voetbalzone

‘Ik wil Van Dijk achterna, hij werd in Nederland ook niet echt gewaardeerd'

Chris Meijer02 sep 2019, 09:00
Laatst bijgewerkt: 02 sep 2019, 09:00
Advertentie

Geen enkele club gaat je serieus nemen als je dat gaat doen, je bent jarenlang spits geweest. De woorden die Jason Noslin meekreeg bij zijn vertrek bij Sparta Rotterdam vormden twee jaar lang de ultieme motivatie om via een omweg als centrale verdediger het profvoetbal te bereiken. De negentienjarige Rotterdammer verruilde eerder deze zomer de amateurs van Alexandria’66 voor een contract bij het Portugese SC Braga, wat de ultieme bevestiging vormde voor het vertrouwen dat hij had in een toekomst als centrumverdediger in het profvoetbal.

Door Chris Meijer

Op het moment dat Voetbalzone Noslin tracht te bereiken, blijkt er op het laatste moment een afspraak bij de bank tussendoor te zijn gekomen. “Dat kan op het laatste moment plotseling nog geregeld zijn, dat heb ik de laatste weken hier al wel meegekregen”, lacht Noslin. Het is een van de kleine dingen waaraan hij voorbije weken moest wennen in Portugal. Naast het doorgaans warmere weer, vormde ook de communicatie een uitdaging. “Ik spreek de taal niet en niemand spreekt hier Engels. Op het voetbalveld heb je de taal niet echt nodig, bepaalde patronen en vormen zijn overal hetzelfde. Nu ik er al een paar weken ben, snap ik de meeste dingen wel. In de kleedkamer is het doorgaans grappen en grollen, ook al begrijp ik nog niet alles. Dat gaat dan voornamelijk met handgebaren. In mijn contract staat dat ik Portugese les moet krijgen. Dat zie ik niet echt als een verplichting, want ik vind het leuk en denk dat het leren van de taal essentieel is om hier verder te komen.”

voetbalzone

Dat Noslin op dit moment speler van SC Braga zou zijn, had hij een aantal maanden geleden niet zo snel voor mogelijk gehouden. De afgelopen twee seizoenen speelde hij in de Onder-19 van Alexandria’66, waar hij terechtkwam na zijn vertrek uit de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam. Bij de Spangenaren was Noslin spits of rechtsbuiten, maar hij had het gevoel dat hij als aanvaller niet het profvoetbal zou halen. “De enige kans lag centraal achterin, dat heb ik bij mijn trainers bij Sparta ook aangegeven. Als ik de enige ben die erin gelooft, dan is dat maar zo. Het is het probleem van Sparta of andere clubs als ze dat niet zien zitten. Daarom zag ik met het vertrek bij Sparta mijn droom om profvoetballer te worden ook niet in rook opgaan. Juist niet. Het heeft me getriggerd om revanche te nemen. Na het vertrek bij Sparta werd het juist mooier, omdat ik als centrale verdediger promoveerde naar de Eerste Divisie voor A-junioren en stages mocht lopen. Dat het uiteindelijk op die positie gelukt is om een profcontract te tekenen, maakt het nóg mooier”, vertelt hij met een glimlach. Desondanks merkte Noslin dat het vanaf Alexandria’66 niet per se gemakkelijk was om terug te keren in het profvoetbal.

Het hoogste jeugdteam van de Rotterdamse amateurclub speelde vorig jaar weliswaar in de Eerste Divisie, het op een na hoogste niveau, maar Nederlandse profclubs waren enigszins huiverig. “Ik weet van mezelf dat ik aardig kan ballen, maar het is qua status toch een ander verhaal of je van Alexandria of Feyenoord komt. Dat kan clubs toch doen twijfelen of ik interessant ben. Ik moest drie keer zo hard werken om ergens te komen”, zegt Noslin, die vorig jaar naast het voetbal een studie rechten volgde. Het stond voor hem echter vast dat hij voorlopig niet advocaat, maar profvoetballer zou worden. “Het is lastig geweest om daarin te blijven geloven. Als je bij FC Groningen of PEC Zwolle in de Onder-19 speelt, ben je al aardig op weg naar het profvoetbal. Maar bij Alexandria Onder-19, waar je iedere week met 9-1 verliest, lachen ze je eigenlijk vierkant uit als je zegt dat je als centrale verdediger profvoetballer wordt. Dat is ook goed, want dat motiveert je alleen maar om harder te werken en mensen het gevoel te geven van: wow, hij heeft het gehaald. Dat is geen cliché, dat is écht zo.”

Vooral dankzij zijn zaakwaarnemers Chris en Carlos Tavares De Barros van Prestige Sports, waar Noslin vorig seizoen extra speelde en trainde, bleef de profdroom levend. “Zij hebben in die periode meer vertrouwen in mij gehad dan ik in mezelf”, bekent de verdediger. Verschillende clubs uit de Nederlandse Tweede- en Derde Divisie hadden hem in het vizier. “Natuurlijk zag ik dat wel zitten. Ik moet niet vergeten waar ik vandaan kom. Mijn startpunt is Alexandria’66, waar het eerste elftal in de tweede klasse speelt. Alles wat hoger was, was mooi meegenomen. Ik dacht: tja, als er dan interesse is vanuit de Tweede- en Derde Divisie... Ze waren standvastig en zeiden: ‘Nee, nee, nee. We gaan het hier niet eens over hebben. We gaan jou bij een profclub onderbrengen, want je bent te goed voor de amateurs’. Uiteindelijk was ik ergens misschien wel bang dat ik clubloos zou worden. Dat wilde ik niet, want ik wilde wel gewoon lekker voetballen. Desnoods bij de amateurs. Negentig minuten naar een wedstrijd kijken houd ik niet vol, als ik zelf op het veld kan staan. Mijn zaakwaarnemers hebben de woorden waargemaakt en daar ben ik heel blij mee.”

De eerste mogelijkheid op een profavontuur diende zich aan met een proefperiode bij Huddersfield Town, waar hij samen met Ilounga Pata een kans kreeg om zich te bewijzen. Zijn lot- en leeftijdsgenoot verdiende een profcontract in Engeland, maar Noslin nog niet. “Daardoor wist ik wel dat er wat mogelijkheden kwamen. Toch duurde het even voordat de volgende stage kwam. Ik trainde voor mezelf door, zodat ik er klaar voor zou zijn.” Uiteindelijk volgde twee maanden geleden een volgende stage, deze keer bij het Portugese Gil Vicente. Al snel werd duidelijk dat er voor Noslin geen toekomst was bij de middenmoter in de Primeira Liga. “Ik kom uit 2000 en we trainden daar met de Onder-19 mee, dus daar moet je in principe uit 2001 of 2002 komen. Die trainers gaven aan dat ze me goed vonden, maar dat ik te oud was. Het eerste gaat in de Primeira Liga strijden tegen degradatie, dus ze zochten geen talentvolle spelers, maar meer ervaren jongens. Mijn zaakwaarnemers regelden met een goed woordje van de hoofd jeugdopleidingen van Gil Vicente uiteindelijk een stage bij SC Braga.”

Bij Braga maakte Noslin direct al een goede indruk, want al na twee dagen kreeg hij te horen dat de nummer vier van het voorbije Primeira Liga-seizoen hem wilde hebben. “Toch was ik in die periode nog een beetje zenuwachtig, want er kan nog van alles misgaan. Ze moesten er nog zien uit te komen met mijn vorige clubs over een vergoeding, bijvoorbeeld. Mijn zaakwaarnemers gaven aan dat het handiger was om de voorbereiding te blijven meetrainen tot het contract getekend was. Daarna kan je even naar huis om spullen te pakken, familie gedag te zeggen en dat soort dingen te doen. Ze zeiden dat ze uit ervaring wisten dat het vaker mis kan gaan als je midden in die periode een aantal dagen terug naar Nederland gaat. Toen ik te horen kreeg dat ik daadwerkelijk die dag zou gaan tekenen, was ik enorm blij en opgelucht.” Noslin zette zijn handtekening onder een tweejarig contract, met een optie voor nog twee seizoenen. In principe start hij in de Onder-23, het hoogste jeugdteam, al is de kans aanwezig dat hij tevens wedstrijden gaat afwerken in Braga B. Het tweede elftal degradeerde vorig seizoen uit de Liga Pro, het tweede niveau van het Portugese voetbal.

voetbalzone

Tijdens zijn stage trainde Noslin mee met het tweede elftal, terwijl hij ook al enkele keren op het veld stond bij de hoofdmacht. “Dat is wel even iets anders, vorig jaar deed ik weleens bij het eerste van Alexandria mee. Dat was tweede klasse, nu train ik met mensen die miljoenen waard zijn”, lacht Noslin. Na het ondertekenen van zijn contract is hij aangesloten bij de Onder-23 van Braga. “Zij spelen in een elitecompetitie, met de beste clubs van Portugal. Die teams vormen een uithangbord voor de club, waar de grootste talenten in spelen. Er zijn hier voor iedere linie specifieke trainers in dienst en nu pas leer ik van de verdedigingstrainer de basisaspecten van het verdedigen. Het is mooi om te zien dat ik in korte tijd veel heb kunnen leren, er zit nog veel rek in mijn ontwikkeling. Bij Alexandria deed ik alles een beetje op gevoel, maar hier leert men me bijvoorbeeld om anders op mijn positionering te letten. Ze spelen hier sowieso met zonedekking, dus dat is anders dan ik in Nederland gewend was. In de Onder-23 moet ik de patronen en de zonedekking onder de knie krijgen. Dan hoop ik snel door te kunnen stromen naar het tweede elftal en misschien volgend seizoen de voorbereiding met het eerste te kunnen meemaken. Binnen drie of vier jaar zou ik dan in het eerste kunnen spelen.”

Naast zo snel mogelijk stappen maken bij Braga, heeft Noslin nog een belangrijk doel voor dit seizoen. “Voor mij is het een persoonlijk doel om dit jaar in de voorselectie van Oranje Onder-20 te komen. Als je als je negentienjarige verdediger in Braga Onder-23 speelt, waarom zou je dan niet opgeroepen kunnen worden voor Oranje Onder-20? Als je geen doelen stelt in het leven, ga je ook niks bereiken. Nu ik hier ben, heb ik weer nieuwe doelen gesteld en ik ga mijn uiterste best doen om die te bereiken”, zo klinkt het ambitieus. Wat dat betreft heeft hij een duidelijk voorbeeld. “De ultieme droom is Virgil van Dijk achterna te gaan, hij is niet voor niets mijn voorbeeld. Hij is een verdediger die in Nederland niet echt gewaardeerd werd. Via Schotland is hij in Engeland terechtgekomen en nu is hij de beste verdediger, of zelfs de beste speler, ter wereld. Er is wel contact geweest met een Nederlandse profclub. Ik vind het jammer dat het in Nederland niks is geworden, want ik heb geen kans gehad. Niet eens op een proefperiode. Maar ja, Portugal is op voetbalgebied misschien wel een stap verder dan Nederland.”