‘Ik werd in Amsterdam aangesproken op mijn tas met een Feyenoord-logo’
De Keuken Kampioen Divisie geldt al decennialang als kraamkamer voor binnen- en buitenlandse talenten en ook dit seizoen lopen er op het tweede niveau weer veel voetballers met potentie rond. Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, licht wekelijks een van deze talenten uit, met deze keer aandacht voor Dean Guezen, de Amsterdammer die twee jaar bij Feyenoord speelde en nu bij TOP Oss zijn eerste echte stappen in het betaald voetbal zet.
Door Chris Meijer
Vanaf het eerste woord dat van zijn tong rolt, is duidelijk waar de wieg van Dean Guezen stond. In Amsterdam. Om preciezer te zijn: het noorden van de hoofdstad. In dat opzicht heeft de nu 21-jarige aanvallende middenvelder misschien een niet voor de hand liggende opstap gehad richting zijn huidige carrière in het profvoetbal. Guezen schiet in de lach bij de constatering dat het misschien niet al te vaak gebeurt dat een ras-Amsterdammer in de jeugdopleiding van Feyenoord terechtkomt. Hij haalt direct daarna de schouders op. “Ik werd in de groep meteen goed opgevangen. Alleen het reizen was vervelend. In de eerste maanden had ik nog een tas met Feyenoord-logo, maar daardoor werd ik een aantal keer aangesproken in Amsterdam. Op een gegeven moment kreeg ik daarom een tas zonder logo. Mijn vrienden zijn voor Ajax, maar die zeiden ook: ‘Als ik zo’n aanbod zou krijgen, zou ik het ook doen’. Het is een jongensdroom. Bij mij thuis is Ajax niet met de paplepel ingegoten, we zijn voor de ploeg die het beste voetbalt.”
Zijn eerste profclub was op zevenjarige leeftijd nog aartsrivaal Ajax, waar hij een jaar doorbracht. “Bij Ajax was ik heel jong, dat weet ik vooral nog van foto’s en vage herinneringen”, vertelt Guezen over zijn tijd bij de club uit zijn geboortestad. Door zijn korte periode bij Ajax bleef er in de jaren daarna altijd belangstelling van profclubs, ondanks dat hij in de jeugd bij ASV De Dijk met zijn schoolvrienden en niet op het allerhoogste amateurniveau voetbalde. “Bij een aantal clubs werd ik wel aangenomen als linksback, maar dat wilde ik niet. Ik wilde liever op het middenveld of in de aanval spelen, zeker toen ik klein was. Daarom heb ik ook wat clubs afgezegd. Mijn moeder zei altijd: ‘Als het nu komt, komt het later ook wel’. Dat is uiteindelijk uitgekomen.” Een scout van Feyenoord ontdekte hem aanvankelijk al op Sportpark Schellingwoude, waarna hij op zijn vijftiende werd uitgenodigd voor een stage in Rotterdam-Zuid.
“Ik was nog heel klein en iel, niet klaar om bij een profclubs te spelen. Ze raadden me aan om een jaartje bij AFC of Zeeburgia op hoog niveau te spelen, bij mij in de buurt. Ik ben naar AFC gegaan en ze zijn me blijven volgen, waardoor ik een jaar later alsnog naar Feyenoord kon. Het was het wel waard om mijn vrienden daarvoor achter te laten”, legt hij met een glimlach uit. In dezelfde tijd had hij overigens ook voor een overstap naar NEC Nijmegen kunnen kiezen. “Tegen betere voorwaarden met een contract. Bij Feyenoord kwam ik op amateurbasis. Maar ik redeneerde dat als ik het niet zou redden bij Feyenoord, ik nog steeds naar een club als NEC zou kunnen. Als je bij NEC weg moet, is het lastiger om bij een andere club terecht te komen. Het was zwaar, ik reisde iedere dag met de trein van Amsterdam naar Rotterdam. Tussendoor moest ik nog naar school, dus het was wel pittig. Het tweede jaar kreeg ik een huis in Rotterdam, dus toen kon ik me volledig focussen en dat was wat meer rustgevend.”
Guezen speelde bij Feyenoord wedstrijden in de A2, de A1 en het beloftenteam, maar kon de sprong naar het eerste niet maken. Daarmee was hij overigens niet de enige in zijn generatie. Van de spelers met wie hij bij Feyenoord samenspeelde, bereikten eigenlijk alleen Tyrell Malacia en Justin Bijlow echt het eerste elftal. Ramón ten Hove, Dylan Vente, Jordy Wehrmann en Achraf El Bouchataoui staan ook nog altijd onder contract bij Feyenoord, terwijl bijvoorbeeld Alex Bangura (SC Cambuur), Rashaan Fernandes, Niels van Wetten (allebei Telstar), Robin Polley (door ADO Den Haag verhuurd aan FC Dordrecht), Nigel Robertha (Levski Sofia), Boyd Reith (Helmond Sport) en Mats Knoester (Heracles Almelo) elders wel in het betaald voetbal terechtkwamen. Het grootste deel is echter verdwenen richting het amateurvoetbal, zeker als je het vergelijkt met dezelfde generatie bij Ajax. In de tijd van Guezen bij Feyenoord waren de wedstrijden van de A1 en de A2 tegen de aartsrivaal altijd gelijkopgaand, maar bij de Amsterdammers hebben uiteindelijk veel meer spelers uit dezelfde generatie het betaald voetbal gehaald: Kaj Sierhuis (Stade Reims), Noa Lang (Club Brugge), Noussair Mazraoui, Jurgen Ekkelenkamp (allebei Ajax), Zian Flemming (Fortuna Sittard), Philippe Sandler (Manchester City), Ramiz Zerrouki (FC Twente), Sven Botman (Lille OSC), Juan Familia-Castillo (Chelsea), Azor Matusiwa (FC Groningen), Dani de Wit (AZ), Mitchel Bakker (Paris Saint-Germain), Ché Nunnely (Willem II), Danilho Doekhi (Vitesse), Pascal Struijk (Leeds United) en ga zo maar door.
Een link tussen het feit dat bijvoorbeeld Ajax, evenals PSV, sinds 2013 met zijn beloftenteam in de Keuken Kampioen Divisie speelt en Feyenoord daar destijds van afzag, lijkt onvermijdelijk. “Dat heeft daar toch iets mee te maken, denk ik. Ze hebben daar al vroeg wedstrijden kunnen spelen in de Keuken Kampioen Divisie, dat is een goed niveau om de stap te maken”, beaamt Guezen. Feyenoord heeft momenteel een Onder-21-team waarmee men in de Keuken Kampioen Divisie terecht wil komen, maar in zijn tijd bestond het beloftenteam voornamelijk uit spelers die bij het eerste niet aan spelen toekwamen. “Had ik me anders ontwikkeld als Feyenoord een beloftenteam in de Keuken Kampioen Divisie had? De jonge jongens kunnen nu in ieder geval minuten meepakken in Jong Feyenoord, dat scheelt al. Ik weet niet of ik dan verder was geweest, je weet nooit hoe het loopt. Ik had er wel vrede mee dat ik moest vertrekken, want ik wist dat de stap naar het eerste heel groot zou zijn. Natuurlijk was het jammer, Feyenoord is een mooie club. Maar je moet ook realistisch kijken.”
Na zijn vertrek bij Feyenoord maakte Guezen de overstap naar ADO Den Haag. Ondanks dat hij stiekem had gehoopt op een kans bij de hoofdmacht en vertrok zonder daar zicht op te hebben gehad, spreekt hij van een ‘mooi en leerzaam jaar’. “Wedstrijden in een beloftenteam waren voor mij op mijn achttiende veel beter voor mijn ontwikkeling. Alles was wat luxer dan in de Onder-19, we speelden bijvoorbeeld in mooiere stadions.” Gedurende de twee jaar bij SC Cambuur die daarop volgden, werd Guezen langzaam maar zeker hongeriger naar speelminuten in een eerste elftal. In Leeuwarden ging het weliswaar, in zijn eigen woorden, ‘erg goed’ bij de beloften en mocht hij meetrainen met de hoofdmacht, maar dit resulteerde nooit in zijn officiële debuut of een plek in de wedstrijdselectie.
“Aan de andere kant draaide het eerste heel goed, ze hadden vorig seizoen een sterk team en dat maakte het makkelijker te accepteren. Maar het leek mij heel mooi om daar in het eerste te kunnen spelen, ik keek alle wedstrijden en kreeg het gevoel dat ik mee kon komen. Ik speelde gelukkig wel alles bij Jong Cambuur en er kwamen veel jongens terug van het eerste, dus het niveau lag ook best hoog. Maar je mist een bepaald gevoel, ik zag wedstrijden met de supporters en wilde daar ook komen te staan”, verzucht Guezen. Na het afgelopen door de coronacrisis afgebroken seizoen werd duidelijk dat er voor hem geen zicht was op een plek in de eerste selectie. Voor de Onder-21 was hij in principe te oud, al wilde Cambuur hem met dispensatie voor dit team behouden. “Maar dat wilde ik niet. Ik zag te weinig perspectief om het eerste te halen. De mensen die me bij Cambuur van dichtbij begeleidden, zeiden ook dat het beter was om bij een andere club in de Keuken Kampioen Divisie minuten te gaan maken.”
“Ik was er zeker aan toe om ergens in een eerste elftal te spelen en bij een club te tekenen waar de kans het grootst was om basisspeler te worden. Je wordt ouder en beter, daardoor krijg je steeds meer het gevoel dat je er klaar voor bent. Ik was nu uitgeleerd in de beloftencompetitie”, zo gaat hij verder. Afgelopen zomer was Guezen aanvankelijk op proef bij MVV Maastricht en het leek erop dat hij daar zou blijven, tot TOP Oss zich op het laatste moment bij hem meldde. Na een gesprek met directeur Peter Bijvelds en trainer Klaas Wels besloot hij voor een dienstverband in Brabant te kiezen. In de eerste vijf wedstrijden van het seizoen was hij nog bankzitter, maar door een zware blessure van Grad Damen is hij nu al zeven duels op rij basisspeler. Wels gebruikt hem overwegend als aanvallende middenvelder, hoewel hij afgelopen weekeinde in de uitwedstrijd tegen FC Volendam (1-1) als rechtsbuiten speelde.
“Bij de rol van aanvallende middenvelder voel ik me het lekkerst. Als die positie bezet is, kan ik ook nog ergens anders spelen en dat is op zich wel een voordeel. Het is een groot verschil qua weerstand. Mannenvoetbal, wat zakelijker. Ik kan niet meer achterin dribbelen, want het kan fataal zijn als je de bal achterin verliest. Ik leer vooral veel van mijn medespelers op het veld, ik krijg vaak te horen wat ik beter kan doen qua positie kiezen”, knikt Guezen. Als hij zijn doelstellingen moet formuleren, volgt een bescheiden glimlach. “Ik wil zoveel mogelijk minuten maken en leren, want er is nog genoeg te leren. Ik denk altijd stap voor stap. Natuurlijk heb ik dromen, maar of die realistisch zijn... Eerst maar eens richting de Eredivisie.” Met TOP Oss? Guezen besluit met een lach: “Dat kan met TOP Oss, maar dan moet het wel raar lopen. Je weet het maar nooit, je hoeft maar één goede periode te hebben en we hebben de ploeg ervoor.”
Naam: Dean Guezen
Geboortedatum: 18 december 1998
Club: TOP Oss
Positie: aanvallende middenvelder
Sterke punten: versnelling, inzicht, techniek