voetbalzone

Il Capitano

Peter van S.09 dec 2010, 21:31
Laatst bijgewerkt: 09 dec 2010, 21:31
Advertentie

"Kom Paolo, vertel het hem nog eens." Marina streelt haar man zacht door zijn dunne haar terwijl ze haar vraag herhaalt. De glazige ogen van mijn oude vriend staren niets ziend in de verte terwijl haar rustige stem weer klinkt: "Herinner je het nog lieveling, toen we hem voor het eerst zagen en hoe trots we zijn geweest?" Het eerste licht in de starre ogen is nauwelijks zichtbaar maar bedriegt ons niet, langzaam groeit de twinkeling uit tot een vrolijke glimlach en voor even kijk ik in het krachtige gezicht van de jonge man die hij ooit moet zijn geweest. Raspend hoor ik eindelijk weer zijn stem: "Mazzola, Valentino Mazzola, je was een wonder van de Schepper." En hij vertelt mij het verhaal dat ik al duizend keer heb gehoord.

Het was nog vroeg in de ochtend geweest toen ik aankwam op het schitterende middeleeuwse landhuis in de Piemonte (Italië) dat dienst deed als gasthuis voor ouden van dagen. Zoals elk jaar was de omhelzing hartelijk en zorgde Marina ervoor dat ik mij erg welkom voelde. Het viel mij op dat Marina nog altijd haar gracieuze houding en voorkomen had ondanks haar hoge leeftijd. "Hij is er steeds vaker niet bij met zijn hoofd", had ze gezegd, "het is nu al twee dagen geleden dat hij helder was. Maar als je over vroeger begint kan hij weer helemaal opleven", zo klonk het hoopvol. En daar zaten we dan, met z’n drieën in de grote tuin met uitzicht op de uitlopers van de Alpen. We koesterden de warme ochtendzon en toen de dienstdoende non ook nog verse cappuccino kwam brengen voelde ik mij sinds lange tijd volkomen ontspannen. En nu hoorde ik de stem weer die mij zo veel prachtige verhalen over Torino had verteld.

"Hij was een man als ons, een arbeider, een voorbeeld en een strijder. Ik weet nog hoe trots mijn vader zich voelde toen hij in de jaren veertig bij Torino kwam", zo begint Paolo. En hij verhaalt over de voetballer Valentino Mazzola, hoe die als jongeman werd gecontracteerd door het fabrieksteam Alfa Romeo Milano, over hoe WOII er in 1939 ervoor zorgde dat de 20-jarige Mazzola werd opgeroepen voor het leger en gestationeerd op de marinebasis van Venetië, waar hij ging spelen voor Venezia A.C. waarmee hij de Coppa Italia won. De blik van Paolo wordt triomfantelijk als hij vertelt hoe Torino in 1942 rivaal Juventus te snel af is en Valentino Mazzola weet te contracteren.

"Hij was dé absolute leider van het ons grote squadra: il grande Torino. Zowel mannen als vrouwen hielden van hem om zijn kracht, om zijn vriendelijkheid, om zijn winnaarsmentaliteit, om zijn doelpunten, maar bovenal om het absolute charisma dat hij altijd uitstraalde. Als de wedstrijd niet liep was het altijd Mazzola die demonstratief de mouwen opstroopte ten teken dat er een tandje bij moest en dan wist je zeker dat er 'zaken' gedaan werden. Hij kon alles: aanvallen, verdedigen, scoren, tackelen en coachen", terwijl Paolo bij elke aanprijzing vol vuur met zijn vingers op de tafel slaat. "Il grande Torino gaf ons alle records, alle titels en alle prijzen en was het eerste Italiaanse team dat speelde als hecht team met een aanvallende 4-4-2 formatie met vleugels. Mazzola was zijn tijd ver vooruit, nooit heb ik zo’n speler nog op de Italiaanse velden gezien, wát een talent en wát een uitstraling. Daarom is hij ook bekend als dé aanvoerder (il Capitano) omdat hij de verpersoonlijking van een absolute leider was. Het is zoals Enzo Bearzot (winnende Italiaanse coach van het WK 1982) het zei: Valentino Mazzola is de grootste Italiaanse speler aller tijden", en Paolo kijkt mij even onderzoekend aan of ik het waag er een andere mening op na te houden. "Zelfs zijn zaad was voetbal", glimlacht hij dan, refererend aan zoon Sandro Mazzola, de latere vedette van Internazionale.

Moe geworden is Paolo even stil en allemaal denken we aan de onvermijdelijke Superga-vliegramp in 1949 waarbij Mazzola en het gehele team van Il Grande Torino om het leven kwam, waarmee een einde kwam aan de successen van Torino en dé reden is voor de matige prestaties van het Italiaanse team in de jaren vijftig omdat alle tien de veldspelers van de ‘’nazionale’’ van Torino waren geweest. Een verhaal over Torino raakt altijd het verleden en de dood, bedenk ik mij. Ik kijk Paolo aan en vraag: "Ben je niet verbitterd geworden Paolo, door de tragedies die je als Toro-man hebt moeten doormaken?" Hij recht zijn rug, zijn blik is rustig en opvallend helder geeft hij mij zijn wijze antwoord: "Nee jongen, als jij mijn leeftijd zal mogen bereiken zul je dat begrijpen, God doet wat hij doet. Niets in het leven is voorspelbaar en vele gebeurtenissen passeren. De wind waait waarheen hij wil, geniet daarom van het goede. Hoeveel vreugde heeft een Mazzola mij niet gegeven, het denken aan de schoonheid van zijn spel maakt mij nog immer gelukkig evenals het purperrode tenue van il Granata. Het leven op aarde is niet eeuwig maar de herinneringen zullen voortleven. Mazzola en Torino hebben mij betoverd, voor altijd is Torino mijn zoete wijnrode droom, ik ben er dankbaar voor."

Aan het eind van de dag is het tijd om te gaan. De blik van Paolo is langzaam weer versteend en hij is terug in een wereld die niemand kent. Vriendelijke woordjes pratend veegt Marina met een servet zijn mondhoeken schoon, opgewekt en zonder klagen. Ik weet niet wat het is om oud te zijn maar dit weet ik: ik dank God als ik oud mag worden met een vrouw met de zorgzaamheid van Marina, wat een ontzettend lieve vrouw. Als ik afscheid heb genomen bedenk ik mij dat dit misschien de laatste keer is geweest dat Paolo mij zijn verhalen over Torino heeft kunnen vertellen en neem ik een besluit. Ik moet ze opschrijven, voor Paolo, voor il grande Torino, voor Mazzola, voor iedereen die van Torino houdt. Zijn verhalen mogen niet verloren gaan.