voetbalzone

‘Ik zou bondscoach worden, maar mijn zaakwaarnemer kwam niet opdagen’

Gijs Freriks31 dec 2017, 20:35
Laatst bijgewerkt: 31 dec 2017, 20:35
Advertentie

BULAWAYO - In een voetbalstadion houdt een supporter met één hand een vergeelde krant fier in de lucht. Hij toont de voorpagina van de Zimbabwaanse krant Chronicle, waarop in kapitalen vermeld staat: ‘Bosso beat DeMbare’. Het is de uitgave van 30 juli 2006, de dag waarop Highlanders FC met 2-0 wint van Dynamos FC uit Harare. Sindsdien slaagt Bosso er nooit meer in om DeMbare in competitieverband te kloppen, tót 30 mei 2016. Op die dag rekenen de Highlanders wederom met twee doelpunten verschil (0-2) af met Dynamos. De bezoekende fans van de Highlanders kunnen hun geluk niet op in het Rufaro Stadion, maar de Turks-Nederlandse trainer Erol Akbay blijft nuchter.

Door Gijs Freriks

Bossolona
“Voor de meeste mensen is het tien jaar geleden dat we van Dynamos hebben gewonnen, maar voor mij is dit gewoon een wedstrijd zoals alle andere”, zegt de 51-jarige Akbay na afloop tegen Nehanda Radio. Door de overwinning herovert Highlanders de tweede plaats in de Castle Lager Premier Soccer League, de hoogste afdeling van Zimbabwe. De ploeg uit industriestad Bulawayo eindigt uiteindelijk op de derde plaats en dus kan Akbay terugkijken op een geslaagd eerste seizoen als coach van Highlanders. Naast de podiumplaats en de historische zege op de rivaal zet Highlanders onder leiding van Akbay ook nog een serie van zeven zeges neer en wordt de coach in april en oktober verkozen tot Trainer van de Maand.

Daarnaast wordt het veldspel van de zesvoudig landskampioen geprezen. De bijnaam van de club luidt Bosso, maar de achterban introduceerde tien jaar geleden een alternatief: Bossolona, als verwijzing naar voorbeeldclub Barcelona én om te benadrukken dat de Highlanders in de ogen van de fans het mooiste voetbal spelen. De kranten maken maar al te gretig gebruik van die bijnaam. Als de resultaten er enige aanleiding toe geven, dan duiden ook zij Highlanders aan als ‘Bossolona’. Dat gebeurde in het vorige kalenderjaar dan ook regelmatig. In 2017 kwam de klad er echter in: Highlanders won slechts 13 van de 34 competitiewedstrijden en finishte als zesde. FC Platinum uit Zvishavane werd kampioen.

voetbalzone

Spanningen
Highlanders werd sinds februari 2016 gecoacht door Erol Akbay, een trainersnaam die bij weinig voetbalvolgers in Nederland een belletje zal doen rinkelen. Hij is zeven jaar oud als hij met zijn ouders van Denizli naar Nederland emigreert en gaat voetballen bij onder meer HVV Hengelo. Hij rondt ondertussen een trainerscursus af en heeft op zijn 31e zijn papiertje binnen. Akbay begint als trainer van de Onder-19 van Heracles Almelo en wordt daar later jeugdscout. Hij keert in 2002 terug bij HVV Hengelo en via enkele andere amateurverenigingen, Barbaros, BWO en FC Twello maakt hij wederom zijn opwachting bij HVV. In het najaar van 2015 komt Akbay plots in Zimbabwe terecht.

Highlanders breekt in augustus 2015 met coach Bongani Mafu en Akbay besluit te solliciteren. Er zijn meerdere gegadigden en geldschieter Tshinga Dube, een voormalige kolonel van het leger, weet voorzitter Peter Dube er uiteindelijk van te overtuigen om te kiezen voor Akbay. De suikeroom heeft er namelijk alle vertrouwen in dat Akbay met zijn Nederlandse achtergrond een toegevoegde waarde kan zijn. Een paar maanden na Mafu's ontslag is de deal rond: Akbay tekent voor twee seizoenen. Omdat de werkvergunning echter op zich laat wachten, arriveert hij pas in februari aan de Robert Mugabestraat 50. Akbay blijft uiteindelijk negentien maanden lang werkzaam voor Highlanders FC. Hij vertrekt in november 2017 en in dit interview met Voetbalzone doet Akbay zijn verhaal over zijn periode in het voormalige Rhodesië.

Erol, waarom koos je in 2016 voor Highlanders?
“Ik was al de hele tijd bezig om in het buitenland aan de gang te gaan, want in Nederland kwam ik niet verder dan amateurverenigingen. De president van Highlanders zocht via LinkedIn contact met coaches met een Nederlandse, Duitse en Engelse achtergrond. Ik reageerde op zijn bericht en van het een kwam het ander. Highlanders had twee, drie jaar lang niets meer gewonnen en was op zoek naar een trainer die ze nog niet kenden en die volledig zijn eigen visie zou volgen. De president (Tshinga Dube, red.) stuurde mij een vliegticket zodat ik een weekje kon rondkijken bij de club. We zijn toen maar direct gaan onderhandelen. Ik dacht: ik moet toch ergens beginnen. Ze deden een bod, maar dat was niet goed. We hebben toen afgesproken dat ik na mijn eerste jaar meer zou gaan verdienen, dus toen heb ik getekend.”

Je had niet ‘het gevoel’ dat je verder kon in Nederland. Waar komt dat door?
“Alle Turken en Marokkaanse trainers, en sommige Surinamers, hebben moeite om hun A-licentie te halen en dat papiertje heb je wel nodig om hoger dan de tweede klasse te kunnen coachen. Je moet op alle cursusonderdelen een zeven halen om de licentie te ontvangen, maar bij een proefexamen word je vaak niet eens doorgelaten. Ik heb mijn A-licentie daarom in het buitenland gehaald.”

Hoe komt het dat het zo moeilijk is? Ligt het aan taal?
“Nee, sommige cursisten van Turkse komaf spreken beter Nederlands dan jij en ik. In het begin van mijn carrière kreeg ik na een seizoen wel zes, zeven aanbiedingen, maar naarmate de tijd vorderde, werd het minder en minder. Op een gegeven moment heb ik met een aantal andere Turks-Nederlandse trainers een vergadering gehouden. We vroegen onszelf af: ligt het nou aan ons of aan de verenigingen? Of is het misschien alleen míjn probleem? Maar dat was het niet, ook de anderen hadden moeite om aan de bak te komen. Je moet wel de kans krijgen. Weet je, voetbal is vriendjespolitiek. Dat weet iedereen. Als je goede vriendjes hebt, kom je overal. Het is belangrijk om een grote naam te zijn of een netwerk te hebben.”

“Als je geen goede vriend hebt die jou kan helpen, dan kom je niet verder in het voetbal. Ik heb mij gerealiseerd dat als ik iets wilde, ik naar het buitenland moest. Nederlandse trainers staan daar toch goed aangeschreven. Ik weet van mezelf dat ik het kan en dat ik tactisch behoorlijk goed in elkaar steek, maar je moet wel de kans krijgen. Hoe de KNVB hierin staat? Die praten er liever niet over. Laatst zei een Marokkaanse oud-voetballer op tv ook nog dat Marokkanen niet de kans krijgen om in Nederland een diploma te halen. De KNVB weet zelf ook wel waar het probleem zit.."

voetbalzone

Een aantal supporters van Highlanders gaf bij jouw komst in de Sunday News aan liever een trainer te zien met meer ervaring. Wat vond je daarvan?
“Ik kijk in het begin altijd de kat uit de boom en dat doen de fans ook. Ze wisten dat ze geen Johan Cruijff konden halen als trainer, dus hopen ze maar dat het een goede is. Ik had wel het geluk dat ik vanaf het begin een goede band had met de spelers, het bestuur en de fans. Ik veranderde veel regels in het begin en je kon direct het resultaat zie. Het liep meteen goed, dus daar had ik mazzel mee. In het begin waren er inderdaad grote twijfels, maar later werd ik gezien als de grote tacticus.”

De bijnaam van Highlanders luidt ‘Bossolona’. Is jullie speelstijl ergens te vergelijken met die van Barcelona?
“Toen ik bij Highlanders kwam, lag het speltempo heel laag. Dat wilde ik veranderen. We hadden in principe ook geen goede voetballers, maar ze ontwikkelden zich snel. Ik wilde dat ons team sneller ging voetballen: snel de spitsen zoeken, niet te veel treuzelen met de bal, de bal het werk laten doen. De fans gingen zien dat wij probeerden te voetballen door de bal na twee, drie keer raken door te spelen en deze speelwijze resulteerde ook steeds vaker in punten. Er werd behoorlijk gevoetbald en doordat wij vaak niet meer dan twee, drie balcontacten nodig hadden, werd de vergelijking met Barcelona gemaakt.”

Wat is Zimbabwe voor een voetballand?
“Zimbabwe is een écht voetballand. Alles draait er om voetbal en het gaat om het zuiden en het noorden, om twee volksclubs: Highlanders en Dynamos FC. Highlanders is van het Ndebele-volk en Dynamos van het Shona-volk. Als deze twee ploegen tegen elkaar spelen, dan is het nog erger dan Barcelona tegen Real Madrid. Dan gaat het niet alleen om de punten, maar ook om de eer. Je mag absoluut niet verliezen van dat team. We hadden tien jaar niet van ze gewonnen en in mijn eerste wedstrijd wonnen we met 0-2 van ze. Het was geweldig, het maakte mijn naam opeens heel groot in Zimbabwe. Ik werd er als een God behandeld. Dat kwam ook op de manier waarop we wonnen, want ze geloofden hier enkel en alleen in ervaren voetballers, maar ik ging jonge knapen opstellen. Het werd een gemixte ploeg. Dat was een hele omslag voor de club, maar ik liet zien dat het ook zó kan. Dat soort kleine dingen heeft mijn naam toch wel een beetje gevestigd in Zimbabwe. Een duwtje in de rug.”

Akbay omschrijft de overwinning op Dynamos als een van de grootste successen die hij meemaakte in Zimbabwe. “Als je tien keer verliest, dan is dat allemaal vergeten als je één keer van Dynamos wint.” De oude rivaliteit tussen de Ndebele en Shona, volkeren die in de jaren zeventig nog samen voor onafhankelijkheid vochten, stak na 1980 weer de kop op. De ZAPU-partij van Joshua Nkomo (Ndebele-volk) stond lijnrecht tegenover de ZANU-partij van Robert Mugabe (Shona-volk). Naar schatting werden tijdens de zogeheten gukurahundi (‘het opvegen van vuil’) twintigduizend mensen uit de zuidelijke regio Matabeleland vermoord door de beruchte, door Noord-Koreanen op verzoek van Mugabe getrainde Vijfde Brigade. De terreur duurde tot 1988 toen na een ‘vredesbestand onder dapperen’ de ZAPU van Nkomo opging in de ZANU van Mugabe en de repressiebrigades verdwenen uit Matabeleland.

Of het nu oude of verse wonden zijn: het zijn in ieder geval nog altijd geen geheelde wonden, zo blijkt ook iedere keer maar weer tijdens een confrontatie tussen Highlanders en Dynamos. “Er zijn mensen afgeslacht, vandaar de haat en nijd”, legt Akbay uit. “Het is een beetje te vergelijken met oude Nederlanders die nog altijd een pesthekel hebben aan Duitsers. Het is nog niet zo lang geleden allemaal gebeurd, het zit vers in het geheugen van de mensen. Daarom is bij een duel met Dynamos maar één ding belangrijk: winnen. Tegen Dynamos ontstaan er vrijwel altijd vechtpartijen. Het is dan echt oorlogstijd. Onze supporters zijn behoorlijk agressieve fans en zeker tegen Dynamos slaan ze alles kort en klein. Maar sinds mijn komst is er geen vechtpartij meer geweest, want we verloren niet één keer. We wonnen die eerste wedstrijd dus met 0-2 en daarna speelden we twee keer gelijk tegen ze.”

voetbalzone

“Bij een van die twee remises werd het duel gestaakt. Wij scoorden de 1-0, maar in de 42e minuut maakten zij een buitenspelgoal. In zo’n land speelt een scheidsrechter een behoorlijk grote rol, dat zag je ook in deze wedstrijd wel weer. De grensrechter stak zijn vlag in de lucht, maar deed die ook weer gauw naar beneden. Het werd onrustig op de tribunes en omdat ons publiek die onrust zou hebben veroorzaakt, werden wij als schuldigen aangewezen en kregen we een reglementaire 3-0 nederlaag aan onze broek. Dat de scheidsrechters op de hand zijn van Dynamos, dat schijnt hier altijd al zo geweest te zijn. Het is ook niet zo gek: de helft van de mensen van de voetbalbond is fan van Dynamos. Dynamos móet gewoon winnen van Highlanders. Ik weet ook nog dat een speler van Dynamos eens rood kreeg, maar de president van de bond die kaart een dag later hoogstpersoonlijk zelf seponeerde. Dat is een hele hype geweest. Wij dachten echt: ‘geef het kampioenschap dan maar direct aan Dynamos’.”

“Zó belangrijk is Dynamos dus voor de politiek. Ze moeten de baas zijn van iedereen, maar dat lukt niet altijd op het veld. Toch doen ze er alles aan: ze instrueren de scheidsrechters en lijnrechters en doen er alles aan om te zorgen dat Dynamos haar wedstrijden wint.” Dynamos is met 22 titels overigens de recordkampioen, maar finishte dit seizoen als tweede onder Platinum. “Als trainer hoef je de spelers voor wedstrijden tegen Dynamos niet te motiveren. Ze hebben dan zelf al een enorme drang om te winnen, want ze weten: als ze scoren tegen Dynamos, dan ben je opeens de grootste man van het land. Als je dán kan uitblinken, dan zit je de rest van het jaar goed. Als trainer hoef je dan weinig te doen. Voor een duel met Dynamos blijven de spelers ook altijd uit zichzelf langer trainen, dan willen ze niet stoppen.”

Akbay maakte begin augustus op een persconferentie bekend zijn aflopende contract niet te zullen verlengen. De ‘onderlinge spanningen’ met het bestuur over onder meer het transferbeleid, de gebrekkige trainingsfaciliteiten en de financiële situatie van Highlanders deden hem daartoe besluiten. “Het is bergafwaarts gegaan sinds we twee aanvallers verkochten en er ook nog een ontsloegen. We hadden nog maar vier aanvallers (Ralph Matema, Nhlanhla Ndlovu, Ray Lunga and Tambwe Kalunga, red.) over, maar heel goed waren zij niet. Het bestuur verwachtte wél dat ze direct begonnen met scoren en probeerde zijn eigen hachje te redden door te zeggen dat we zeven spitsen hadden.” Waarnemend voorzitter Morden Ngwenya zei inderdaad dat Akbay genoeg spitsen tot zijn beschikking had en voegde daar aantoe dat Akbay de schuld constant bij anderen legt en niet bij zichzelf. “Hij moet stoppen met het bekritiseren van iedereen en zich concentreren op zijn eigen tekortkomingen”, sprak de preses in september, na een 1-0 nederlaag tegen Chapungu United.

“Ach, mensen proberen hun eigen hachje te redden”, reageert Akbay in gesprek met deze website. “Ze zeiden dat ik zeven aanvallers had, maar wie waren die jongens dan? Het verbaasde mij, want ze (de directie, red.) bleken hun eigen selectie dus helemaal niet te kennen. De resultaten werden in juli al minder en fans begonnen te morren. Op een gegeven moment begon het bestuur ook te brommen: na twee, drie wedstrijden, daarna zouden ze me ontslaan. Ik dacht: wacht eens even, nu is het tijd om mijn bek open te trekken. Want ze begonnen mij steeds meer als de zondebok aan te wijzen en als de boze boef te zien. Daarom vertelde ik ook open en bloot dat ik te weinig goede aanvallers had. Als je in twee jaar tijd vijf scorende spitsen laat gaan, wat verwacht je dan nog van mij? Dat ik ook dan nog wonderen kan verrichten?”

“We stonden gewoon bovenaan en zakten naar de tiende plaats. Dan moet je je afvragen waar dat door komt. Aan het spel lag het niet, want dat was nog altijd mooi en aanvallend genoeg. We kregen iedere wedstrijd zeven, acht, negen kansen, maar scoorden niet. En als je achterin dan één fout maakt, dan krijg je de 0-1 en 0-2 om de oren en ga je eraan.” Highlanders moest haar belangrijkste spelers laten gaan omdat BancABC, een kredietverstrekker die ook actief is in Botswana, Mozambique, Tanzania en Zambia, het sponsorbedrag aan de voetbalclub verlaagde. Volgens Akbay was dat ‘het begin van het einde’: “Ze betaalden 750.000 dollar per jaar. Precies genoeg om alles mee te kunnen betalen, dus dat was geen probleem. Toen ik bij de club kwam, ging er al de helft van af en moesten de duurdere spelers weg. Zo zijn er zes, zeven voetballers weggegaan. Omdat ze elders een hoger salaris konden verdienen.”

“BancABC had aangegeven dat de club voor het volgende seizoen een nieuwe sponsor moest zoeken, maar dat lukte niet. Er waren geen andere sponsoren. BancABC besloot nog een jaartje langer te blijven, maar dan wel voor 200.000 dollar. Daardoor moesten de salarissen van de spelers met de helft naar beneden. De ellende was definitief begonnen. Zaakwaarnemers stuurden hun spelers ook niet meer op Highlanders af omdat ze wisten dat daar toch geen geld te halen viel. Handgelden van vijf tot tienduizend dollar zaten er niet meer in. De goede spelers die je wilde hebben, kreeg je niet. We hebben toen maar twee, drie jonge spelers aangenomen omdat de selectie anders te krap zou worden.” Ook Akbay voelde de problemen in de portemonnee: als hij wilde blijven, had hij salaris moeten inleveren.

“Maar we hadden afgesproken dat ik in mijn tweede jaar al meer zou verdienen. Dat ging echter niet meer omdat het sponsorgeld voor de helft was verdwenen. Of die salarisverhoging zwart op wit stond? Nee, dat krijg je hier toch niet voor elkaar” Akbay sprak in 2016 tevens met Highlanders af dat hij een tekenbonus van 10.000 dollar zou ontvangen. “Maar daar heb ik ook niet alles van betaald gekregen. De vorige voorzitter (Peter Dube, red.) dacht slim te zijn door mij 5.000 dollar te geven en die andere 5.000 dollar pas uit te betalen na tien wedstrijden. Ik moest dan wel zes keer winnen. Ik dacht: met dit elftal kun je toch niet zes keer winnen, maar laten we het toch maar proberen. En we wonnen zeven keer. Toen dacht ik 5.000 dollar overgemaakt te krijgen, maar dat deden ze niet. Ik kreeg éénduizend dollar hier en éénduizend dollar daar. Ik moet nu nog altijd duizend dollar betaald krijgen. “

voetbalzone

Akbay stuurde een deel van zijn salaris vanuit Zimbabwe steevast naar zijn gezin in Nederland, naar zijn vrouw (medewerkster in de geestelijke gezondheidszorg) en twee kinderen. Dat ging echter niet altijd even soepel. “Het salaris was het probleem op zich niet, maar de bank deed moeilijk om het naar Nederland over te boeken. De regering besloot dat men het kapitaal in eigen land wilde houden, zo gaat dat in Angola nu trouwens ook. Ik had het geluk dat ik de minister (Tshinga Dube, red.) kende. Ik zette hem aan het werk en hij heeft geregeld dat de overschrijvingen voortaan iedere maand goed verliepen. Het gekke is: de bank is de hoofdsponsor van de club. Als hoofdsponsor help je je medewerkers toch? Maar dat deden ze niet. Ik was uiteindelijk van plan om best nog een jaartje te blijven en stelde mij meegaand op. Maar ze waren niet van plan om er ook maar een dubbeltje bij te doen.”

Hoe staat het nu met de toekomst? Is er al interesse?
“Ik word vaak gebeld door clubs met de vraag of ik beschikbaar ben. Je praat dan even, antwoordt bevestigend en belt twee dagen later nog een keer met die club. Maar daarna hoor je niets meer, zo gaat het heel vaak. Ik ben nog wel gebeld door een club op de Malediven. Of ik er direct heen wilde komen. Het leek mij best geinig om daar te werken, maar het geld was erg karig. Er is ook interesse uit Namibië. Die club komt een dezer dagen met een serieus bod, maar als dat bod er pas ligt, dan neem ik het pas serieus.”

In een Turkse krant, Denizli Post, stond onlangs dat je in beeld bent om de nieuwe bondscoach te worden van Zimbabwe.
“Klopt, dat is een pijnlijke zaak. Ik was er graag naartoe gegaan en er stond al een gesprek gepland met de voetbalbond, maar mijn zaakwaarnemer kwam niet opdagen. Hij is tevens promotor van Zimbabwe en zat in die periode voor promotiewerk in Europa. Toen dachten ze bij de bond: ‘die Akbay heeft er waarschijnlijk niet genoeg belang bij’. De bond wilde mijn zaakwaarnemer direct aan tafel hebben, er moest vergaderd worden. Maar hij kwam dus niet. Ik ben behoorlijk pissig op hem geweest, want we hebben een grote kans laten liggen. Zimbabwe heeft nu een andere coach (Sunday Chidzambwa, red.) voor één jaar aangesteld.”

“Niemand had er bezwaar tegen dat ik de nieuwe bondscoach zou worden. Ze zochten iemand die een elftal fris kon laten voetballen en tactisch behoorlijk sterk is. Ik heb de afgelopen twee jaar bewezen dat ik over die capaciteiten beschik. Veel mensen, fans en media, hadden het wel logisch gevonden als ik de bondscoach van Zimbabwe was geworden. Misschien over een jaar weer… Een terugkeer naar Nederland? Nee, absoluut niet. Mijn focus ligt momenteel op het buitenland. Denizlispor? Dat is de club van de stad waar ik ben geboren, inderdaad. Het zou een mooie uitdaging zijn om daar vroeg of laat aan de slag te gaan, maar ze spelen momenteel op het tweede niveau van Turkije en ik heb de selectie gezien. Het is geen team waar je de wereld mee verovert”, besluit Akbay. Waar hij ook terechtkomt, bij Highlanders kan hij door de historische overwinning op de grote rivaal Dynamos uit Harare in ieder geval niet meer stuk.