‘Ik wil best naar een Nederlandse topclub, of nog mooier: terug naar Italië’

Edoardo Ceria maakte deze zomer een opmerkelijke overstap: van Juventus naar FC Den Bosch. De spits arriveerde samen met verdediger Filippo Penna en later kwam er nog een derde huurling bij: middenvelder annex verdediger Elvis Kabashi. Ceria heeft in de eerste weken meteen zijn visitekaartje afgegeven met drie doelpunten in de eerste vier wedstrijden. Hij zegt het naar zijn zin te hebben in De Vliert.

De negentienjarige Italiaan kreeg voor zijn vertrek naar Nederland te horen dat FC Den Bosch een soort ‘Juventus in het klein’ zou zijn. Hij gaf onlangs al aan dat hij inmiddels wel kan instemmen met die bewering en zegt nu dat hij heeft gemerkt, dat hij eigenlijk perfect bij het Nederlands voetbal past. “Op veel gebieden is er een andere tactiek dan in Italië. Zo sta ik bijvoorbeeld vaak tegenover een tegenstander zonder dubbel gedekt te worden.”

“Negentig procent van de teams speelt 4-3-3 en de trainers werken hard aan de techniek en het druk zetten over het hele veld. In Italië daarentegen ligt de focus op de defensie. De wedstrijdvoorbereiding in Nederland is heel anders. In de eerste divisie wordt heel fysiek gespeeld”, aldus Ceria aan Goal. Hij zegt dat er in zijn vaderland niet veel vertrouwen wordt gegeven aan jonge voetballers en dat trainers liever voor de geroutineerde jongens in de selectie kiezen.

“In Nederland is dat heel anders: de talenten worden onderkend en ze krijgen de beste voorzieningen die een club kan bieden”, aldus Ceria. De gehuurde spits richt zich dit seizoen helemaal op FC Den Bosch en probeert de lat zo hoog mogelijk te leggen voor zichzelf. “Ik denk echter dat je ook ambities mag hebben. En dan zou ik best bij een Nederlandse topclub willen spelen, of nog mooier: teruggaan naar Italië en de kleuren dragen waar ik altijd van gehouden heb: zwart en wit.”