‘Ik wil eerst bij PSV een goed seizoen draaien en misschien wel twee of drie!'
Jürgen Locadia maakte op 21 september 2011 in de KNVB beker zijn debuut in het eerste van PSV. In de jaargang 2013/14 maakte hij als centrumspits dertien goals en gaf hij vijf assists in de Eredivisie, maar in de drie seizoenen die volgden wist hij dit aantal niet te evenaren. Afgelopen seizoen was door blessureleed een teleurstellende en Jürgen moest grotendeels toezien hoe zijn teamgenoten op een derde plaats eindigden. Voetbalzone zocht de 23-jarige Locadia op om terug te blikken op zijn carrière tot dusver en alvast vooruit te kijken op het komende seizoen.
Jürgen, je zit deze zomer zeven jaar bij PSV. Hoe heb je de club en die periode ervaren?
“PSV is een topclub en heeft altijd goede spelers op elke positie. Het zijn jaren geweest van hard werken en knokken voor mijn plek. Voor mijn gevoel liet mijn doorbraak wat lang op zich wachten, maar dat was vooral een kwestie van die stevige concurrentie. Toen ik jong was waren dat spelers als Jeremain Lens, Tim Matavz en Dries Mertens en daarna kwam Luuk de Jong die het goed deed. Als ik er bijna was, kwam er soms net weer een concurrent bij waardoor ik weer terugviel. Voor mijn gevoel was ik wel eerder klaar voor het grote werk, maar in de ogen van de trainer nog niet. Ik ben maar in mijzelf blijven geloven en het is wel beter geworden, maar ik ben nog niet waar ik wil zijn.”
Riechedly Bazoer en Zakaria Bakkali hadden minder geduld, heeft dat je doen twijfelen?
“Nee, niet echt. Ik was sowieso niet echt met andere spelers bezig en heb mezelf door die lastige periodes heen getrokken. Het hangt ook vaak van de speler zelf af of een doorbraak echt lukt. Sommige jongens hebben het talent en de juiste timing en bij anderen gaat het moeizamer. Ik denk altijd dat iedereen zijn eigen pad heeft en je daarom niet te veel op anderen moet focussen. Als ik dan toch naar iemand moet kijken, neem ik zelf vaak Georgino Wijnaldum als voorbeeld die pas op latere leeftijd naar het buitenland ging.”
Inmiddels word je voornamelijk als linksbuiten gebruikt. Vind je dat tegenwoordig prima?
“Diep in mijn hart denk ik nog steeds dat ik een pure spits ben. Als linksbuiten speel je het spel wel mee, maar het is niet zoals ik normaal zou spelen. Als je van links komt heb je met een man te maken en moet je naar buiten of naar binnen. Als spits kun je veel eenvoudiger draaien en schieten, dat ligt mij wel meer dan als linksbuiten je man opzoeken en een voorzet geven. De coach weet natuurlijk wel dat die rol mijn ambitie is, maar als hij me nodig heeft op de linksbuitenplek, dan speel ik daar. Ik kan daar nu wel makkelijker overheen stappen dan voorheen.”
Is je veelzijdigheid dan bijna een nadeel?
“Luuk de Jong en Sam Lammers zijn minder geschikt als linksbuiten, dus in die zin misschien wel. Ik zou mezelf nog steeds heel graag willen laten zien op mijn favoriete positie. Het verschil met een paar jaar geleden is dat ik toen niet of weinig speelde en daardoor meer onrust had omdat ik vond dat ik wel hoorde spelen. Ik was nog jong en dacht niet helder meer na op een gegeven moment. Nu heb ik twee seizoenen wel kunnen spelen en dan leer je ook andere dingen kennen van voetbal.”
PSV heeft een rijke traditie aan centrumspitsen. Met wie zou je jezelf vergelijken?
“Ik denk ik de meeste overeenkomsten heb met Jonathan Reis van de spelers die in mijn periode hier speelden. Hij was echt een goede speler die heel makkelijk doelpunten maakte. Hij was net een paar jaar ouder en mij net een paar stappen voor. Ik heb een paar keer met hem in Jong PSV gespeeld. Ik scoor zelf ook makkelijk en ben sportief gezien ook het meest trots op de dertien goals die ik in de Eredivisie maakte in 2013/14. Ik denk dat ik er nu in de spits nog wel wat meer zou kunnen maken.”
Hoe kijk je terug op het afgelopen seizoen?
“Niet bijzonder positief natuurlijk. Ik ben zelf lang geblesseerd geweest en als team hebben we over het geheel ook niet goed gepresteerd. Zeker in het begin had ik veel moeite te accepteren dat ik eruit lag. Het was ook moeilijk omdat er steeds weer weken en maanden bijkwamen en er leek op een gegeven moment geen einde aan te komen. Pas na vier maanden mocht ik weer naar buiten en kleine gedeeltes meetrainen. Het was ook behoorlijk frustrerend om te zien dat ik het team niet kon helpen, hoewel ik niet zou durven beweren dat het dan allemaal anders was gegaan hoor, haha.”
Je naam wordt veel genoemd als sterkhouder voor volgend seizoen. Voel je dat ook zo?
“Totaal niet eigenlijk, maar mijn focus ligt wel helemaal hier. Ik ben heel gretig om te laten zien wat ik in me heb; zeker omdat ik meer dan een half jaar aan de kant heb gestaan. Ik denk dat er komend seizoen veel gaat veranderen qua spelers en systeem, maar als groep hebben we het er eerlijk gezegd niet echt over wie blijven of vertrekken. Voor mezelf voel ik dat ik, mits ik fit weet te blijven, komend seizoen echt definitief kan doorbreken met veel goals en assists. Het is ook een beetje afhankelijk van de positie waarop ik ga spelen en het ligt aan Marcel Brands en Phillip Cocu wie gaan komen, dus ik weet nu ook nog niet goed wat mijn eigen perspectief zal zijn.”
Dromen over het buitenland heb je in ieder geval dus nog niet echt?
“Ik wil eerst bij PSV een goed seizoen draaien en misschien wel twee of drie voordat ik over die stap na ga denken. Mijn persoonlijke doel is mijn beste seizoen tot dusver te overtreffen. Inmiddels ga ik fysiek gezien weer richting de honderd procent en heb ik het vertrouwen terug in mijn eigen lichaam. Wat betreft dromen blijft Manchester United mijn droomclub. Ik heb er ook veel met Memphis Depay over gesproken; een echte topclub waar alles klopt, dat moet prachtig zijn om mee te maken.”
Tot slot, je was dicht bij je debuut in Oranje. Is dat ook nog een doel voor komend jaar?
“Niet echt, maar ik zou het wel graag willen natuurlijk. Ik kon voor Curaçao uitkomen, maar dat ga ik sowieso niet doen. Ik wil mijn kans bij Oranje afwachten en gelukkig is mijn relatie met Dick Advocaat wel goed, haha.”