even later overigens nog wel redelijk succesvol bij Blackburn Rovers.
Frank Verlaat begon zijn loopbaan bij Ajax en keerde er in de zomer van 1999 terug. De stoere mandekker moest de rots in de Amsterdamse defensie worden, maar kreeg onder de supporters al snel de bijnaam ’Frank te Laat’. Verlaat vertrok na een seizoen weer en keerde terug naar Duitsland, waar hij basisspeler werd bij Werder Bremen.
Eens werd hij gezien als de beoogde opvolger van Marco van Basten, maar dat kon Hennie Meijer (hier in het shirt van FC Groningen) nooit waarmaken. De spits met de ’draaikont’ had duidelijk niet dezelfde kwaliteiten als ’San Marco’ en vertrok al na een jaar, naar Groningen. Daar groeide hij overigens uit tot een publiekslieveling.
Hans Werdekker. Hans wie? Juist. Een van de vele miskopen van Johan Cruijff in de jaren tachtig. De verdediger speelde slechts een halfjaar in Amsterdam en toen had men bij Ajax al genoeg gezien: dit zou niets worden. Werdekker werd verhuurd aan zijn oude club Willem II en zou daar uiteindelijk vier jaar blijven.
Ook Frank Stapleton was een aankoop van Johan Cruijff die hopeloos faalde in Amsterdam. De Ier, op de foto linksboven voor een wedstrijd tegen het Nederlands elftal, kreeg last van een hernia en speelde slechts vier competitiewedstrijden voor Ajax. Hierna werd hij uitgeleend aan Anderlecht, alvorens hij terugkeerde naar Engeland.
Tom Sier was een speler die op meerdere posities uit de voeten kon en Ajax haalde hem in de jaren negentig binnen als vleugelverdediger. De supporters zagen Sier echter het liefst op de bank zitten: de Volendammer haalde in de hoofdstad nooit het niveau dat hij bij de club uit zijn geboortedorp en bij sc Heerenveen had laten zien.
Mariano Juan werd gescout door Ajax tijdens het WK voor spelers onder de twintig jaar en had meerdere clubs achter zich aanzitten. Ajax was op dat moment echter de beste club van de wereld en won de strijd om de handtekening van de Argentijn, die echter niet wist aan te haken. Juan werd een grote flop en kwam niet verder dan een paar competitieduels in Nederland.
Leo Beenhakker zag het wel zitten in John van Loen, maar zijn assistent Louis van Gaal had heel andere gedachten over de aanvaller. Toen Beenhakker vertrok en Van Gaal werd doorgeschoven als hoofdtrainer van Ajax, betekende dat dan ook slecht nieuws voor Van Loen. De aanvaller lag niet goed bij de supporters (hij ontving zelfs een kogelbrief) en stapte al snel over naar de aartsrivaal van Ajax, Feyenoord.
John Nieuwenburg stond bij Sparta Rotterdam bekend als een erg groot talent en bij zijn transfer naar Ajax werd voorspeld dat hij Danny Blind zou kunnen gaan opvolgen. Dat lukte echter niet: mede door de nodige blessures kwam Nieuwenburg niet uit de verf bij Ajax en kon hij al snel weer vertrekken. De defensieve middenvelder speelde later nog jarenlang in de eerstedivisie.
Kennedy Bakircioglu was een geweldige speler voor FC Twente en als een kind zo blij toen hij een transfer naar Ajax verdiende. In Amsterdam werd de rechtsbuiten echter vooral uitgelachen vanwege zijn kapsel en er is vrijwel niemand in de hoofdstad die Bakircioglu zal herinneren vanwege de goede wedstrijden die hij voor Ajax speelde. Die waren immers op de vingers van een hand te tellen.
Luis Suárez was rond 2010 al de beste speler van Ajax en kreeg in januari van dat jaar gezelschap van een landgenoot: Nicolás Lodeiro. Gesuggereerd werd dat Ajax de middenvelder alleen had gehaald om Suárez tevreden te houden en dat zou het contract voor de Uruguayaanse middenvelder in ieder geval nog enigszins verklaren. Lodeiro kwam simpelweg tekort voor een basisplaats bij Ajax en vertrok na 21 competitieduels in de Eredivisie naar het Braziliaanse Botafogo.
Met een transfersom van een paar ton was Tobias Sana een koopje voor Ajax, maar heeft de Zweed ook daadwerkelijk iets toegevoegd aan het elftal? Nee. De vleugelaanvaller begon goed in Amsterdam en werkte als een paard, maar verdween al snel uit de basis. Sana zit nog steeds bij Ajax, maar Frank de Boer doet geen beroep meer op hem.
Frank de Boer wil Mike van der Hoorn (nog) geen miskoop noemen, maar wij doen dat wel: tot de verdediger het ongelijk heeft bewezen. Daar krijgt hij echter nauwelijks kansen voor, want de verdediger zit vaker niet dan wel bij de wedstrijdselectie van Ajax.
Het verhaal dat Ajax Froylan Ledezma op Schiphol voor de neus van Feyenoord wegkaapte is prachtig, maar in Rotterdam lachte men toch het laatst. Ledezma speelde geen enkele competitiewedstrijd voor Ajax en verbleef vooral in zijn vaderland Costa Rica, waar hij zo nu en dan in het nieuws kwam door vechtpartijen. Ajax zwaaide Ledezma al snel weer uit.
Bij zijn presentatie kwijlde Georgi Kinkladze nog dat hij zelfs ’kruipend naar Ajax had willen komen’, maar de supporters vroegen zich al snel af of de Georgiër eens wilde stoppen met kruipen en eens wilde gaan rennen. De Georgische dribbelaar kon de hoge verwachtingen nooit waarmaken en de technische leiding zag al snel in dat het transferbedrag van de toenmalige recordaankoop in rook zou opgaan.
Volgens Louis van Gaal was Ivan Gábrich ’een spits die nooit omviel’. Misschien klopte dat wel, maar het zou toch ook wel handig zijn geweest als de aanvaller een beetje had kunnen voetballen. Na een halfjaar zei Ronald de Boer dat hij nu nog steeds niet wist of de Argentijn nou links- of rechtsbenig was. Gábrich bleek alleen op basis van videobeelden aangetrokken te zijn.
Met een prijskaartje van ruim zestien miljoen euro is Miralem Sulejmani nog altijd de duurste speler uit de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. De aanvaller werd bij sc Heerenveen gezien als een toptalent, maar kwam bij Ajax nooit uit de verf en ’Mickey’ was bovendien vaak ’Dikkie’. De Serviër diende zijn contract met zijn vorstelijke salaris netjes uit en vertrok vervolgens transfervrij naar Benfica. Wat een verlies heeft Ajax op hem geleden!